Surinaamsche Staatkundige Almanach voor den Jaare 1795

[p. 1]

Over het staats-bestuur der colonien van den staat in de West-Indien.

[p. 3]

Over het staats-bestuur der colonien van den staat in de West-Indien.

Hct Octrooy der Westindische Compagnie geëindigt zynde, zoo wierd by haar Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden den toenmaaligen Toestand der Westindische Zaaken in serieuse overweeging genomen, ten einde de nieuwe Directie onder de Souverainiteit van haar Hoog Mog. tydig mogte worden geëtablisseert en de Dedommagementen der Participanten by de overneeming der Eigendommen gefixeert, zynde op den 28 September 1791, op het Rapport door de Heeren van Welderen en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaaken van de Westindische Compagnie, (als by haar Hoog Mog. Resolutie commissoriaal van den 13 derzelver Maand verzogt, om ten spoedigsten te concipieeren en ter Vergadering over te leggen de ordres en Instructien, volgens welke het Hoofdbestuur in 's Hage, en de Departementen daar aan ondergeschikt by het einde van het Octroy de beheering der Colonien dadelyk zullen aanvaarden) ter Vergadering gebragt, geproponeert dat het Hoofdbestuur, zoo veel mogelyk is, zoude behooren permanent te zyn, en gefixeerd werden in den Haag, en dat het zelve zoude bestaan uit elf Persoonen, door de Heeren Staaten van de respective Provintien aan hun Hoog Mog. voor te draagen. Dat het zelve Hoofdbestuur zoude moeten worden geadsisteert door eenen Secretaris, en dat wyders

[p. 4]

daar by nodig zullen zyn een Ontfanger, die te gelyk Commis ter Secretarye zoude kunnen zyn, een Opper- en Onder-Boekhouder en zes Clercquen, waar van de jongste, als Kamer-Bewaarder, zoude kunnen fungeeren.

Dat in alle de Steeden daar Kamers waren, dezelve zoude behooren te continueeren, als zoo veele Departementen ondergeschikt aan het generaal bestuur, onder den titul van Commissarissen van den Westindischen Handel, en teffens het getal dier Commissarissen te laaten ter beschikking der Provintien, daar dezelve resideeren.

Dat zy Heeren Gedeputeerden echter van gedagten waren, dat aan hoogstgemelde Heeren Staaten in aanmerking zoude behooren gegeeven te worden, om de te dier tyd fungeerende Bewindhebberen in de onderscheidene Departementen vryheid te laaten; des goedvindende, te continueeren, als Commissarissen. Doch omme by dezelver overlyden, of anderzints verlaaten van hunne functien, het getal te fixeeren, in Amsterdam op neegen, in Zeeland en by de Maaze op zes, by het Noorder-Quartier op vier, en Stad en Landen op twee, met die bepaaling- dat de in functie blyvende Commissarissen, als meede die, welke by de Heeren Staaten van de Provintie, alwaar dezelve gevestigd zyn, in het vervolg aangesteld zullen worden, hunne Residentie moeten houden ter plaatze van de werkzaamheid van hun Departement, of ten minsten in één der Koopsteeden van de Provintie, daar het Departement gezeeten is.

Dat, naar het oordeel van hun Heeren Gedeputeerden, aan die Departementen zouden moeren toegevoegd worden, te weeten in Amsterdam.

Een Commis ter Secretarye, die de Vergadering als Minister bediend, en teffens Cassier zoude kunnen zyn.

[p. 5]

Een Commis ter Equipagie, teffens Boekhouder van het Departement.

Twee Commisen van de Koopmanschappen.

Twee Clercquen, waar van de jongste als Kamerbewaarder fungeert.

In Zeeland en by de Maaze even als in Amsterdam, met uitzondering, dat aldaar niet meerder, dan een Commis van de Koopmanschappen nodig is.

By het Noorder-Quartier, een Boekhouder, die teffens Cassier is, en twee Clercquen.

By Stad en Lande, één Boekhouder en één Clercq, die tegelyk de Cassier is.

Dat zy Heeren Gedeputeerden hier door echter niet bedoelden, den Raad nog Commissarissen te verhinderen, eenige alteratie te maaken in de combinatie dier onderscheidene functien, en zoodanige mindere Bediendens te employeeren, als dezelve zullen bevinden nodig te hebben; maar dat zy alleenlyk hebben opgemerkt, dat by de Kameren der Westindische Compagnie de Posten van boekhouder en Cassier veel tyds door eenen en den zelfden Persoon word waargenomen, het welk, naar hun oordeel, gevoeglyker is gesepareert te houden.

