Taal en Tongval. Jaargang 42
(1990)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een diminutief pronomen: əməkəs
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
twijfelachtig. Functioneel bekeken, heeft de vorm əməkəs een bredere syntactische waarde dan de basis əm: əməkəs kan zowel als (gebonden) subject, als object en als absolute (en geïsoleerde) vorm gebruikt worden:
De vorm əm daarentegen is een objectsvorm (hoewel hij soms - onjuist?- als subjectsvorm wordt gebruikt).Ga naar voetnoot5
Hiermee hebben we enkel de syntactische functie van əməkəs beschreven, maar nog niet de semantisch-pragmatische functie. In (a) en (c) kan əməkəs vervangen worden door ɔ˕ᵊ ‘hij’ en in (b) door əm ‘hem’, maar de betekenis is dan niet dezelfde. In de eerste plaats heeft əməkəs een spottende waarde (wat typisch is voor diminutiefvormen), waarop zich een expliciet afstandelijke houding kan enten (dit wordt bevestigd door de frequente combinatie əməkəs do.ᵊ).Ga naar voetnoot6 In deze spottend-afstandelijke functie kan əməkəs do.ᵊ niet worden vervangen door ‘hij’ of ‘hem’, wel echter door soortnamen (of beter soort-pronomina) afgeleid van eigennamen: jakkə, ʓɛ˕.ᵊnᵊ (< Eugène). Een belangrijk functioneel aspect van əməkəs is dat het gebruikt wordt in een context waarin er contact is tussen spreker, toegesprokene en de besproken derde persoon. Ik ken maar zeer weinig gevallen waar əməkəs (do.ᵊ) wordt gebruikt in afwezigheid van de aangeduide derde persoon (deze kan eventueel niet direct participeren aan het gesprek, maar wel zichtbaar zijn voor spreker en toehoorder). Ik ken geen gevallen waar əməkəs wordt gebruikt wanneer er geen vorm van contact is met de persoon naar wie gerefereerd wordt (naar een afgestorvene of iemand die in het buitenland verblijft, wordt niet verwezen met əməkəs (do.ᵊ)). Samengevat: əməkəs is in het Leuvens een diminutief voornaamwoord | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de derde persoon mannelijk enkelvoud, dat uniek is binnen zijn reeks (dus ook niet geflankeerd wordt door een vrouwelijke vorm), dat een bredere syntactische valentie heeft dan zijn basis, en een specifieke waarde: nl. een spottend-distanciërende verwijzing naar een derde persoon, met wie zowel spreker als toehoorder een vorm van contact hebben. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|