Bilhamers
Een bil- of scherphamer is een gereedschap waarmee de maalstenen van de korenmolen van groeven voorzien worden, anders gezegd, gescherpt worden. Zo'n bilhamer heeft de vorm van een houweel, is alleen wat kleiner, heeft een kortere steel en in plaats van puntige, twee beitelvormige uiteinden. Omdat mijn dissertatie zal handelen over de benamingen van een aantal onderdelen van de molen zelf, hoort het begrip ‘bilhamer’ er niet in thuis. Vandaar deze afzonderlijke publikatie, die ik graag opdraag aan Jo Daan, aan wier scherpe oordeel ik steeds veel te danken heb gehad, wat misschien in zeker opzicht ook uit dit stukje blijken mag.
De twee kaarten die het vergezellen, zijn gebaseerd op uiteenlopend materiaal. De eerste die voor 95% berust op gegevens van na 1960, is samengesteld met behulp van de antwoorden op de de bilhamer betreffende vraag uit de Amsterdamse lijst 42A en de Nijmeegse lijst O. De andere kaart geeft een beeld van de verbreiding van de benamingen vóór 1900, waarbij verschil is gemaakt tussen die van vóór en na 1600. De gegevens hiervoor zijn afkomstig uit gepubliceerde en niet-gepubliceerde bronnen. Het zou te veel plaats vergen ze te vermelden; dat gebeurt bovendien al in mijn dissertatie. Ik volsta nu met een volledige lijst van al het voor kaart 2 gebruikte materiaal, naar woordtype en ouderdom gerangschikt. Voor de plaatsaanduiding heb ik gebruik gemaakt van de kodering in het bekende Systematisch en alfabetisch register van plaatsnamen, enz.
Als ik nu met de ‘oude’ kaart mag beginnen, dan wijs ik er eerst op dat vóór 1900 blijkbaar maar twee termen in gebruik waren: billen en scherphamers, in de bronnen praktisch altijd in deze meervoudsvorm genoteerd, wat verklaarbaar is gezien het feit dat de molenaar altijd over een hele serie scherphamers beschikte: ze worden nl. bij gebruik erg snel bot. Geografisch gezien valt op dat scherphamers (de cirkel) nagenoeg beperkt blijft tot de beide provincies Vlaanderen, terwijl het overige deel van ons taalgebied alleen billen blijkt te kennen. In de Oost-Betuwe ligt de enige plaats waar bilhamers voorkomt. Gegevens voor het noorden ontbreken, maar het lijkt me niet vermetel om te veronderstellen dat ook daar de benaming billen gebruikt werd. Dat kan te geruster omdat uit de moderne Duitse dialektwoordenboeken blijkt