De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1917
(1917)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||
Eenige aanteekeningen betreffende Suriname.Ligging, Grenzen en geschiedenis.Suriname of Nederlandsch Guyana ligt op de Noord-Oostkust van Zuid Amerika, tusschen 2° en 6° N.B. en 54° en 58° W.L. van Greenwich. Het is de eenige Nederlandsche bezitting op het vasteland van Amerika en het middelste der drie Guyana's. Het grenst ten Noorden aan den Atlantischen Oceaan; ten Oosten scheidt de Marowijne het van Fransch Guyana, ten Zuiden wordt het door het Toemoek Hoemak- en het Acarai gebergte gescheiden van Brazilie en ten Westen door de Corantijn van Demerara of Engelsch Guyana. De Marowijne ontspringt uit het Toemoek Hoemak gebergte op ongeveer 2o NB en 54o 10 W.L. en stroomt van het Zuiden naar het Noorden. Tot op ongeveer 3°19' NB en 54°5' W.L.v. Gr. draagt zij den naam van Marowijnekreek. Op dat punt vereenigt zij zich met de westelijker ontsprongen Itanie tot de Lawa, die op 4°23'' NB en 54.27' WL. zich met de uit het Z.W. komende Tapanahonie vereenigt, verder noordwaarts stroomt onder den naam van de Marowijne en zich op ongeveer 5°53' N.B. en 54° W.L. bij Galibi in zee stort. De Corantijn ontspringt vermoedelijk op het Acarai-gebergte, ongeveer 1°49 min. NB en 58°. Onder den naam van Nieuwe Rivier (New River) stroomt zij in ongeveer NN.O. richting. Op ongeveer 3°24' NB en 57°21 min. vereenigt zij zich met de uit ZZ.W. richting komende Koerini, onder den naam van Corantijn en vloeit verder eerst in NNW. en vervolgens in NNO. richting tot zij zich op ongeveer 5°54' NB en 57°6' WL. in zee stort.
Vermoedelijk werd Suriname ontdekt in 1494 door Alonzo Ojedo en Juan de la Costa, onderbevelhebbers van Amerigo Vespucci. In dien tijd hebben Spaansche avonturiers er gezocht naar het Rijk van El Dorado. In 1593 werd het Rijk Guyana door Domingo de Vera plechtig in bezit genomen voor den koning van Spanje. De eerste vaste nederzetting van Europeanen in Suriname had plaats in 1630 door een 60-tal Engelschen. Kort daarop beproefden ook Hollanders onder David Pieterse de Vries (1634) en Franschen onder De Noailly (1640) zich hier te vestigen, echter zonder resultaat. Bij giftbrief van 2 Juli 1662 schonk Karel II, koning van Engeland, de kolonie aan Lord Willoughby, graaf van | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||
Parham, die daarvan sinds 1650 bezit had genomen. Gedurende den Tweeden Engelschen oorlog werd Suriname door de Zeeuwen onder de kapiteins Abraham Krijnssen, Julius Lichtenberg en Maurits de Rama veroverd, welke verovering bij den Vrede van Breda (31 Juli 1667) bevestigd werd. Van 1667 bleef de kolonie in het rustig bezit der Hollanders tot 1799, toen zij door de Engelschen vermeesterd werd. Dezen stonden haar bij den Vrede van Amiens (1802) weer af aan de Bataafsche Republiek. Maar in 1804 maakten zij zich weer van haar meester. Slechts 12 jaren bleef Suriname toen in het bezit der Engelschen. Bij den Vrede van Parijs (20 Nov. 1815) werd het toegewezen aan het Koninkrijk Holland en had in Februari van het volgende jaar (1816) de overgave plaats. Sindsdien tot heden is Suriname een Hollandsche kolonie gebleven. | |||||||||||||||||||||||||
Grootte, bodemgesteldheid, enz.Suriname beslaat een oppervlakte van ± 150,000 KM2 (15.000.000 H.A.). Het land kan in twee deelen verdeeld worden. 1o. de ongeveer 50 KM. breede, laaggelegen en vruchtbare strook, die met uitzondering van ± 25000 H.A. bebouwd land, geheel bedekt is met dichte bosschen, waarin hooge schelp- en zandgronden afwisselen met ondiepe, maar uitgestrekte moerassen. 2o. het daarachter gelegen binnenland, dat naar het Zuiden oploopt en bijna geheel bedekt is met hooggelegen bosschen, die in de noordelijke strook hier en daar afgewisseld worden door savannas, d.z. zandvlakten van verweerd graniet en diabaas. Deze savannas, die geleidelijk in uitgestrektheid afnemen, zijn geenszins uitgestrekte, groote eentonige vlakten. Door hunne uit graniet en gneiss bestaande heuvels en hunne talrijke oasen bieden ze op vele plaatsen een landschap vol afwisseling aan. Al op ± 100 K.M. van de kust begint men heuvels aan te treffen en het land stijgt voortdurend tot het in het brongebied dor hoofdrivieren ontzagelijke hoogten (tot 1300 M.) bereikt (Wilhelmina-, Emma-, van Asch van Wijck-, Nassau-, Lely-, Kayser-, Eilerts de Haan-ketens, Oranje- Toemoek Hoemak- en Accaraï gebergten). De hoofdrivieren der kolonie, waarin watervallen en stroomversnellingen voorkomen, vloeien van het Zuiden naar het Noorden. Zij zijn, van het Oosten naar het Westen: dede | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||
