Iets over de comeeten.
De Comeet of Staartstar word zoo genaamd om dat zy gewoonlyk een ligte streek als een staart agter zig na sleept, hoe wel men 'er ook heeft, die als gehaird of gebaard zyn, ja ook sommigen die in 't geheel geen zigtbaare staart vertoonen, zoodanige zyn die geweest van den jaare 1585 en 1682.
Men noemd gewoonlyk het lighaam der Comeet DE KERN en de staart HET HAIR. - De Comeet schynd niet door eigen ligt, maar ontfangt het zelve van de Zon, even als de Dwaal-Sterren, dus zyn ze voor ons ook niet zichtbaar, dan wanneer het gedeelte van haare oppervlakte, 't welk door de Zon bescheenen word, na by genoeg komt, om uit de Aarde gezien te kunnen worden, zy moeten uit een zeer vaste en duurzame Stoffe bestaan, om de groote Hitte en Koude te kunnen verduuren, die zy moeten ondergaan.
De Staart, die altyd van de Zon afgekeerd staat, gelooft men in 't algemeen eigentlyk een DAMP te zyn die door de hitte der Zon, uit het lichaam der Comeet gedreeven word; want men heeft opgemerkt, dat de staart in groote toe of afneemt, naar mate de Comeet nader by de Zon komt of verder van dezelve verwydert is, evenwel is die damp zo dun, dat men 'er de vaste Sterren door heen kan zien.
Men steld vast dat zy in zeer lange Elliptische ronden om de Zon loopen, en in het eene gedeelte derzelve zeer na aan de Zon koomen, terwyl zy in het teegen overgestelde deel zig byster verre van dezelve verwyderen, in eevenreedigheid hunne loop verhaastende, naar mate zy de Zon nader koomen.
Die van den Jaare 1680 En 1681. was boven al aanmerkelyk, men rekerd dat dezelve in haar Perihelium of naaste punt aan de Zon dezelve 65 maal nader kwam als de middel astand van Mer-