's Werelds lotery(ca. 1820)–Anoniem Werelds lotery, 's– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 1] [p. 1] 's Werelds lotery. Wys: Van de Moode. 1. Nieten, Nieten niet als Nieten, Weest Verstandig Kundig Wys, Moet het u toch wel Verdrieten, Krygt gy Nieten en geen Prys, Wilt 't Geluk zig tot u keeren, Dan is onze Spel nooit Mis, Maar wat helpt al 't prakiceeren, Als het ons niet gunstig is. 2. Kan men ook Mirakels leeren, Is men Wys als SALOMO! Als de Schyven ons mankeeren, Is men GEK in Folio; Wildt 't Fortuyn u wel bejegenen, Weest zo Dom dan als een Schaap, Het zal doch Dukaaten Regenen, Op u neder in den Slaap. 3. Ja de Wereld doet my schynen, Een Lotery in zekere zin, En de Groote en de Klyne, Speelen al hun Lot daar in, Ieder wil wat hoger klimmen, Speeld in Huur of wel in Koop, En zet dan op Hersenschimmen En op losse schroeven Hoop. [pagina 2] [p. 2] 4. Heeft men dan een Prys getrokken, Uit deez' Werelds Lotery, Men teld eerst de groote brokken, Het kleine schuift men wat op zy, Dat valt toch maar door de ving'ren, 't Groote houd men beter vast, Het kleine laat men ook niet sling'ren, Maar sluit het in zyn Kist of Kast. 5. Trekt men eens een lieve Tanten, Men denkt men heeft de hoogste prys, De Collecteur wint daar door klanten, Hy steld op zyn Negotie wys; Zyn Uithangbord ziet men dan praalen, Met Nummers van het grootste zoort, By Levie kan men Pryzen haalen, Zo schoon men immer heeft gehoord. 6. Ja! by dat Joodje moet gy wezen, Hy woond daar gunter in de buurt, Zyn Naam staat aan de Deur te lezen; Hy is 't waar men Koopt of Huurt, Een Prys daar kunt gy op vertrouwen, Doch in deez' Werelds Lotery, Is 't ydel waar men op gaat bouwen, 't Is anders niet dan zotterny. Vorige