door onze Voorvaderen naar Odin of Wodan, een Noordsche Held, Wodansdag nu Woensdag geheeten.
Venus was waarschynlyk de Benoth der Kaldeeuwen, eene Godheid die met schandelyke plechtigheeden werdt aangebeeden, (Zie 2 Kon. XVII 30.) deeze Eerdienst ging van de Kaldeeuwen tot de Phoeniciers, van deeze naar 't Eiland Cyprus en Citherea, en eindelyk naar Griekenland over, alwaar men de B. van haar naam in V. verzachtte, men hield haar voor zeer schoon, beteekenende Vener, zulks ook in de Celtische Spraake; ook is het de Planeet, die na haar genoemd is, namentlyk de Avondstar, niet minder. Haar Teeken is een Spiegel met een Handvatzel ♀; een meubel der Vrouwen meest eigen; en den Dag aan haar toegewyd, heet Vrydag naar het vrijen of beminnen.
Mars was de Zoon van Jupiter en Juno, zynde woest van aart, en een meester in 't Oorlog voeren; zyn naam meent men af te stammen van het Latynsche woord Mares, (mannelyke) en zyn Teeken is een Pyl en Schild ♂. De Dingsdag is aan hem gewyd, zynde die naam, zoo wel als zyn teeken, toepasselyk op het dingen, of vechten, met de Wapenen.
Jupiter was een Vorst, op het Eiland Creta gemeenlyk zyn verblyf houdende, en gerechtigheid oeffenende op den Berg Olympus in Thessaliën, op welke hy een Casteel had laaten bouwen, zyn regte naam was Jou (Jong beteekenende) waar by men het Woordje Pater (Vader) voegde, wordende dus Joupater, dog by de Grieken Jous (ZETM) of Joris geheeten. Zyn Teeken ♃ is de eerste Grieksche Letter van zyn Naam, met een doorsneede. Zyn rechtvaardig gedrag deed hem, als opperste der Goden, den Donderaar heeten; zynde de Donderdag naar hem benoemd, en met zyn Teeken bestempeld.
Saturnus was de Zoon van Uranus en de Vader van Jupiter,