Dat zy Heeren Gedeputeerden de Leden en Amptenaaren, zoo van het Hoofdbestuur als van de Departementen, hebbende voorgedraagen, vermeenden te moeten overgaan tot derzelver werkzaamheid.

Dat die van den Raad zich zal uitstrekken over alles, wat het generaal Bestuur der Colonien, de Correspondentie met dezelve, als meede den Handel en Navigatie op dezelve reguardeert; al het

[p. 6]

welk gevoeglyk zoude kunnen worden verdeeld in de volgende objecten.

Finantie.

Commercie en Navigatie.

Defensie.

En zorg voor den Godsdienst.

Justitie en Politie in de Colonien.

Terwyl, omtrent de respective Departementen, zoo zyn dezelven noodzaakelyk, om de connexie en dagelyksche omgang met de Commercie in de Koopsteden, daar Westindische Handel is, te conserveeren, en dat zy dienvolgens zouden blyven ontfangen de gewoone Last- en Recognitiegelden, en de directie hebben, overal, wat particulier tot den Handel in die Plaatzen relatie heeft; en dat voorts Commissarissen zullen blyven behouden de expeditien van het nodige voor de Colonien op dezelve Plaatzen, van waar zulkst geschied is, onder het bestuur der Westindische Compagnie, te weeten, dat voor Curaçao in Amsterdam, dat voor Essequebo en Demerary in Zeeland, voor St. Eustatius by de Maaze, en voor de Kust van Afrika, by tourbeurten.

Dat zy Heeren Gedeputeerden, in agting neemende, dat alles gesubordineert behoord te zyn aan het Hoofdbestuur, gevoeglyk geoordeeld hadden, zich in de schifting van de details dier werkzaamheden niet in te laaten, maar alles te vervatten in eene Concept Instructie, dewelke zy aan haar Hoog Mog. deliberatien hadden gesubmitteerd, waarinne zy de hoofdtrekken van voorige Rapporten van 21 Maart en 23 July hebben geobserveert, en voorts zoodanige Articulen hebben gevoegt, als zy vermeenden uit den aart de zaaken te proflueeren. Dat onder anderen hen als zoodanig is toegescheenen dat de Raad, zoo veel mogelyk is, zal moeten e[...].

[p. 7]

ployeeren de Amptenaaren der Westindische Compagnie, wordende het echter aan haar overgelaaten de beoordeeling, in welke Posen dezelve, het zy aan het Hoofdbestuur, of by de Departmenen, van het meeste nut zouden zyn, dat wyders zy Heeren Gedeputeerden, van gedagten zyn, dat zoo wanneer eenige van die Amptenaaren of Bediendens der Westindische Compagnie, door de opkoomende veranderingen buiten employ mogten vallen, ofte in haare inkomsten verkort, aan dezelven behoord vry en overgelaaten te worden, om zich aan haar Hoog Mog. te addresseeren, ter bekooming van een sortabel Pensioen uit de Kassa der nieuwe Directie.

Dat zy Heeren Gedeputeerdens gaarne alsnu zouden laaten volgen eene nette en specifique opgaave van dat geene, het welk de aanvaarding van het Bestuur der Colonien zoude dienen vooraf te gaan; te weeten de liquidatie met de Participanten, en overneeming der schulden van de Westindische Compagnie, ten einde vervolgens met eenigen grond te kunnen opmaaken een Tableau van de Financien, dewelke by de nieuwe Directie zouden worden aanvaard, en hoe veel het jaarlyksch benoodigde van dezelve zal bedraagen.

Dan dat zy, by derzelver voorige Rapporten, telkens hun onvermogen, daar toe aan haar Hoog Mog. hadden te kennen gegeeven, met allegatie van die zelfde reedenen, die alsnog blyven exteeren, en dewelke zy derhalven niet zullen repeteeren.

