Eenige voorbeelden: Dicht bij ons dorp is een meer met bad- en zwemgelegenheid, alsmede een kunstmatig strand. In den zomer spreekt groot en klein dan van: ‘wij gaan naar de beach’; ‘hij is in het (de) lake’. ‘Achter’ het eten gaat hij varen in de kano’ (after dinner). Vreemd genoeg krijgen hierbij woorden, die onzijdig zijn in het Nederlandsch, zoowel ‘het’ als ‘de’ voor bep. lidwoord.
De schoolkinderen onderstrepen niet hun zinnen in het themaschrift, maar onderlijnen ze (underline). Ook lezen ze op de eerste ‘lijn’ van een bladzijde, en niet op den eersten ‘regel’. Fouten in hun werk moeten ze ‘uitreesen’ (erase). Na schooltijd gaan de jongens konijnen ‘hunten’ en ‘catchen’ in het bosch.
Moeder belooft de kinderen te komen halen na schooltijd met de car; dan gaan zij eerst ‘shoppen’! De maid blijft thuis om het eten te verzorgen. Mama is eerst wezen ‘permanenten’ bij den kapper; toen moest zij tanken (benzine ‘innemen’). Mary krijgt ‘candy’ (chocolade of ander snoepgoed); Johnnie krijgt een portie ‘icecream’. Billie moet zijn broek (omdat hij bij het voetbalspel in de modder is gerold) laten ‘cleanen’ en ‘pressen’!!! Vader is nog op kantoor en Moeder zal hem even ‘oproepen’ (call up), om hem te vertellen, dat de familie vóór het eten nog even naar de movies of pictures gaat.
Tante bleef zitten lezen in de ‘yard’. (Hier moeten wij opmerken dat de Amerikaan, in het Zuiden tenminste, ‘yard’ zegt, als hij ons Hollandsche ‘tuin’ bedoelt. Zegt hij echter ‘garden’, dan bedoelt hij een ‘vegetable garden’, oftewel moestuin.)
Daddy kwam dien dag thuis, erg vermoeid, na 400 mijlen ‘gedreven’ te hebben!! (to drive). En zoo kunnen wij doorgaan met al dien onzin.
Zoover wat de gesproken taal betreft. In de geschreven taal gaat het iets beter, alhoewel daar ook ‘and’ i.p.v. ‘en’, ‘the’ voor ‘de’, ‘for’ i.p.v. ‘voor’, enz. wordt gevonden. Het is een moeilijk geval. Hoe hierin verbetering te brengen?
* * *
Ons lid zond ons een geschriftje van de hand van Dr. Merckes, die ruim 20 jaar geleden leeraar was aan het Geref. Gymnasium aan de Keizersgracht te Amsterdam, waar ook ons lid een alumnus van is. Het geschriftje is gedateerd Januari 1912 en het draagt de kenspreuk ‘Ceterum censeo linguam nostram puram esse tenendam colendamque! (Cato Noster). Het richt zich zoo goed als uitsluitend tegen gallicismen en anglicismen; de behoefte aan verweer tegen germanismen deed zich toen blijkbaar niet zoo sterk gevoelen als thans.