De Nieuwe Taalgids. Jaargang 79
(1986)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 324]
| |
Anton onder de sterrenTini BooijVan de hand van S. Vestdijk verscheen direct na Sint Sebastiaan en Surrogaten voor Murk Tuinstra (Terug tot Ina Damman was al eerder gepubliceerd) de in het vóór-Homerische Griekenland gesitueerde roman Aktaion onder de sterren. Vestdijks suggestie dat het om een historische roman ging was zo sterk, en zijn verwerking van het - weinige - historische materiaal zo perfect, dat niemand zich ooit heeft afgevraagd of Aktaion onder de sterren wel echt een historische roman is. Zowel H.S. Haasse als R. van der Paardt noemt deze roman zonder meer een ‘Griekse roman’. Ze kunnen zich beroepen op de schrijver zelf, die desgevraagd heeft meegedeeld dat in deze roman ‘de oude strijd tusschen de Maan (moeder)religie en de Zon (vader)religie’Ga naar voetnoot1 centraal staat. Volgens J. Pop is Aktaion onder de sterren wel een historische roman, maar niet in negentiende-eeuwse zin. Vestdijk heeft de bewustwording van de mens in het algemeen willen schilderen, zelfs die van de twintigste-eeuwse mens; ‘...uitbeelding van het historische Griekenland uit een bepaalde periode schept voor hem de mogelijkheid om groeiprocessen in het menselijk denken in romanvorm gestalte te geven.’Ga naar voetnoot2 Pop vindt door de ‘gemakkelijk aansprekende symboliek’ Aktaion onder de sterren ‘minder moeilijk toegankelijk’ dan de beide andere Griekse romans.Ga naar voetnoot3 Daarbij komt, dat de roman duidelijke aanwijzingen bevat ‘dat deze voor-Homerische wereld nauw verbonden is met Vestdijks overige werk.’Ga naar voetnoot4 Pop noemt onder andere de bedwelming en verkrachting van Timandra, die aan Trix Cuperus doet denken; en via Ina Damman ligt volgens hem ‘een verbinding met Vestdijks eigen levenservaring voor de hand.’ Wat deze verbinding inhoudt maakt Pop niet duidelijk, en dat is jammer, omdat er volgens mij inderdaad sprake is van een band tussen Aktaion onder de sterren en de andere romans van Vestdijk. J. Pop ziet in de rol van Cheiron een aanwijzing voor een symbolische interpretatie van de roman. ‘Cheirons tovermacht gaat wel ver! Ik zou eigenlijk maar één mens weten met vergelijkbare macht: nl. de auteur ten opzichte van zijn personages.’Ga naar voetnoot5 Maar hoe deze interpretatie zou moeten luiden, houdt hij voor zich. Bedoelt Pop, dat Cheiron als kunstenaar, beeldenschepper, overeenkomt met alle schrijvers, of met maar één schrijver, namelijk Vestdijk? En hoe zou de interpretatie van de hele roman hierbij luiden? Over de historische betrouwbaarheid, de mythologische gegevens en de versmelting daarvan wil ik het nu niet hebben; voor een overzicht daarvan verwijs ik naar de studie van R. van der Paardt.Ga naar voetnoot6 Ik wil in dit artikel alleen proberen | |
[pagina 325]
| |
aan te tonen, dat Aktaion onder de sterren helemaal geen historische roman is, maar een eigentijdse, een autobiografische roman zelfs: de meest autobiografische van heel Vestdijks oeuvre. De brief waarin Vestdijk de historischmythologische achtergronden van de roman belicht, bevat een verwijzing naar de eigenlijke, symbolische interpretatie van deze zogenaamde historische roman. ‘Het “doel” van het boek is de idee of een plaatsvervangster daarvan te vertastbaren, er een “beeld” van te maken, uiteraard niet op de wijze van een reclameplaatje, maar