Dat zy Heeren Gedeputeerden echter van oordeel waren, dat zoo wanneer haar Hoog Mog., ingevolge haare Propositie, in het [...] van het Rapport van 22 July 1791 gedaan, mogten goedvinden die geenen onder de Participanten welke geneegen mogten zyn hunne aandeelen tegen dertig per cent van het Capitaal af te staan, daar voor, by het expireeren van het Octroy Obligatien af te geeven, ten laste van de Generaliteit, rentende tegens drie ten honderd, de daar

[p. 8]

toe by het zelve Rapport voorgedraagene aanschryving alleenlyk aan de Bewindhebberen van de Kameren Zeeland en op de Maaze zonden behoeven te geschieden; terwyl de Participanten by de Kameren te Amsterdam, in het Noorder-Quartier en Stad en Lande zich ten dien einde reeds aan de benevolentie van haar Hoog Mog. hebbende aanbevoolen, althans voor het meerder gedeelte, het daar voor houden, dat zy by haar Hoog Mog. bekend staan, als daar toe en vollen geneegen, en het effect van die bereidwilligheid reeds met verlangen te gemoet ziende.

Dat zy Heeren Gedeputeerdens zelfs gegronde reedenen vermeenden te hebben om te onderstellen, dat, by aldien ieder Participant in het byzonder, van de Kameren Zeeland en op de Maaze verzekert ware, dat hy slegts blyken behoefde te geeven van deszelfs geneigdheid, om zyn aandeel tot dien prys van dertig per cent in voegen voorsz, af te staan, al zeer spoedig een groot gedeelte van her aandeel dier Departementen meede aan haar Hoog Mogende zoude aangeboden zyn.

Dat zy Heeren Gedeputeerden ondertusschen uit de nadere informatien, welke hun zeederd het gedaan Rapport van voornoemde 22 July waren ter hand gekomen, vermeenden als genoegzaam zeeker, te kunnen opgeeven, dat de somme, welke zoo in Obligatien als in contante Penningen, by het uiteinde van het Octroy[...] zal benodigd zyn, om de loopende schulden van de Compagnie te zuiveren, met de Participanten te liquideeren, derzelver Actien e[...] Credieten over te neemen, en daar door den eigendom van aller haare Bezittingen en Praetensien te acquireeren, zal bedraagen ongeveer zeeven milloenen Guldens.

[p. 9]

Dat de Interessen van dat Capitaal, gereekend tegen drie per cent in het jaer, de eerste post uitmaakt van de benodigdheid der nieuwe directie met

	210000	0	0
Waar omtrent echter aan te merken is, dat onder die Som van zeven Millioenen zyn begreepen alle de Capitaalen ten laste van de Westindische Compagnie (en grooten deels onder de guarantie van haar Hoog Mog.) genego[...]eert, waar van de voorsz. Compagnie altoos Interest is verschuldigd geweest.
Dat verder hier by moeten gevoegd worden de Tracteinenten of Praesentiegelden van de Leden, Secretaris en verdere Amptenaaren, zoo van het Hoofdbestuur, als van de ondergeschikte Departetementen, welke zy Heeren Gedeputeerden meenen te moeten voordraagen in maniere, als volgt:
Voor de elf Leden van den Raad en den Secretaris, ieder voor Huishuur f 800 - 0 - 0 in hed Jaar, mits hun vast verblyf in den Hage houdende.	f 9600	0	0
Voor Praesentiegeld van de elf Raaden en den Secretaris, ieder Sessie uit te deelen f 100 - 0 - 0 het welk over drie ordinaire Sessien 'weeks bedraagd.	15600	0	0
Aan den Secretaris van den Raad, boven de Huishuur en Praesentiegeld, hier boven gemeld, en boven de Emolumenien der Secretary nog een Tractement van	1500	0	0

[p. 10]

Wyders den Ontfanger en Commis te Secretary.	1500	0	0
Den Boekhouder Generaal.	2000	0	0
Den Onder - Boekhouder.	1000	0	0
Zes Clercquen, waar van de jongste Kamerbewaarder- ieder f750 - 0 - 0	4500	0	0
Dat aan de respective Commissarissen in de Departementen, te reekenen naar het getal, waar op zy moeten uitsterven, zoude kunnen gegeeven worden, aan ieder Lid een douceur van f 200 0 0 jaarlyks, en derhalven aan Amsterdam voor negen Leden.	1800	0	0
Aan Zeeland voor Zes.	1200	0	0
Aan de Maaze voor zes.	1200	0	0
Aan het Noorder - Quartier voor vier.	800	0	0
Aan Stad en Lande voor twee.	400		0
Dat wyders de Bedienden by de voorsz. Departementen zouden kunnen geschikt worden als volgt:
By Amsterdam.
Voor een Cassier en Commis ter Secretary.	1500	0	0
Voor den Commis ter Equipage en Boekhouder.	2000	0	0
Voor de Commisen der Koopmanschappen, ten laste van de Directie.	Nihil.
Voor twee Clercquen, waar van de jongste de functie van Kamerbewaarder waarneemde f750 - 0 - 0	1500	0	0
By het Departement in Zeeland.
Voor den Cassier en Commmis ter Secretary.	1000	0	0
Voor den Boekhouder en Commis ter Equipage.	1400	0	0
Voor twee Clercque f 650-o-o en f 400-0-0	1050	0	0
By de Mazze.
Voor den Cassier ea Commis ter Secretary.	850	0	0

