Boekbespreking
DR. H.H. KNIPPENBERG. Het ‘Wien Neêrlandsch bloed’ en zijn dichter. N.V. ‘Helmond’ te Helmond. 1936. Idem. In den gloed der Oranjezon. Ibidem. 1936.
Ons volk zingt niet gauw en niet goed, ook niet waar het allen gemeenschappelijke gevoelens moet uiten. Dr. K. bewijst het indirect opnieuw met deze beide uitgaven, waarvan het eerste een herdruk is van zijn bekende requisitoir tegen Tollens' Wien Neêrlandsch Bloed, en het tweede een historie van de huwelijken der laatste Oranjes, waarbij ook de litteraire reflex van het gebeuren volop de aandacht krijgt. Vlag en wieg wekken gelijkelijk op tot holle rethoriek of een quasi-simpel woordgestamel, waarbij de een den ander niet aan durft kijken en waarvan alleen de schoolkinderen en de trouwe krantenlezers de dupe worden. De historie rond Boutens' volstrekt niet zoo onverdienstelijke Rijmprent bewijst dat de opgave moeilijk is, en de diepgewortelde Oranjeliefde in alle geledingen van het volk wordt niet betwijfeld; maar ons waarlijk nationale lied is dood, morsdood, sinds den tijd van den Opstand en de Contra-reformatie, waaruit het Wilhelmus en voor de helft warempel ook het Piet Hein stammen. Spreken kunnen we soms, maar in sonnetten, en in de kranten. Wat zit hier toch tusschen? Een ietwat schriele en toegebonden volksaard? Een rationalistische of individualistische inslag? Een calvinistische trek? Of nog iets anders? O randland van Europa, dat dit kleinood tegenover de buren mist!
J. WILS