door een benaderend weergeven van concrete gebeurtenissen, situaties of uitlatingen.’Ga naar voetnoot7 Aktaion onder de sterren moet, met andere woorden, opgevat worden als een beeld voor een niet-genoemde idee; de concrete gebeurtenissen verwijzen niet naar zichzelf, maar naar iets anders. De roman is dan niet historisch, maar allegorisch: de situatie die in het boek beschreven wordt, staat voor iets wat er niet staat. De vraag is nu alleen: waarvoor? Welke reële situatie gaat achter het beeld schuil? Het spreekt vanzelf, dat het antwoord niet gevonden kan worden als de concrete gebeurtenissen uit Aktaion onder de sterren worden belicht. Alleen als het verloop van de handeling abstract weergegeven wordt, bestaat de kans dat de allegorische waarde ervan duidelijk wordt. | |
De idee van ‘Aktaion onder de sterren’Aktaion wordt ons, evenals Anton Wachter, beschreven als een gedesintegreerd mens.Ga naar voetnoot8 Hij streeft naar het hogere: hij aanbidt de maangodin Artemis. Maar hij doet het lagere: hij vermaakt zich in de geitestal met deernen, die door zijn min Simaetha worden uitgezocht. Gedesintegreerd als hij is, wil Aktaion zich alleen bewust indentificeren met het hogere. Daarom wil hij de verhouding tot het meisje Timandra geestelijk houden. Zou hij immers ook lichamelijk contact met haar hebben, dan zou hij toegeven dat hij daarnaar verlangt; en zijn lagere verlangens wil hij niet kennen. In het duister bedrijft hij de lichamelijke liefde zonder wroeging, maar de in het volle licht, tijdens het bruiloftsmaal uitgesproken toespelingen op de huwelijksnacht maken hem misselijk. Onbewust verlangt hij wel naar Timandra's lichaam: Cheiron probeert hem daarvan bewust te maken. Hoezeer Aktaion dit verlangen verdringt, blijkt uit zijn reactie op Strepsiades' optreden. Deze rivaal doet precies, wat Aktaion bij zichzelf probeert te onderdrukken: hij verkracht Timandra. Strepsiades laat door zijn daad openlijk aan Aktaion zien, wat deze zelf onbewust verlangt. Geconfronteerd met iemand die hem een spiegel voorhoudt, reageert Aktaion met agressie: het spiegelbeeld moet kapot. Aktaion ziet het kwade alleen in de ander en elimineert hem. Net als bij Anton Wachter wordt de desintegratie van Aktaion gesymboliseerd door de twee vrouwen tussen wie hij in staat: Artemis en Simaetha. Simaetha is niet zomaar het ‘lagere’ in hem; ze is - letterlijk! - een ‘Artemis inversa’. Hoe weinig kans er voor Aktaion bestaat op integratie, blijkt uit de herkomst van zijn religieuze streven. Degene die hem in contact brengt met Artemis, is Simaetha. Ze wijdt hem aan de godin als hij nog klein is, en ze weet de desintegratie in hem te handhaven door van hem te eisen dat hij Timandra niet zal beroeren. | |
[pagina 326]
| |
Maar Timandra is een normaal gezond meisje, dat getrouwd wil zijn en kinderen wil krijgen. Juist dit is de reden waarom Simaetha Aktaion van haar weg wil houden: Timandra belichaamt de integratie. Er is niets waardoor de desintegratie zo bedreigd wordt als door de integratie. Simaetha, die de onderbewuste drijfveren van Aktaion symboliseert, brengt hem liever tot bovenmenselijke strevingen dan tot integratie; het najagen van Artemis zal nergens toe leiden, en vormt een dekmantel voor zijn onbewuste verlangens. Voor een gedesintegreerde bestaan drie verschillende mogelijkheden: hij kan blijven wie hij is, hij kan integreren