Volkskunde IX, No. 1-2. Maurits de Meyer herdenkt Alfons de Cock (1850-1950) en gaat zijn buitenlandse relaties na. - J. Gessler schrijft over Gehangenen door een mirakel gered. - L.C. Michels publiceert Een oud straatlied. - W. Duym bespreekt De betrekking tussen het Vlaams sprookje en het repertorium van het Vlaams poppenspel op het gebied van de stijl. - R.C. Hekker beschrijft Het Hooiberggebied met illustraties. - Marc Moonen handelt over Driekoningen 1949 in de Trunhoutse Kempen, Tj. W.R. de Haan over Maria Lichtmis in Friesland, J. Gessler Zoorholt en andere bespottingsmiddelen. - J.R.W. Sinninghe behandelt het geloof aan De wisseldaalder. - J. van Bergen eert Willems en Snellaert wegens hun verdienste bij de uitgave van Oude Vlaamsche Liederen. Verder bevat deze aflevering Kleine Mededelingen en Boekbesprekingen.
Podium. Juni. Paul Rodenko stelde een uitvoerige Poëziekroniek samen.
Ontmoeting IV No. 9. Dit nummer, samengesteld door K. Heerema is geheel gewijd aan de nagedachtenis van Hein de Bruin.
No. 10 (Aug.). C. Rijmsdorp geeft een beschouwing over De essayist Rispens, naar aanleiding van zijn bundel De geest over de wateren.
Tydskrif vir wetenskap en kuns. April. S.P.E. Boshoff beoordeelt Kloeke's boek over de wording van het Afrikaans. - L.C. van Oordt publiceert Afrikaans-Hollandse brieven van veldkornetten uit 1798-1802, voor de taalvormen van belang. - P.J. Nienaber publiceert een studie over Die geskiedenis van die Afrikaanse bybelvertaling.
Ons Eie Boek XVI, nommer 2. Naar aanleiding van een Afrikaanse verzameling Spreekwoorde, gezegdes en ander uitdrukkinge, door A.S.V. Barnes, en de Dictionary of Clichés van E. Partridge stelt M. de Villiers de vraag of het mogelijk is, onderscheid te maken tussen Goeie en slegte clichés. - Na een overzicht van Afrikaanse kinderboeke en een beknopte bespreking van een groot aantal dichtbundels en prozaverhalen bespreekt J. Greshoff in de rubriek Nederland de levensherinneringen van Henriëtte Roland Holst (Het vuur brandde voort) en Hendrik de Vries als kritikus naar aanleiding van de bundel Vers tegen vers. - André Demedts geeft een beknopt overzicht van De hedendaagse Vlaamse roman, sedert 1945, met een keuze van een twintigtal uit een veel grotere voorraad.
Studia Catholica. Sept. Een zeldzaam, in 1657 te Amsterdam, bij Christoffel Luijcken verschenen boekje gaf K. Meeuwesse aanleiding tot een studie: Een teruggevonden werkje van Petrus Serarius, een piëtistische bewerking van Hugo's Pia desideria.
It Beaken. Sept. Chr. Stapelkamp (Frisiaca) gaat met tal van voorbeelden na hoe bij het Nederlandse en Friese wachten (wachtsje) de oorspronkelijke genitiefbepaling plaats gemaakt heeft voor de bepaling met naar (nei), in tegenwoordig Nederlands op.
Beiträge zur Geschichte der deutschen Sprache und Literatur LXXII, Heft 1-2. Horst Renicke levert een uitvoerige studie over Die Theorie der Aspekte und Aktionsarten. Hij betoogt dat aspekt, aktionsart en tempus een ‘trias’ vormen en komt tot de konklusie: ‘was die subjektiven Verhältnisse anbelangt, so steht der Aspekt dem Tempus näher als der Aktionsart, im Bezug auf die objektiven Verhältnisse steht die Aktionsart dem Tempus näher als dem Aspekt’. - Johannes Erben levert een bijdrage Syntaktische Untersuchungen zu einer Grundlegung der Geschichte der indefiniten Pronomina im Deutschen, op grond van onderzoekingen in het Oudhoogduits.
C.d.V.