op te komen voor oefening of dienst bij brand, geeft hij zoo mogelijk vóór de oefening en anders zoo kort mogelijk daarna en zoo kort mogelijk na den brand, van de reden der verhindering kennis aan den Opperbrandmeester. Verhindering wegens ziekte moet worden gestaafd door eene verklaring van Chirurgijn-Majoor der Schutterij, in welke verklaring moet worden vermeld, voor hoelang de betrokkene moet worden vrijgesteld. Deze verklaring wordt kosteloos afgegeven.
Vrijstelling van dienst wegens ziekte mag telkens voor niet langer dan drie maanden worden verleend.
3. (Artikel 6 brandweerverordening).
Het personeel bij de brandweer is verplicht te zorgen, dat zijne juiste woonplaats steeds bekend is bij den opperbrandmeeeter.
Bij verhuizing wordt binnen drie dagen daarna de nieuwe woonplaats aan den Opperbrandmeester opgegeven.
4. (Artikel 7 brandweerverordening).
Personeel van de Brandweer, dat tijdelijk buiten Paramaribo vertoeft, wordt voor den duur der afwezigheid vrijgesteld van de oefening en het opkomen bjj brand.
Van het voornemen om zich buiten Paramaribo te begeven, moet vóór het vertrek kennis worden gegeven aan den Opperbrandmeester, met vermelding van den vermoedelijken duur der afwezigheid.
Van verlenging van het verblijf buiten Paramaribo moet eveneens tijdig aan den Opperbrandmeester worden kennis gegeven.
5. (Artikel 10 brandweerverordening).
Een ieder, die brand ontdekt, is verplicht daarvan zoo spoedig mogelijk kennis te geven of te doen geven aan den naastbijzijnden politiepost of aan het centraal telefoonkantoor.
Indien brandschellen in de nabijheid zijn moet hiervan gebruik gemaakt worden om de Brandweer te alameeren.
6. (Artikel 14 brandweerverordening).
Ter zake van vlugheid bij de bediening van de brandbluschmiddelen bij brand of van verrichte daden van persoonlijken moed bij brand, kunnen door den Gouverneur premiën worden toegekend.
7. (Artikel 15 brandweerverordening).
Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt