Jaarverslag van de secretaresse.
De werkzaamheid van het Bestuur is in het afgeloopen vereenigingsjaar voor een overgroot deel in beslag genomen door de voorbereidende maatregelen, welke vele beslommeringen hebben medegebracht.
De vergadering, waarin tot oprichting van het Genootschap werd besloten, werd gehouden op 16 Mei 1931. Op 27 Juni d.o.v. werd de eerste algemeene ledenvergadering gehouden; in deze vergadering werden de Statuten en het Huishoudelijk Reglement vastgesteld en een Bestuur gekozen. De onderhandelingen met de Hoogleeraren, die waren aangezocht zitting te nemen in den Raad van Deskundigen, kregen hun beslag einde November 1931. Op 11 December werd de Koninklijke goedkeuring op de Statuten verkregen. Het werd Maart 1932 alvorens, na herhaalde gedachtenwisseling met den Raad van Deskundigen, het eerste nummer van het orgaan kon verschijnen.
De belangstelling, die het eerste nummer wekte, was groot; van verschillende zijden kreeg het Genootschap aanmoediging. De belangrijke gift van onzen donateur was voor ons een aansporing op den ingeslagen weg met kracht voort te gaan; ook van de pers werd veel medewerking ondervonden.
Het denkbeeld, aan het Genootschap een aantal Hoogleeraren in de Nederlandsche taal te verbinden, is gebleken een gelukkige greep te zijn geweest: het Genootschap heeft daardoor een gezag verkregen, dat op geen andere wijze ware te bereiken geweest.
Te betreuren valt de ontstemming, die de oprichting van ons Genootschap aanvankelijk bij het A.N.V. heeft gewekt; blijkbaar was men daar van meening, dat ons bestaan aan de werkzaamheid van dit verbond afbreuk zoude kunnen doen. Gelukkig mag worden vermeld, dat deze aanvankelijke ontstemming mettertijd is verminderd en dat de weg tot vruchtbare samenwerking niet is versperd gebleken.
Het valt niet te ontkennen, dat de ongunstige economische omstandigheden, waaronder ook ons land heeft te lijden, weinig bevorderlijk zijn geweest voor den aanwas van ons ledental; van verschillende zijden moest het Secretariaat vernemen, dat, hoe zeer men het streven van het Genootschap toejuichte en hoe gaarne men ook als lid zoude willen toetreden, de omstandigheden niet toestonden ook maar eenig bedrag voor contributie af te zonderen. Ons archief bevat daarvan treffende staaltjes. Desondanks wordt de propaganda, welke op groote schaal is ingezet, ook verder met kracht ter hand genomen, opdat het doel, dat het Genootschap beoogt, niet vergeten rake en bij het opleven van de welvaart ook het Genootschap daarin moge deelen.
Dankbaar moge hier worden vermeld de steun, die vele hooggeplaatsten in den lande aan het Genootschap hebben verleend, o.m. door het geven van hun naam voor de circulaire, waarin het Genootschap zijn doel onder de aandacht van het publiek heeft gebracht. Van de velen, die op deze wijze hun instemming betuigden met ons streven, moge hier genoemd worden nu wijlen Dr. J.Th. de Visser, van wiens belangstelling het tweede nummer van ons orgaan het bewijs heeft gebracht.
Het aantal leden bij de oprichting van ons Genootschap bedroeg 45; sedert bedankten 2 leden en werden gewonnen 137 nieuwe leden en 1 donateur, zoodat op het oogenblik dat dit verslag wordt uitgebracht, het Genootschap telt 180 leden en 1 donateur.