of hij kan steeds verder desintegreren tot de dood of de krankzinnigheid erop volgt. De dood van Timandra geeft aan, dat de integratie voor Aktaion onbereikbaar is geworden. Als deze weg geblokkeerd is, bestaan er nog maar twee mogelijkheden. Het ligt voor de hand, dat het onbewuste streven van een gedesintegreerde op zelfhandhaving gericht is; zijn lagere driften hebben geen belang bij zelfdestructie. Maar natuurlijk kunnen sommige onbewuste neigingen wel de zelfvernietiging tot gevolg hebben. Dit is bij Aktaion het geval. Zijn onderbewuste, in de persoon van Simaetha, is verantwoordelijk voor zijn uiteindelijke ondergang. Simaetha heeft een werktuig gevonden om de kloof tussen Aktaion en Timandra onoverbrugbaar te maken: Strepsiades. Ze heeft niet voorzien dat Timandra zelfmoord zou plegen, en dat Aktaion nog verder zou desintegreren door zijn evenbeeld te doden. Oftewel: Aktaions onbewuste wil onbewust blijven door de mogelijkheid tot integratie weg te nemen, maar moet hiertoe zó sterk gaan verdringen dat de desintegratie steeds erger wordt. Ze eindigt dan ook in krankzinnigheid of zelfdestructie. Aktaion ziet, op zoek naar een bosnimf om mee te rollebollen, onverwacht een glimp van het ‘hogere’, de godin, die hem in een hert verandert: het beest in hem breekt los en hij wordt gedood.
Wanneer we even afzien van de dood van Timandra, is er een grote overeenkomst tussen de omstandigheden en innerlijke gesteldheid van Aktaion en Anton Wachter. Beide personages zijn in hoge - zelfs in toenemende - mate gedesintegreerd. Beide hebben de kans om te integreren, maar verzuimen deze aan te grijpen. Allebei zien ze wel het slechte in de ander, maar niet in zichzelf. Aktaion en Anton Wachter hebben allebei een almachtige vader, ze vereren een goddelijke gestalte en verliezen een echt meisje daarvoor uit het oog. Net als Anton Wachter is Aktaion een ‘kind tussen vier vrouwen’. Voor Anton zijn deze vier: de moeder, Ina Damman, Marie van den Bogaard en Janke. Voor Aktaion: de moeder, Artemis, Timandra en Simaetha. Dat de rollen van de moeders en die van Janke en Simaetha overeenkomen, is duidelijk. Beide moeders voeden hun zoon op tot een ‘goed’ mens; zowel Janke als Simaetha staat voor de lichamelijke kant van de liefde. Overeenkomst tussen Artemis en Ina Damman ligt ook voor de hand: de waarschuwing van Antons moeder, dat het geloop Ina kan gaan vervelen,Ga naar voetnoot9 heeft een echo in die van de bediende Karion, die zegt: ‘Men mag toch aannemen, dat dit een godin op het laatst gaat vervelen!’Ga naar voetnoot10 Cheiron zegt daarover: ‘Er zijn goden, en ook godinnen, die een overmaat van aanbid- | |
[pagina 327]
| |
ding even onverbiddelijk laken als verwaarlozing van hun eredienst.’Ga naar voetnoot11 Wat Artemis voor Aktaion is, is Ina Damman voor Anton: het ideaalbeeld van de geliefde vrouw. De situatie van Aktaion en Anton zou helemaal vergelijkbaar zijn, als de rol van Timandra overeenkwam met die van Marie van den Bogaard. Maar ik geloof niet, dat dit het geval is. Marie van den Bogaard is weliswaar het meisje waarmee Anton het contact probeert te hebben dat met Ina Damman onmogelijk is, maar er is niets in de houding van Aktaion ten opzichte van Timandra dat te vergelijken is met de manier waarop Anton Marie behandelt. Het lijkt er meer op, dat ook Timandra overeenkomt met Ina Damman. De namen van Ina Damman en Timandra wijzen uit, dat deze twee meisjes op elkaar lijken: ook ‘Timandra’ begint als een anagram van ‘Artemis’ en eindigt op -man. Ik denk dat we in Timandra de echte Ina Damman moeten zien, het reële meisje, dat alleen maar toevallig lijkt op de gestalte van de ideële geliefde, ook Ina Damman geheten. In Aktaions gedachten over Timandra: ‘Toen was het hem of hij haar reeds verloren had’,Ga naar voetnoot12 klinkt heel duidelijk de laatste zin van Terug tot Ina Damman door. Ook dit is een aanwijzing, dat we in Timandra Ina Damman moeten zien. De ouders van Anton en Aktaion hebben veel gemeen, maar er is sprake van een schaalvergroting. Antons moeder, die haar zoon fatsoenlijk wil opvoeden, is een schat van een vrouw vergeleken bij Aktaions moeder, die haar zoon wil dwingen in zijn vader het ideaalbeeld te zien. En Aktaions vader is eenzelfde uitvergroting van vader Wachter; de een tovert koekjes uit een molen, de ander tovert gezondheid voor de zieken, zij het met behulp van Cheiron. Alles wat in de Anton-Wachterromans gewoon is, heeft goddelijke, zelfs kosmische dimensies in Aktaion onder de sterren. Aktaion onder de sterren heeft dezelfde idee als de Anton-Wachterromans. In beide wordt getoond hoe een gedesintegreerde zich probeert te handhaven. Alleen gaat Aktaion een stap verder dan Anton. De oorzaak daarvan is, dat de gebeurtenissen in het ene boek dichterbij gesitueerd zijn dan in het andere. Dit verschil is alleen uiterlijk, niet innerlijk; wat in het ene boek reëel is, is in het andere: beeld. De concrete gebeurtenissen waar Aktaion onder de sterren een beeld geeft, zouden dus heel goed die uit de Anton-Wachterreeks kunnen zijn. | |
CheironBij dit alles is nog niet duidelijk gemaakt, welke rol Cheiron in het boek speelt. In Aktaion onder de sterren wordt Cheiron voorgesteld als ‘leraar’, maar Aktaion spreekt hem ook wel aan als ‘vader’. Een leraar is hij in ieder geval niet; hij leert Aktaion niets en komt daar rond voor uit. Tegen de vaderrol pleit, dat een vader Aktaion zou willen beschermen en hem iets zou willen laten bereiken. Maar Cheiron laat Aktaion op een ogenblik aan zijn lot over, hij weigert hem tot zijn grot toe te laten en spoort hem niet aan, iets te ‘worden’, koning of zo. In Cheirons uiterlijk ligt de verklaring voor een derde mogelijke rol: die van voorbeeld. De combinatie van hoger en lager, die Aktaion innerlijk heeft, bezit Cheiron uiterlijk. Cheiron laat aan de buitenkant zien, hoe Aktaion van binnen is. Doordat hij zich van het hogere en het lagere in zich bewust is, moet Cheiron | |
[pagina 328]
| |
een geïntegreerde zijn. Hij zou dan als taak kunnen hebben, Aktaion tot integratie te brengen. Hiervoor pleit, dat hij Aktaion herhaaldelijk waarschuwt voor zijn te hoge strevingen. En als Aktaion hem te veel gaat bewonderen, zorgt hij er voor dat de leerling de fouten van de meester ziet: hij laat hem weten dat hij bedwelmde vrouwen verkracht. Als Cheiron Aktaions voorbeeld is, ligt het voor de hand dat hij erg onder de indruk is van zijn ondergang, maar toch ten slotte de handen van hem aftrekt. Hij zegt duidelijk genoeg tegen Aktaion, dat het hem niet is gelukt diens ogen te openen voor de eigen verborgen drijfveren. Hij zegt dat hij alles heeft gedaan om Aktaion tot inzicht te brengen, en dat Aktaion te verstokt is geweest om tot inzicht te komen. Cheiron wil naar boven halen wat Aktaion in zijn onbewuste wil blijven verdringen. Alle onbewuste wensen van Aktaion laat Cheiron aan de oppervlakte zien: vrouwen verkrachten, Timandra verstoten, vader doden. Maar Cheiron kan Aktaion niet beïnvloeden, de jongeman is blind voor alle pogingen van de kentaur om hem tot integratie te brengen. Deze lijkt daarin te berusten: hij verjaagt de echte Aktaion en maakt een beeld van hem, dat eeuwig te zien zal zijn. Terwijl hij het beeld voltooit, laat hij Aktaion de dood tegemoet gaan. ‘Het beeld wint het altijd op den langen duur.’Ga naar voetnoot13 Cheiron weet wat Aktaion doet, weet hoe het met hem zal aflopen, maar grijpt niet in. Daaruit trek ik de conclusie dat de rol van Cheiron, die een beeld van Aktaion schept, niet overeenkomt met die van voorbeeld, maar met die van een schrijver die een hoofdpersoon in een roman beschrijft. Een schrijver moet zijn personage observeren; hij kan wel een andere afloop voor hem wensen, maar mag aan de werkelijke gang van zaken niets veranderen. Alleen een slechte schrijver verandert naar believen iets aan de door hem beschreven personen en gebeurtenissen; zo gaat de zanger Musaios bijvoorbeeld te werk. Terecht is Aktaion hier verontwaardigd over: een schrijver mag niet ingrijpen in de gebeurtenissen, alleen maar om zijn verzen mooier te laten klinken. Cheiron vergeet dit verbod slechts éénmaal: als hij probeert Timandra vast te pakken en op zijn rug te zetten, waarmee hij Aktaion wil laten zien dat deze lichamelijk naar haar verlangt. Maar hij ziet bijtijds in dat hij het verloop van de gebeurtenissen niet kan beïnvloeden en stoot haar van zich af.Ga naar voetnoot14 Een schrijver laat de lezers een werkelijkheid zien, die er niet is. Cheiron blijkt van het begin af aan al een ‘schrijver’ te zijn. De bediende Karion ziet hoe Cheiron een offerspijs voor de goden opeet, terwijl deze panspermia gewoon blijft liggen. Iedereen ziet dat Timandra door een adder gebeten wordt, maar ze blijkt daar niets van over te houden. De phoenicische zeeman weet ten slotte ook niet meer, of hij Cheiron nu in de tempel bezig heeft gezien met bedwelmde vrouwen of niet. De zieken van Jolkos genezen door Cheirons suggestieve gaven van hun misschien wel evenzeer ingebeelde ziekten. Cheiron heeft ten slotte met een schrijver gemeen, dat hij van te voren weet hoe alles zal lopen. De scène waarin Timandra door de slang gebeten wordt - wat wel pijnlijk, maar niet fataal is - kan heel goed opgevat worden als een vooruitwijzing naar de latere huwelijksnacht. Aktaion kan eraan zien, dat wat hem onoverkomelijk lijkt, niet meer is dan een incident. | |
[pagina 329]
| |
Net als in Bericht uit het hiernamaalsGa naar voetnoot15 heeft de schrijver geen functie meer als het boek uit is. De dood van de hoofdpersoon (die misschien alleen maar symbolisch is voor zijn overgang tot verhaalfiguur) houdt automatisch ook de ‘dood’ van de schrijver in. Dat wil zeggen: als schrijver van dit boek. Hij kan andere boeken schrijven, en is als schrijver ook al ‘overleden’. Zijn betrokkenheid met dit personage evenwel komt tot een eind. Deze betrokkenheid blijkt onder andere uit de scène met de slang; niet alleen Timandra, ook Cheiron voelt pijn. Ze blijkt ook uit de sterfscène: Cheiron voelt wat Aktaion voelt. In deze scène wordt het bovendien duidelijker dan elders in het boek dat Aktaions belevenissen door Cheiron opgeroepen zijn; dat