[p. 11]

Voor den Boekhouder en Commis ter Equipage.	1000	0	0
Voor twee Clercquen.	900	0	0
By het Noorder - Quartier.
Voor den Boekhouder.	600	0	0
Voor twee Clercquen.	900	0	0
By Stad en Lande.
Voor den Boekhouder.	600	0	0
Voor een Clercq.	4[...]0	0	0
	groot f 54850	0	0

Dat zy Heeren Gedeputëerden wel wilden erkennen, dat deeze Som voor de kosten der Directie by den eersten opslag verre overtreft het geene tegenwoordig aan Tractementen by alle de Kamers van de Westindische Compagnie word betaald; maar dat daar en tegen ook in confideratie moeten komen de kosten, welke de Westindische Compagnie nog boven dien draagt, en die nu voor het grootste gedeelte afgeschaft zullen worden, als daar zyn de onkosten der Vergadering van Tienen en Besoignes, onnodige Huizingen, Jachten, een groote omslag van Bedienden tot het maaken en schryven van veele overtollige Papieren, en meenigte andere zaaken, welke te zaamen genomen, het montant der onkosten van de oude Directie niet veel lager zullen brengen, dan de nieuwe.

Dat eindelyk belangende het Fonds, waar uit die kosten, als meede al wat tot bestuur, defensie en onderhoud van de Colonien gerequireerd word, zal gevonden worden, zy Heeren Gedeputeerden, gelyk by voorige Rapporten reeds gezegt is, vermeenen, dat al het bovengemelde, als meede de Interessen van de capitaale Schuld door de overneeming van de Compagnie gecontracteerd, moeten gevonden worden uit de Kas van de Directie, bestaande

[p. 12]

uit de Recognitien en Lastgelden hier te Lande, en de Lasten in de Colonien; en dat voor zoo verre die Kas niet sufficient zal zyn (gelyk buiten twyffel in de eerste jaaren deezer Directie gebeuren zal, en gelyk niet minder by de continuatie der Compagnie zoude gebeurd zyn) de Bondgenooten behooren te adopteeren het Plan by het Rapport van 22 July laastleeden voorgedraagen; te weeten, dat de nieuwe Directie eenigzints worde gesubleveerd in de kosten van de Militaire defensie in de Colonien, zoodanig dat de Bondgenooten zich engageerden; om boven de twee honderd [...]an reeds op den Staat van Oorlog loopende, nog vyf à zes honderd Ma[...] T[...]ou[...]es in de Colonien te betaalen, of ten minsten de ordinaire Soldy, zoo veel dezelve hier te Lande kosten, daar van te draangen, het zy dan dat de Staat van Oorlog daar meede wierd geaugmenteert of dat een zeker gedeelte van de Armée van den Staat wierd gedestineert, om malkander in de defensie der Colonien te vervargen, en da[...] wyders, dit gedeelte van de Militaire defensie te Lande tot last van het gemeene Bondgenootschap genomen zynde, het verder Financieel te kort op de directie zoude gefourneert worden door de Provincien in welke Scheepen uit de Colonien binnen vallen, te reekenen naar proportie van het aandeel, dat zy in de Navigatie in de laatste tien of twintig jaaren gehad hebben, welke proportie by merkelyke verandering van omstandigheden, dan ook van tyd tot tyd, zou dienen verandert te worden.

Dat de Concept-Instructie voor den Raad der Colonien in America zoude bestaan in de volgende Poincten als:

Art. i.

De Raad zal bestaan uit elf Persoonen, te weeten:

Een uit de Provincie Gelderland.
V[...]	Holland.
Twee	Zeeland.

