samenwerking onder de verschillende centra. Toen hij in 1957 prof. E. Blancquaert in Gent opvolgde, kwam hij in een milieu waar het dialektonderzoek al een hele traditie had. Als nieuw geluid bracht Willem Pée er de belangstelling voor taal en taaltoestanden in Frans-Vlaanderen, waarbij hij vooral aandacht toonde voor de taalgrensverschuiving binnen dat gebied. De realisering van een oude droom had Willem Pée al mogelijk gemaakt toen hij in 1971 de Gentse universiteit verliet, want met de door het NFWO verleende subsidie kon in Gent in 1972 begonnen worden met het voorbereidend werk voor een modern dialektwoordenboek waarin de woordenschat van de twee Vlaamse provincies met ook Frans-Vlaanderen systematisch zou worden onderzocht. Het publiceren van de eerste delen, respektievelijk in 1979, 1982 en 1985 maakte Willem Pée, die de dialektologische bedrijvigheid van op afstand geïnteresseerd bleef volgen, echt gelukkig.
De veelzijdige belangstelling van Willem Pée blijkt uit de lange, sterk gevarieerde lijst van artikelen van zijn hand. Bij enkele, soms in samenwerking geschreven, wordt vooral gelet op de geografische verspreiding van een ongewoon fonetisch verschijnsel (intervokalische tenuisverschuiving, invoeging van de stemloze velaire eksplosief, assimilatieverschijnselen). In andere artikelen verdedigt de combatieve Willem Pée zijn standpunt tegenover diskussiepunten i.v.m. de uitspraak van het Nederlands (uitspraak van de gemouilleerde l in oorspronkelijk Franse woorden, de ə(n)-uitspraak). In die artikelen valt telkens op hoe de auteur een zo ruim mogelijk arsenaal van konkrete feiten gebruikt. Dat geldt ook voor de semasiologische dialektstudies telkens met illustratieve kaarten.
Willem Pée is ook lid geweest van de verschillende officiële spellingcommissies en was ook een zeer aktief lid in commissies belast met het opstellen van de Nederlandse tekst van de grondwet en de vertaling van de voornaamste wetten en besluiten. Als dialektoloog besefte hij hoe noodzakelijk het is dat in Vlaams-België boven de dialekten een algemeen Nederlandse kultuurtaal wordt gebruikt. Daarom ijverde hij ook buiten de universitaire wereld met volle overtuiging en inzet, als voorzitter van de V(ereniging) B(eschaafde) O(mgangstaal) (1951-1976), voor een verantwoord korrekt taalgebruik in Vlaams-België.
Als taalkundige met ook duidelijke literaire belangstelling verzorgde hij, met medewerking van Dr. A. Van Elslander, de uitgave van het Verzameld Werk van zijn vriend H. Teirlinck. Veel aantekeningen hebben er betrekking op woorden uit de Zuidoostvlaamse dialektsfeer.