Aktaion het maaksel van Cheiron is. Wanneer Cheiron Aktaions dood beschrijft, weet Melikertes dat dit ‘één dood voor twee’ is.Ga naar voetnoot16 Hij vraagt zich af wat er nu gaat gebeuren, maar Cheiron weet dit al: als het ene boek af is, kan een schrijver aan een volgend beginnen. Wanneer hij Aktaions - en zijn eigen - einde voelt naderen, bedenkt Cheiron ‘dat hij vroeger reeds iets dergelijks doorgemaakt had en er toch weer van hersteld was.’Ga naar voetnoot17 Maar Cheiron is niet zomaar een schrijver en Aktaion niet zomaar een hoofdpersoon. R. van der Paardt vertelt de niet-klassiek geschoolde lezer, dat Aktaions einde niet uit de mythe van Aktaion stamt, maar uit die van Orion afkomstig is.Ga naar voetnoot18 Maar elders zegt hij, dat Cheiron het sterrenbeeld Sagittarius moet hebben; dat ‘kan zelfs iemand met minieme kennis van de astrologie begrijpen: een met pijl en boog bewapende centaur is immers het “plaatje” van die Boogschutter.’Ga naar voetnoot19 Deze classicus ziet helemaal over het hoofd, dat Sagittarius de door de goden aan de hemel gezette centaur Cheiron is. De tenhemelopneming van Aktaion is niet aan het Orionverhaal ontleend, maar aan Cheirons eigen geschiedenis. ‘Het was alles zo overzichtelijk, alsof het reeds tot stilstand gekomen was, of reeds eerder zo was geschied, in vroege tijden,’Ga naar voetnoot20 denkt Cheiron als hij Aktaions dood voor Melikertes aanschouwelijk probeert te maken. Cheiron is de beschrijver van een hoofdpersoon die hij zelf is. Hij bedenkt het verhaal niet, hij schrijft alleen op wat hij vroeger heeft meegemaakt. Aktaion is hij zelf, in jonger jaren. Daarom weet hij wat er gebeuren gaat, daarom is hij er zo machteloos verdrietig over. Er is geen toevallige overeenkomst tussen Aktaion en Anton Wachter; Cheiron, die Aktaion probeert op te voeden door hem te laten zijn zoals hij is, is een beeld voor de schrijver Vestdijk die de Anton-Wachterromans aan het schrijven is. Hieruit is te verklaren waarom Cheiron de gevoelens van Aktaion voor Timandra deelt, en waarom hij zo vreselijk graag een andere afloop voor hun verhouding wenst. Hij wil wel ingrijpen, maar kan het niet. Hij mag alleen beschrijven wat Aktaion allemaal verkeerd doet, maar kan er niets aan veranderen, hoeveel verdriet hem dat ook doet. Het ligt niet alleen aan Cheiron, dat hij Aktaion moet beschrijven zoals hij | |
[pagina 330]
| |
is. Het ligt ook aan Aktaion. Cheiron beschrijft immers geen uiterlijke gebeurtenissen, maar innerlijke. Uiterlijke omstandigheden kunnen veranderd worden: Aktaion heeft twee zusjes, Anton niet, evenmin als zijn schepper Vestdijk. Aktaions vader overlijdt, evenals die van Anton; maar die van Vestdijk niet. Hier is de overeenkomst tussen Cheiron en Vestdijk zeer groot: beiden laten de vader van hun personage overlijden, omdat de zoon dat onbewust wenst. Maar aan het innerlijk van zijn hoofdpersoon kan Cheiron niets veranderen. Hij kan alleen observeren en vastleggen hoe deze is. Aan gebeurtenissen die uit dit innerlijk, de desintegratie, voortvloeien, kan hij niets wijzigen. Met de keuze van zijn hoofdpersoon hangt het verloop van de handeling samen. Had Cheiron - Vestdijk - een optimistischer verhaal willen schrijven, dan had hij een andere hoofdpersoon moeten kiezen dan Aktaion - Anton -. Het werk van de schrijver is zinloos zonder lezer. In Aktaion onder de sterren vervult Melikertes, de ‘getuige uit het Zuiden’, de rol van ideale lezer. In aanleg is hij een zelfde wezen als Aktaion. Ook hij streeft naar het hogere; ook zijn moeder wil hem vormen naar het goddelijke ideaalbeeld. Deze strevingen stempelen ook hem tot gedesintegreerde. Maar hij verschilt van Aktaion, doordat hij naar Cheiron luistert. Hij hoort van de kentaur hoe Aktaions neigingen tot de dood leiden, en neemt zich voor een andere weg te kiezen. Hij ziet af van het streven naar goddelijkheid en besluit, zichzelf te nemen zoals hij is: hij wordt sandalenmaker. In iets wat hij kan, zal hij misschien ooit uit kunnen blinken. Evenzo moet de lezer van de Anton-Wachterreeks tot een hoger inzicht omtrent zichzelf komen. Aan het verhaalde kan hij zien hoe het niet moet; welke handelingen tot de ondergang leiden. Dat geeft hem de kans, deze fouten te vermijden. Degenen die beweerd hebben dat Vestdijk een ‘moralist’ is, lijken dus gelijk te hebben. Hij heeft een bedoeling met zijn schrijven, en wel: door de lezer te waarschuwen voor de consequenties van de desintegratie, kan hij hem daarvoor behoeden. Voorwaarde is natuurlijk wel, dat de lezer openstaat voor deze waarschuwing. | |
ConclusieAktaion onder de sterren is een boek met zeker drie verhaallagen. De bovenste is die van de klassieke mythe: het verhaal van de koningszoon Aktaion die in en door zijn streven naar het hogere ten onder gaat. De middelste is de ideeënlaag. De idee van deze roman is: wanneer een gedesintegreerde de weg naar de integratie niet kan vinden, wordt de desintegratie zijn ondergang. De diepste laag, de meest verhulde, waar de schrijver Vestdijk zich het meest blootgeeft, bevat het verslag van de schepping van de Anton-Wachterromans, in ieder geval de eerste drie daarvan. De twintigste-eeuwse realiteit is hier vermomd als een vroeg-klassieke mythe. Dat klinkt erg ongewoon, maar is het niet. Er zijn immers wel meer psychische realiteiten die zichtbaar worden gemaakt door een klassieke vergelijking; het Oedipuscomplex bijvoorbeeld. Ongewoon is dan wel de manier waarop Vestdijk de mythe gebruikt om zijn persoonlijke psychische realiteit weer te geven. Geen collectieve, maar een individuele geschiedenis krijgt hier mythologische betekenis; daarmee wil de schrijver misschien aangeven, dat het individuele algemene geldigheid bezit. De derde laag heeft overigens wel een eigen sub-idee. Schrijven is zich blootgeven. Schrijven is zich opofferen. Vestdijk schrijft over Cheiron, die Aktaions | |
[pagina 331]
| |
lichaam ten onder laat gaan maar zijn geest vereeuwigt: ‘Hiermee offert hij niet alleen Aktaion op (..), doch ook zichzelf, want het is zijn eigen ziel, die hij opoffert.’Ga naar voetnoot21 Maar als niemand begrijpt dat de schrijver zich opoffert, heeft het offer geen zin. Weliswaar vindt Vestdijk: ‘Het boek moet óók verstaanbaar zijn, wanneer de idée niet geheel definiëerbaar blijkt te zijn, of wanneer bijgeval een andere, verwante idee zich op de voorgrond schuift en sommige lezers beter voldoet,’ maar het lijkt me dat hij niet zonder bitterheid is als hij over Cheiron - en dus over zichzelf - schrijft: ‘Het doel van het boek is een beeld te geven van wat in een primitieve samenleving de uitzonderingsmensch uitrichten kan, en waarom hij met al zijn genialiteit en wijsheid te gronde gaat aan de middelmatigheid der lieden, die hem niet begrijpen.’Ga naar voetnoot22 |
|