De Nieuwe Taalgids. Jaargang 88
(1995)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermdDokumentaal 24 (1995),nr.2 In de rubriek Geel en groen staat een bijdrage van J.J. Witkam over Het bedrog van de online publiekscatalogus. W. Hendriks bespreekt in de rubriek Recensie het computerprogramma GIRAF, ‘een computerprogramma voor algemeen systematisch-bibliografisch onderzoek op welk vakgebied dan ook’. Verder zijn er bijdragen in de rubrieken Vakgenootschap, Gepromoveerd, Van de administratie en Pas verschenen. | |
De Gids 158 (1995),nr.8 Dit nummer bevat enkele prozabijdragen en een vijftal artikelen over het werk van de Amerikaanse schrijfster Djuna Barnes. | |
Levende Talen,nr.501 Deze aflevering begint met een artikel van Olav Petri over Spreekvaardigheid oefenen met spreekkaartjes. Carel van der Burg en Arjan Krijgsman lichten ons in over Produktieve compensatiestrategieën en zwakke taalleerders. In De voordelen getoetst gaan Zosja Berdowski en Erik van Schooten na hoe vraag en aanbod van NT2-cursussen voor volwassen anderstaligen zich tot elkaar verhouden. | |
Literatuur 12 (1995),nr.4 Dit nummer wordt geopend door Maurits Verhoeff met de bijdrage Titaantjes van goede wil over Nescio en het unanimisme van Jules Romains. In ‘Wy openen de gordijn van ons bebloet Toneel’ gaat Anna de Haas in op de gruwelen van het achttiendeeeuwse toneel. Het artikel Almacht en onmacht van G.F.H. Raat gaat over het schrijverschap volgens Willem Frederik Hermans. H.M.J. Maier geeft een analyse van Rood Paleis, een Indische roman van F. Bordewijk. | |
Maatstaf 43 (1995),nr.5 In deze aflevering bevinden zich onder meer gedichten en prozabijdragen. Verder bevat het nummer een artikel van Yves T'Sjoen over het werk van de schrijver Joris Vriamont: ‘De overdadigheid dier geneugten’, en een bijdrage van Gert Jan de Vries, getiteld Voor de massa des volks, over Geert van Oorschots exploitatie van Herman Heijermans' Toneelwerken. | |
Madoc 9 (1995),nr.1 In de rubriek A priori vinden we een artikel van Mariken Goris en Wilma Wissink: Een leeseditie van de Gentse Boethius. | |
Mededelingen JCW 18 (1995),nr.1 Dit is een themanummer met artikelen over en naar aanleiding van de Don Quichot van Weyerman, een bewerking van Cervantes' boek. | |
Millennium 9 (1995),nr.1 Het eerste nummer van deze jaargang wordt geopend met een artikel van W. van Anrooij over Een vroege receptiegetuige van het gedicht ‘Van neghen den besten’. Greet Jungman en Annelies van Gijsen beschrijven Het lot van een orakelboek. Een bijdrage tot de reconstructie van het handschrift-Van Hulthem. In de rubriek Recensies worden onder meer de volgende boeken gerecenseerd: R.E.V. Stuip en C. Vellekoop (red.), Oraliteit | |
[pagina 595]
| |
en schriftcultuur (door Irene Spijker), en E. Kingma, De mooiste onder de vrouwen. Een onderzoek naar religieuze idealen in twaalfde-eeuwse commentaren op het Hooglied (door Irene van 't Spijker). | |
Moer 1995,nr.3 In Het geval Bora of Mehmet voorbij vragen Thomas Jager en Joop Wammes zich af waarom het taalleren bij de Turkse brugklasleerling Bora zo slecht gaat. In de rubriek Recensies bespreekt Claudie van Ginneken het boek Taalriedels van J. Deen en C. van Veen. | |
Onze Taal 64 (1995),nr.7/8 Dit dubbelnummer wordt geopend met een artikel van René Appel over Acrohomoniemen. Christine Swankhuisen geeft in De inleiding van een toespraak vijf adviezen voor een pakkende opening. In Van kaartenbak tot Koenen [7]: grammatica gaat de redactie in op werkwoordsvormen en bijvoeglijke naamwoorden. Jan Klerkx analyseert het taalgebruik van de ambtenaar Dorknoper in Het neo-Dorknoperiaans. Marinel Gerritsen en Renée van Bezooijen houden zich bezig met Uitheemse woorden in Nederlandse mond [3]. Margriet de Koning Gans licht ons in over Legertaal. Ton van der Wouden gaat in op Dubbele ontkenningen. Wie wil weten hoe de etymologie van Willem Hietbrink in elkaar zit, moet Valkuilen voor de amateurtaalkundige van F. Jansen lezen. In Het systeem als systematiek vraagt Marcel Lemmens zich af waarom het systematiek is in plaats van systeem. Renson van Tilborg bespreekt vijftig neologismen van Van Kooten en De Bie in Simplisties Woordenboek. | |
