stande dat - behoudens de hierna te vermelden uitzondering - geen lagere rente dan 6% p.j. in rekening zal worden gebracht zonder goedkeuring van de Commissie van Toezicht.
Voor credieten aan centrale coöperatieve verenigingen geldt een rentevoet van 5%; aan primaire coöperaties en kleine volkscredietinstellingen van 6% p.j. Deze instellingen zijn ¼% per semester verschuldigd over het maximum van het hun geopende crediet, met dien verstande dat het aldus verschuldigde bedrag verminderd wordt met 1% per semester over het werkelijk opgenomen bedrag.
Een rentevoet van 6% wordt, ongeacht het bedrag der leningen, in rekening gebracht voor:
a. alle door het Gouvernement van Suriname gegarandeerde leningen;
b. leningen die volledig gedekt zijn door aan de bank gecedeerde en deswege bij de betrokken instellingen (c.q. bij de SVCB zelve) geblokkeerde beleggingen.
De leenrente wordt berekend over het saldo der schuld. Betaling van rente geschiedt achteraf; er vindt dus generlei verrekening van rente met de leensom plaats.
Voor vergoeding van rente op Opgenomen Gelden is het navolgende renteschema vastgesteld:
girogelden |
1.2% p.j. |
spaargelden |
2.4% p.j. |
deposito's met een opzeggingstermijn van 1 jaar |
3% p.j. |
deposito's met een opzeggingstermijn van 3 jaar |
3.5% p.j. |