[p. 13]

Een uit	Utrecht.
Een	Vriesland.
Een	Overyssel.
Een	Stad en Lande.

Art. 2.

Tot Leden van deezen Raad zullen door haar Hoog Mog. worden aangesteld zoodanige Persoonen, als door de Heeren Staaten van de respective Provincien aan hoogs dezelve werden voorgedraagen, en zy in den haaren de bekwaamte zulten vinden.

3

De tyd, hoe lange de Leden aldus aangesteld zynde, in den Raad sessie zullen hebben, zal afhangen van het goedvinden der Herren Staaten van de respective Provinten, mits echter, daar omtrent onderling zoodanige arrangementen werden gemaakt, dat in een en het zelfde Jaar niet meerder, dan drie of ten hoogsten vier Leden uit het Collegie zullen afgaan.

4.

Zyne Doorlugtige Hoogheid de Heere Prince Erfstadhouder, zal ten alle tyde, des goedvindende, in dit Collegie kunnen compareeren, alsdan in het zelve praesideeren, en eene conludeerende stemme hebben.

5

Aangezien het meerder Finantieel belang, der Provintien Holland en Zeeland by het bestuur der Colonien, zullen der zelver Raadpensionarissen, buiten kosten van de Directie, ten alle tyde sessie kunnen hebben, onder de Gecommitteerden van hunne Provincien, en eene adviseerende stem in het Collegie hebben, gelyk aan de zelve ook acces word verleend tot de Boeken en Papieren, even als aan de andere Leden van den Raad.

[p. 14]

Art. 6.

De ordinaire Vergaderingen van den Raad zullen zyn drie dagen in de Week, namentlyk Woensdag, Donderdag en Vrydag, van des morgens ten neegen uuren, tot zoo lange als de Besoignes zullen vereisschen, en voorts zal de Praesideerende altoos de faculteit hebben den Raad op extraordinaire dagen en uuren te doen vergaderen.

7.

Het Praesidie zal van veertien dagen tot veertien dagen roulleeren onder de presente Leden by Tourbeurten, hoofdelyk naar de ancienniteit van derzelver sessie in den Raad en niet by Provintien.

8.

Door deezen Raad zullen uit den naam en van wegens hun Hoog Mog. alle zaaken die tot het generaal Bestuur der Colonien en van den Handel en Navigatie op en van dezelve behooren, worden verhandeld en gereguleert.

9.

Dienvolgens zal de korrespondentie met de Regeering in de Colonien, door dezelve moeten worden gehouden, en alle ordres uit deezen Raad moeten worden asgevaardigd.

10.

Des zullen ook alle de inkomsten in de Colonien, als meede die hier te Lande uit en van den Handel op de Colonien proflueeren, aan deezen Rand, als in een generaale Kas der Colonien, verantwoord, en daarentegen door haar in de betaalinge der lasten van het Bestuur zoo hier te Lande als in de Colonien en speciaal de Intressen der overgenomene Actien en Crediten van de Westindische Compagnie voorzien, en generalyk op de Finantien nauwkeurig agt gegeeven worden.

11.

Insgelyks zal deeze Raad executeeren en doen executeeren alle

[p. 15]

vastgestelde Ordres en Reglementen op de Commercie en Navigatie in de Limiten van het Octroy der geweezene Westindische Compagnie, en zoo wanneer zy mogte oordeelen, dat daar inne eenige alteratien of ampliatien nodig zyn, zullen zy daar van met byvoeging van haare confideratien aan haar Hoog Mog. kennisse geeven.

Art. 12.

De Raad zal de Departementen en Amptenaaren van behoorlyke Reglementen en Instructien voorzien, ten einde de gemelde Ordres en Regleinenten by alle de onderscheidene Departementen worden geobserveerd en alles by de onderscheidene Departementen op eenen gelyke voet werd behandeld.

Met deeze uitzondering, dat de Ingezeetenen van de Provincie Zeeland worden geconserveert by de faveurs, die by Resolutie van 24 November 1789, door haar Hoog Mog. aan dezelve zyn gegeeven, waar by bepaaldelyk de Scheepen, uit de Provincie na en van Essequebo en Demerary navigeerende, van de betaaling der Lastgelden zyn gelibereert geworden, ten ware daar omtrent met gemeen genoegen van de Bondgenooten, in het vervolg een andere schikking wierd geprefereert.

13.