South African Journal of Linguistics 13 (1995),nr.1 Het eerste nummer van deze jaargang begint met een artikel van Barbara Bosch over Die Afrikaans van dagbladadvertensies: 'n komplekse linguistiese manipuleerder. De bijdrage van Leon de Stadler gaat over The Indirect Object in Afrikaans. Marina Savini-Beck gaat in op Constraints on affixation in Afrikaans: some preliminary findings. Bij dit tijdschrift verschijnen van tijd tot tijd gelegenheidsuitgaven. In juni 1994 waren dat er vier. De supplementen 19-21 werden in een eerder nummer van dit jaar besproken. Inmiddels is ook supplement 22 verschenen, dat onder redactie staat van E.H. Hubbard en W.A.M. Carstens en zes artikelen bevat over tekstlinguïstiek. Verder kwamen in 1995 de volgende drie supplementen uit: 23 (over de etymologie van dol-os door G.S. Nienaber), 24 (met drie bijdragen over taalpolitiek), en 25 (over woordenboeken met Afrikaans en Duits als taalpaar door R.H. Gouws). | |
Spektator 24 (1995),nr.2 Dit nummer begint met de tekst van een gesprek dat Jaap Goedegebuure en Odile Heynders hadden met J.J.A. Mooij: Over algemene, theoretische en vergelijkende literatuurbeschouwing. Het volgende artikel is van Sonja Kobus en richt zich op een aantal aspecten van de Merlinistische benadering die in de receptie van het tijdschrift onderbelicht zijn gebleven: Voorbij Merlyn en formalisme, een niet ingeslagen weg? Jan-Wouter Zwart gaat in op Zinsstructuur en Woordvolgorde in de Syntaxis van het Nederlands, een voordracht die hij hield bij gelegenheid van de uitreiking van de Dissertatieprijs 1994 van de AVT te Amsterdam op 16 september 1994. In het tweede deel van zijn artikel Waar is het werkwoord? houdt Hans Bennis zich bezig met antisymmetrie. Marc van Oostendorp onderzoekt de Klinkerkwaliteit en rijmstructuur in het Nederlands. | |
Spiegel der Letteren 37 (1995),nr.2/3 In dit dubbelnummer treffen we de volgende artikelen aan: E. Spinoy, Logica en esthetica. Notities bij ‘Het bordeel van Ika Loch’ van Paul van Ostaijen; O. Heynders, ‘Ontroering is een soort van fel verdriet’. Over de literatuuropvatting van Jan Hanlo; J. Koch, Het Polen van de eeuwwisseling in de spiegel van de vertalingen van Multatuli; G.C. Zieleman, ‘Van de schoonheyt’ en zijn dichter. In de rubriek In margine vinden we de volgende bijdragen: ‘Het sceen teen moeste ghestorven sijn’. Klaaglied om Egidius (v.5) (door J. Reynaert); Huygensiana restituta (door N. van der Blom); Het woekerende oeuvre van Jeroen Brouwers (door P. Peeters). | |
[pagina 596]
| |
Tijdschrift voor Taalbeheersing 17 (1995),nr.2 Dit tweede nummer begint met een artikel van M. van Boxtel: Remedie tegen de weerzin van de aangeslagene. Over klantgerichte uitspraken op bezwaar van de Belastingdienst. W. Spooren en M. Mulder vragen zich af Interessante teksten hebben een goede structuur niet nodig - of wel?, terwijl M.D.T. de Jong, L.R. Lenz en I. Zeelen zich de vraag stellen: Kunnen professionele tekstschrijvers voorspellem wat er uit een pretest komt? E. Feteris geeft Een overzicht van 25 jaar onderzoek naar juridische argumentatie. | |
Van Dale Taalbrief 4 (1995),nr.1/2 Dit dubbelnummer begint met een bijdrage van Eric Tiggelaar over het doseren van tekstuele informatie: Overdosis. Het artikel van Ton van der Boon, Los of aaneen?, gaat over het al of niet aaneen schrijven van woorden. M.C. van den Toorn gaat in op Aanspreekvormen. Marian van Leeuwen geeft in Notuleren voor pechvogels tips aan mensen die moeten notuleren. Marieke Keur licht ons in over het gebruik van de afkorting C.q. In Notulistenleed signaleren Rob Doeve en Rik Schutz een oprukkend zinsprobleem.
