Sythoff's prentenboek. De boekenkast(1855)–Anoniem Sythoff's prentenboek. De boekenkast– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Aan een jongen vriend. Beste jongen, kom eens hier! 'k Wacht al meer dan drie kwartier, Tot je moe' zoudt zijn van 't stoeijen Met Kardoes, dat ruige dier, - Maar wat weet je van vermoeijen? Beste jongen: kom eens hier. Kijk, ik had een boek met prentjens, En daar schreef ik rijmpjens bij, - Niet voor schrale, bleeke ventjens - Maar voor jongens zoo als jij. Wild en dapper, vrij en blij'. Jongens met gezonde konen, Hollandsch met hun hart en ziel, Jongens, die hun afkomst toonen Tot in 't dragen van hun kiel. Heb je 't boek eens ingekeken... Beste vrind, je merkt het al: Nergens dorre zedepreken: Van geleerdheid - niemendal, Noch van drooge wetenschappen. 't Zijn maar versjens, losse grappen, Hier en daar een ernstig woord, Korte rijmen - en - zoo - voort. 't Wekke een glimlach onder 't lezen; Jongen, op je vriendlijk wezen; Met geen rimpels op 't gezigt, Heb ook ik dit werk verrigt. Nu genoeg - niet waar, mijn jongen, Nu weêr rollen op den grond; Met Kardoes, den ruigen hond, Ongedwongen, rond gesprongen; 't Houdt je spieren vlug en kloek. Eerst een maatshand, ferme jongen, 'k Heb dat voor mijn loon bedongen.... Vrind, daar ligt je prentenboek. Vorige Volgende