De Instructie voor de Departementen ART. 11. vermeld, zal teffens moeten inhouden derzelver verpligting, om den Raad by aanhoudendheid te informeeren, van het geen in het Departement en by de Commercie passeerd.

Dat by haar niets vermag verrigt of bepaald worden zonder voorkennis of approbatie van den Raad.

Dat de Ontfangsten rigtig geschieden, en aan het Hoofdbestuur verantwoord en afgegeeven moeten werden.

De menage behoorlyk betragt en zoodanige meerdere ART. als de Raad zal nodig oordeeelen.

[p. 16]

Art. 14.

De Raad zal zich moeten verledigen, om van tyd tot tyd de Departementen te doen visiteeren, op dat zy van de rigtige naarkooming der ordres te beter kunnen oordeelen, en alle connexie tusschen het Hoofdbestuur en de Commercie niet ophouden.

15.

Voor deeze visitatien zullen echter geen vacatien nog daggelden gereekend worden, maar de Leden of Minister, die daar toe verzogt zynde zulks zal waarneemen, zal by den omslag en verdeeling der Praesentiegelden zoo veele dagen werden aangereekend, als hy tot het verrigten dier Commissie absent geweest zal zyn, en zal hen daar en boven door den Raad naar billykheid een modicq dedommagement voor de reiskosten uit de Cassa van de Directie worden toegelegd.

16.

De Raad zal meede zorgen, dat de Colonien voorzien werden en by aanhoudenheid blyven, van al dat geene, het welk ter haarer defensie vereischt word, en dat de expeditie van al het geen, daar toe benodigd is, en generaly van alles, wat tot het formeeren of aanvullen der onderscheidene Magazynen moet worden uitgezonden, blyve geschleden op dezelve Pina[...]zen, van waar zulks geschied is, onder het bestuur van de Westindische Compagnie, te [...], de expeditien van het nodige voor Curaçao by het Departement van Amsterdam, voor Essequebo en Demerary by dat van Zeeland, voor St. Eustatius, by dat van de Maaze, en voor de Kust van Africa, bet zy volgens de gewoone tourbeurten, dan wel op zoodanige andere wyze, als met algemeen genoegen deswegens nader zal kunnen worden gereguleerd en vastgesteld.

17.

De Raad zal zorge draagen, dat de Souverainiteit van haar Hoog

[p. 17]

Mogende over alle de Colonien van den Staat werde gerespecteerd, dat de connexie van het Moederland met de Colonien en de Commercie en Navigatie op en van dezelve werde geconserveerd, en, zoo veel mogelyk, vermeerdert, en dat aan de Colonisten alle Godsdienstige en Burgerlyke vryheid werde verzekerd, met zoodanig aandeel in het huishoudelyk bestuur der Colonien, als derzelver onderscheidenen aart en gesteldheid meedebrengt.

Art. 18.

De Raad moet alle mogelyke menage in de Directie betragten en doen observeeren, alle onnodige Gebouwen en Bediendens en de depence, van Jagten afschaffen.

19.

Zal ook zoo veel mogelyk is, zoo in het Hoofdbestuur, als in de ondergeschikte Departementen employeeren de tegenwoordige Amptenaaren en Bedienden van de Westindische Compagnie.

20.

By vacature van den Minister en andere Bedieningen van consideratie hier te Lande; als meede van de Opperhoofden der onderscheidene Etablissementen, zullen even als zulks by de Westindische Compagnie heeft plaats gehad, door den Raad en Commissarissen respective, de Nominatie van het tripel getal aan zyne Doorlugtige Hoogheid worden voorgesteld, om daar uit de electie te doen.

21.

Het werd aan den Raad Overgelaaten de praeparatie van alle objecten van deliberatie zoodanig in den haare te verdeden als dezelve zal goedvinden, des echter, dat de volkomene determinatie niet dan by den Raad zelve zal mogen opgemaakt worden.

22.

Hun Hoog Mogende reserveeren aan zich deeze Instructie zoodanig

[p. 18]

te amplieeren, of te altereeren, als in tyd en wylen zullen vermeenen te behooren.

Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputcerden van de respective Provincien, het voorsz. gerapporteerde Cop[...]yk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te werden.

De Heeren Gedeputeerden van de Provintie Zeeland hebben hier op ingcbragt haare Remarques en Consideratien, en insteerende daarop dat 'er by het arresteeren van den Eed voor de Leden van den Raad geobserveerd worde de volgende drie Poincten.

