gebruikt, ze werd toen de ‘actiefste medewerkster’ van Taal en Tongval genoemd. Nu kunnen we alleen nog maar herhalen wat toen gezegd werd. Jo Daan verslaat iedereen: ze is in de éénenvijftig jaar dat Taal en Tongval bestaat, de actiefste medewerker geweest. Er is geen jaargang geweest, misschien zelfs geen nummer of er stond iets van Jo Daan in; minstens een bladvulling. De waardering voor haar betrokkenheid bij het tijdschrift is al eerder tot uitdrukking gebracht in het speciale nummer van Taal en Tongval, bij gelegenheid van haar pensionering.
Met deze nieuwe huldebundel bij haar negentigste verjaardag willen wij onze waardering en bewondering tot uitdrukking brengen voor de wetenschappelijke inhoud van haar werk. Daarom is aan de auteurs gevraagd een relatie te leggen met aspecten van Jo Daan's werk, bijvoorbeeld wanneer haar creativiteit en visie de auteur inspireerden, hetzij doordat hij of zij Jo's werk voortzet of met haar in discussie gaat.
Renée van Bezooijen biedt Jo Daan een rondje dialect, waarin ze in aansluiting op Jo Daans brede belangstelling, een aantal oude maar vooral ook enkele nieuwe onderzoeksperspectieven de revue laat passeren.
De titel van het artikel van Cor van Bree, ‘Taalbewustzijn, taalverandering en regionale taalvariatie’, geeft precies uitdrukking aan die aspecten van taalonderzoek die steeds de warme belangstelling hebben gehad van de jarige.
Leonie Cornips signaleert inherente normen binnen groepen spreeksters te Utrecht, waarmee ze een begrip hanteert en uitwerkt dat Jo Daan ruim tien jaar geleden onder de aandacht bracht.
Dennis Preston en zijn medewerkers presenteren hun bijdrage als een hommage aan Jo Daan, in het bijzonder vanwege haar belangstelling voor de wijze waarop lokale groepen zich als groep gedragen door zich aan te passen aan nieuwe normen of door die juist af te wijzen.
Ton Goeman brengt in zijn bijdrage in herinnering dat Jo Daan de eerste in Nederland geweest is die de achtergrondkenmerken van de informanten van het ‘Dialectenbureau’ heeft verantwoord en geanalyseerd. Sommige van die kenmerken zoals ze recentelijk bij jongere generaties informanten zijn vastgesteld, spelen een rol bij het gebruik van de zachte /g/ en bij t-deletie.