[Nummer 7]
Wat is dat?
Wij gaan weer eens wat oude woorden voor den dag halen die wel nog bestaan maar aan 't verdwijnen zijn terwijl men toch moet zeggen: 't Is jammer dat ze weg gaan. Van de meeste zou men de juiste beteekenis niet eens meer kennen en vragen: Wat is dat? En van vele zal althans de afkomst onbekend zijn.
Daar hebben we b.v. het woord amper. Het wordt weinig meer gebruikt maar men zal nog wel weten dat het gebezigd wordt in de beteekenis van ‘ter nauwer nood’, ‘nauwelijks’. Maar eigenlijk is dat fout; het woord is een vernederlandsching van het Maleische ‘ampir’ en dat beteekent ‘bijna’, dus niet: nog net wèl, maar: nog net niet. Zoo is ook het woord ‘sinjo’ met verkeerden zin uit het Maleisch overgenomen; wij gebruiken het (in kleineerenden zin) voor ‘Indo-Europeaan’ maar in het Maleisch heeft het niets kleineerends en beteekent het ‘jongeheer’ (het zoontje van den Europeeschen toeàn is, voor de Inlandsche bedienden, de ‘sinjo’ en vermoedelijk is dat woord weer een verbastering van het Portugeesche ‘senhor’, misschien via het Nederlandsche ‘sinjoor’).
Wij hebben trouwens nog meer woorden in onze taal waarvan menigeen niet weet dat ze uit het Maleisch zijn overgenomen, b.v. het woord ‘baar’ voor ‘nieuweling’; dat is afkomstig van het Maleische ‘orang baharoe’ (uitgesproken: baroe) = nieuw mensch. Wij hebben zelfs Maleische woorden naar Zuid-Afrika overgebracht; de ‘sjambok’ van de Boeren is niets anders dan de ‘tjamboek’ (zweep) van de Maleiers.
Maar om nu naar onze Nederlandsche grijsaards terug te keeren: Kent men nog het woord baarsch? Neen, niet ‘barsch’ maar ‘baarsch’, al komen die twee misschien allebei van ‘bar’. Het heeft de beteekenis van ‘onnoozel, dom, onhandig’ (Van Dale noemt het nog) en is wellicht verwant met het ‘baar’ in ‘baar geld’, ‘bare (baarlijke) onzin’, enz. welk ‘baar’ ‘bloot’ beteekent.
Iedereen kent het woord baloorig, maar weet men dat er oorspronkelijk een h in heeft gestaan en dus balhoorig = slecht hoorend beteekende? Van Dale geeft het nog in dien zin (nl. als verdoofd door geraas) maar met de bijvoeging ‘verouderd’ en in het Vlaamsch heeft men het woord ‘baloorde’ dat wel uit het Fransch zal zijn vertaald, doch niet met de beteekenis van ‘balourd’ (lomp) doch met die van het Fransche ‘abasourdi’ (beteuterd) èn ‘assourdi’ (verdoofd).
Zoo staat het ook met kalefateren. Iedereen weet wat het beteekent, maar als men zou denken dat dit vooral bij onze zeevaarders zoo bekende woord oorspronkelijk Nederlandsch is, dan zou men het mis hebben. Het komt uit het.... Turksch! Daar beteekent ‘qalfât’ een geteerde stop en dat is weer afgeleid uit het Arabische ‘qilfa’ (id.) en ‘qalafá’ = een schip breeuwen!
Nu komen we weer tot haast vergeten woorden waarvan we ‘baarsch’ reeds noemden. Kent iemand nog het woord dauwelen (en ‘dauwelaar’, ‘dauwelachtig’ enz.)? Het beteekent ‘boemelen’ en ook ‘vadsig zijn’ en is waarschijnlijk een frequentatief van ‘duwen’ of ‘douwen’. En dan zijn er verscheidene samenstellingen met ‘lab’ aan 't verdwijnen: labben (= kletsen), labbei (kletskous), labbekak (kletser, kwaadspreker, maar ook: lafaard) en labber-