1. Het Placaat van hun Hoog Mog. tegens het neemen van verbodene giften en gaven.

2. Het verbod van te participeeren in Leverancien voor de Colonien.

3. Den Eed van Purge.

En hebben daar by gevoegd de volgende Concept Instructie voor de respective Departementen en Eed voor Commissarissen.

Art. 1.

Commissarissen zullen gehouden zyn de voorzieninge te deen, dat de Last- en Recognitiegelden en alle verdere Penningen, dewelke uit eenigen hoofde, hoe genaamd, binnen de Plaatzen hunne Residentie of de Resorten van dien, in gevolge de geëtablisseerde of nog te stellen ordres en het geen aan hen door den Raad der Colonien ter invorderinge zal worden toegezonden, rigtig en naar behooren werde ontvangen.

2.

By de invordering van de Recognitien der te huiskomende Producten en Waaren zullen zy zich reguleeren en de waarde van

[p. 19]

dezelve doen opmaaken, in gevolge het Tarif daar van by den Raad der Colonien telken Jaare te formeeren en aan hen Commissarissen toe te zenden.

Art. 3.

En alzoo de pryzen van dezelve inkomende Goederen, van tyd tot tyd varieeren, zoo zullen zy Commissarissen telkens, wanneer die variatien zoodanig zyn, dat of de inkomsten van den Raad aan de eene, of de Handel van de Republicq aan de andere zyde, door de in het Tarif bepaalde prysen, mogten weezen gepraejudiceert, daar van met by voeging van hunne Consideratien aan den Raad kennisse geeven en derzelver ordres daar op verzoeken.

4.

Ook zullen Commissarissen naauwkeurig agt geeven en doen geeven op de behoorlyke aangifte der uit te zendene en in retour komende Goederen, en ten dien einde, dezelve met de Manifesten, Cargas of Lysten van de Laadingen der Scheepen, zoo naauwkeurig mogelyk confronteeren en doen confronteeren, en de meest geschikte middelen in het werk stellen, dat de by aangifte verzweegene, of verkeerdelyk en te laage opgegeevene Goederen, werde agterhaald en de Contraventeurs desweegens werden gecorrigeert, ten profyte van de Cassa der Directie.

5.

Even gelyk zy Commissarissen aldus voor de rigtige perceptie van de Regten en Geregtigheden van den Raad moeten zorgen, zoo moeten zy ook aan den anderen kant agt geeven, dat de Handel niet werde gedrukt, door de willekeurige belastingen, het zy onder den naam van Leges, Douceurs of anderzints, ten behoeve van de Amptenaars, Bediendens, ofte hoe ook genaamd, en door wien gepraetendeert wordende, maar dat een ieder zich hebbe te reguleeren na de usantien die daar omtrent plaats hebben, en door

[p. 20]

den Raad der Colonien zullen zyn geapprobeert, ten welken einde Commissarissen werden gelast, eene exacte Lyst van dezelve te formeeren en die ter examen en bepaaling aan den Raad toe te zenden.

Art. 6.

Van de Scheepen dewelke inkomen en uitvaaren, zullen Commissarissen Lysten doen formeeren, met denotatie van de Manifesten of andere Lysten van derzelver Laadingen, waar op specificq staat uitgereekend, welke Last- en Recognitiegelden daar uit ten behoeve van den Raad proflueeren, en zy moeten dezelve Lysten aan den Raad toezenden.

7.

Voor het overige zullen Commissarissen het toezigt en beleid hebben over alles, wat byzonder tot den Hande1 in hunne Residentie relatie heeft, mits zich desweegens gedraagende naar de reeds gestelde of nog te stellene Ordres en Reglementen.

8.

Dienvolgens zullen aan hen uit de Colonien gezonden, en by hen ontfangen en het nodige verzogt worden, van alle Manifesten, Wisselbrieven, Cognoscementen, opgaaven van Assurantie en andere dergelyke voorzieningen, dewelke onmiddelyk ter uitvoeringe tot hun departement behooren, zonder dat deswegens nieuwe ordres of bepaalingen vereischt worden.

9.

De Petitien der benodigdheeden in de Colonien by den Raad ingekomen, en de bezorging daar van aan de Departementen gedemandeert zynde, zullen Commissarissen gehouden zyn, wel te letten, dat de verzorging van het zelve, zoo veel mogelyk, geschiede, ten profyte van den Raad.

