Dr. Ha.C.M. Ghijsen 75 jaar
Op 22 november l.l. is Dr. Ha.C.M. Ghijsen 75 jaar geworden. Wanneer zij op die dag op haar leven heeft teruggekeken, dan zal zij dat met gevoelens van dankbaarheid hebben gedaan - minder met gevoelens van trots, aangezien dit woord in het woordenboek van haar persoonlijkheid ontbreekt. Zij kan er verzekerd van zijn dat zij op tweeërlei gebied werk heeft verricht dat haar zal overleven. Het ene betreft de studie van de schrijfsters Wolff en Deken. Na het proefschrift over Betje Wolffs jeugd en huwelijksjaren, waarop zij in 1919 te Leiden promoveerde, en enkele Gids-artikels over beide schrijfsters heeft zij met haar in 1954 verschenen ‘Dapper vrouwenleven; karakter- en levensbeeld van Betje Wolff en Aagje Deken’ haar onderzoek over deze achttiende-eeuwse vrouwenfiguren op voorbeeldige wijze afgesloten met een boek dat moeilijk te overtreffen zal zijn. Maar wanneer aan Dr. Ghijsen in ‘Taal en Tongval’ hulde wordt gebracht, dan denken we toch allermeest aan het tweede gebied van haar werkzaamheid, de dialectologie. Ongeveer tien jaar na haar promotie is zij secretaresse geworden van de destijds in het leven geroepen Zeeuwse vereniging voor Dialectonderzoek. Al vóór die tijd had Van Ginneken haar gevraagd, voor zijn reeks ‘De Nederlandsche dialecten in den loop der eeuwen’ het deel te schrijven over het Zeeuws van de oudste tijden tot heden, maar zoals men weet is van deze serie alleen het eerste deel verschenen. Het lag daardoor voor de hand dat men haar vroeg, de organisatie van het onderzoek op zich te nemen en de bouwstoffen voor een Zeeuws woordenboek bijeen te brengen. Sindsdien verschenen met regelmatige tussenpozen de door haar opgestelde vragenlijsten, die Dr. Ghijsen in staat stelden tot de opbouw van dit woordenboek.
Wie een woordenboek schrijft moet een meer dan normaal uithoudingsvermogen bezitten en bestand zijn tegen teleurstellingen en tegenslagen. Dr. Ghijsen heeft blijk gegeven deze eigenschappen in ruime mate te bezitten en dank zij deze kon in 1959 het eerste deel van het ‘Woordenboek der Zeeuwse dialecten’ van de pers komen. Het tweede en het derde zullen met spoed volgen, belooft ons het pros-