nr.3 Dit nummer begint met een bijdrage van Rob Doeve, Sollicitatiebrieven, waarin hij tips geeft aan mensen die dergelijke brieven moeten schrijven. Overdrijven, een artikel van Ton van der Boon, gaat over overdrijvingen in het taalgebruik. In Voorkom vage verwijzingen laat Eric Tiggeler zien hoe je verwijswoorden moet gebruiken. Pauline Smabers en Marlies Weyergang behandelen Persoonlijke standaardbrieven. Mark van Bogaert gaat in op Teksten voor visitekaartjes.
nr.4 In Trends zijn net paarden behandelt Jolly Kerkstra metaforen in speeches. Ton van der Boon gaat in op veranderende werkwoordstijden in Tijden veranderen. Het artikel van Françoise Keulen gaat over De briefing. Rob Doeve behandelt Het curriculum vitae. Peter Verhoeven bespreekt Echte afkortingen. Jocob Colenbrander buigt zich over Modieuze samenstelling. Rik Schutz beantwoordt de vraag Hoe kies ik een vaktaalwoordenboek?
nr.5 Silvia Kooij gaat in Reorganisatie in op het reorganisatiebulletin. Ton van der Boon laat zien wat Tandeloze taal is. Eric Tiggeler beantwoordt de vraag Wanneer is dan beter dan als? Arthur van Leeuwen bespreekt Efficiënt schrijven. Peter Verhoeven gaat in op Symbolen. Wat betekent soebatten? vraagt Rob Doeve zich af.
nr.6 M.C. van den Toorn opent dit nummer met een bijdrage over purisme: Vernufteling eet vruchtendril. Hoe taal verandert laat Ton van der Boon zien in Verse taal. Mark van Bogaert behandelt Kleine woordjes in verkoopteksten. Peter Verhoeven gaat in op Letterwoorden. Eric Tiggelaar bespreekt bepaalde samentrekkingen in Past het wel op de gevel?
nr.7/8 Dit dubbelnummer begint met een bijdrage van Irene Visser over rijm en ritme: Blije baby's. Ton van der Boon laat weer zien hoe taal kan veranderen in Doorzichtige woorden. Silvia Kooij legt uit je een personeelsadvertentie kunt opstellen in Vind de juiste kandidaat. Rob Doeve gaat in op de effecten van werkwoordstijden in Het effect van tijd. Hanneke Kunst neemt de Ambtenaren onder vuur om hun ingewikkelde, ouderwetse en saaie taalgebruik. | |
Vestdijkkroniek 87 (1995)Dit nummer is geheel gevuld met een bijdrage van S.A.J. van Faassen: Vestdijk en zijn Duitse vertalingen, 1937-1949. De correspondentie tussen S. Vestdijk, G.K. Schauer en de Rudolf M. Rohrer Verlag. | |
Vooys 13 (1995),nr.3 Philomene Dewaide gaat in op Kellendonks Letter en geest en de mythe van Phaëton. In het derde interview in de serie gesprekken over literaire kritiek voeren Hetty Bouwhuis en Christien Bok een gesprek met de directeur-uitgever van De Arbeiderspers, Ronald Dietz. Jan Nijen Twilhaar |
|