10.

Ten welken einde Commissarissen de aanbesteeding en inkoop van

[p. 21]

alle de Articulen op dezelve Petitien vermeld, zelve zullen moeten doen, daar aan over en present weezen, en in allen gevalle één uit den haaren ten dien einde committeeren, zonder dat zulks by hen ooit aan eenig Amptenaar of bediende zal mogen worden overgelaaten.

Art. 11.

Van de aldus aanbesteede of ingekogte Goederen, zullen zy behoorlyke aanteekening doen houden, met den naam der Verkoopers. Conditien en wat dies meerder[...], en goede zorge draagen, dat dezelve by de leverantie aan den inhoud dier Conditien voldoen, en vervolgens wel geconditioneert en behoorlyk voorzien, na de Colonien verzonden worden, en daar van specificque Cognossementen geformeert.

12.

Ook zullen Commissarissen zorgen, dat van de aldus verzondene Goederen, de Factuuren na behooren werden opgemaakt, en dezelve aan het Opperhoofd der Colonie toezenden, en van deeze Factuuren, zullen Commissarissen teffens een dubbeld doen vervaardigen en toezenden aan den Raad der Colonien, als meede de eene Lyst van die Goederen, welke ingekogt, dog niet verzonden zynde, alsnog ongeleeverd, dan wel in de Magazynen der Compagnie voor handen zyn.

13.

Commissarissen zullen de Effecten van de Compagnie, dewelke by hun Departement berusten, behoorlyk gade slaan, en in het geen tot onderhoud van dezelve en tot de verdere onkosten in de Departementen moet worden geimpendeert, alle mogelyke menage betragten, en geene buitengewoone uitgaaven doen, dan na alvorens daar toe door den Raad te zyn geauthoriseert, ten ware in gevallen, die volstrekt geen uitstel mogten gedoogen; dog waarvan zy alsdan, met den eersten aan den Raad kennisse zullen geeven, en derzelver approbatie daar op verzoeken.

[p. 22]

Art. 14.

Van alle ontfangsten en uitgaaven, zullen Commissarissen pertinentelyk en specificq gedetailleerde aanteekeninge doen houden, in diervoegen, dat nauwkeurig kan worden nagegaan, wat, en waar voor, by hun Departement is ontfangen, en wat en waar toe, by het zelve is betaald, en hier van zullen zy de Lysten aan den Raad inzenden, ten einde de Boekhouder van den Raad, gemakkelyk zouden kunnen distingueeren, hoedanig ieder Post, zoo van ontfang als uitgaaf op de Boeken van den Raad moet worden overgebragt.

15.

Behalven deeze Lyst, zullen Commissarissen op gezette, en door den Raad te bepaalene termynen, aan denzelven Raad opgeeven het saldo van de Gelden, die by haar voor handen zyn, met eene bygevoegde Lyst der Gelden, op welker ontfangst zy vermeenen te kunnnen staat maaken, en daar tegen van die Penningen dewelke zy vermeenen benodigt te zyn.

Eed voor Commissarissen.

Ik beloove en zweere, dat ik de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gehouw en getrouw zal zyn, dat ik naar myne beste kennis en vermogen, de zaaken en affaires van het Departement van den Westindischen Handel zal waarneemen, agtervolgens de Instructie voor het zelve gearresteert, en alle verdere Ordres en Reglementen van hun Hoog Mogende en van den Raad der Colonien.

Ik verklaare, ter bekoming van deezen Post nooit iets te hebben gegeeven of beloofd, maar voldaan te hebben en ten allen tyde my te zullen gedraagen naar de Resolutie van hun Hoog Mogende, op den 10 December 1715, tegens het geeven, als meede tegens het aanneemen van giften of gaaven gearresteert; dat ik ook direct nog in-

[p. 23]

direct nimmer eenig deel zal neemen in Leverantien of verkoopingen van Vires, Ammunitien ofte eenige Articulen hoe ook genaamd, door ofte van wegens het Departement werdende ingekogt; dat ik de zaaken, dewelke geheim gehouden moeten worden, behoorlyk zal secreteeren, en dezelve aan niemand openbaaren, en my voorts in allen opzigte gedraagen, als een getrouw en opregt Commissaris schuldig en verpligt is te doen.

Welke Remarques en Confideratien meede by hun Hoog Mog. zyn geapprobeerd.