grensrivier, de Marowijne, de Suriname, de Saramacca, de Coppename en de Westelijke grensrivier, de Corantijn. De belangrijkste kleinere rivieren zijn de Commewijne, die zich oostelijk met de Suriname vereenigt, na de Tempati en de Cottica opgenomen te hebben. Verder de Surnau, linker-, en de Para, rechterzijrivier van de Suriname; de Tibïtie en de Coesewijne, linkerzijrivieren van de Coppename; de Nickerie, die na de Maratakka opgenomen te hebben, zich in de Corantijn stort. Behalve in de Commewijne en de Cottica vindt men in al deze rivieren hoofdzakelijk, in den bovenloop, eilanden (tabbetjes) en watervallen. De rivieren zijn in de kuststreek onderling verbonden door kleine rivieren, kreeken, zoodat het mogelijk is in den regentijd, binnendoor, van de Corantijn naar de Marowijne te reizen. Als regel wordt echter de voorkeur aan de zeereis gegeven, daar deze korter is, terwijl buitendien de vaart op de verbindingskreeken vaak door omgevallen boomen wordt belemmerd. De hoofdrivieren zijn, zoover de invloed van het getij nog merkbaar is, d.i. over ettelijke K.M., door diepgaande zeeschepen bevaarbaar. | |||||||||||||||||||||||||
Klimaat.Het klimaat van Suriname is vochtig en warm. Men onderscheidt vier seizoenen, nl. de kleine en de groote regentijd, de kleine en de groote droge tijd (zie pag. 13), die elkaar afwisselen in de volgorde van droog en nat. Regelmaat in de afwisseling is er echter weinig te bespeuren. Er zijn natte en droge jaren, d.w.z. jaren waarin de regen, dan wel de droogte overheerscht. De temperatuur varieert tusschen 70,5° en 91° Fahr. (gemiddeld 79°). In den drogen tijd zijn de nachten zeer koel. De regenval bedraagt 2000 à 3000 mM per jaar. De wind is meestal N.O. en de windkracht wisselt slechts tusschen 4.1 en 3.5 Beaufort. De sterfte is er zeer gunstig. Voor de Br. Indische bevolking bedraagt zij gemiddeld minder dan 2 pCt., voor de Nederl. Ind. minder dan 1 pCt. van hun gemiddeld aantal; (het verschil bij deze beide categoriên is te wijden aan de slechte voeding van den uiterst zuinigen Br. Indiër), Van de inlandsche bevolking bedraagt de gemiddelde sterfte ongeveer 2 pCt., waarop van invloed is het werken in de bosschen. | |||||||||||||||||||||||||
Bevolking.De bevolking van Suriname is zeer schraal. In totaal | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||
bedraagt zij rond l01.000Ga naar voetnoot(1) zielen, of gemiddeld ongeveer 67.3 per K.M.2 Zij is sterk gemengd en bestaat uit een klein aantal Europeanen en verder uit de Creolen - dat zijn de afstammelingen van de sinds de eerste kolonisatiên hier gevestigde Israelieten en de afstammelingen van de Europeanen en Israelieten in vereeniging met negers en Indianen - en dan nog Br. Indiërs (22000), Nederl. Indiërs (8600), negers, indianen en boschnegers. De laatsten zijn de afstammelingen van vóór de vrijverklaring in het bosch gevluchte slaven. De bontgeschakeerde bevolking belijdt verschillende godsdiensten, voor welker beoefening volledige vrijheid gewaarborgd is. De protestanten vormen de groote meerderheid. De landstaal is het Hollandsch. Daarenboven wordt echter door de inlandsche bevolking, vooral de lagere volksklasse, een rhapsodie van verschillende talen gebezigd, het Neger-Engelsch of taki-taki geheeten. | |||||||||||||||||||||||||
Bestuur.De kolonie wordt namens den Koning bestuurd door een Gouverneur, bij wien de Uitvoerende Macht berust. Den Gouverneur is een adviseerend lichaam, de Raad van Bestuur, terzijde gesteld. Deze Raad bestaat uit een ondervoorzitter en drie leden, benevens een willekeur aantal buitengewone leden, allen door den Koning benoemd. De Gouverneur is voorzitter en de Gouvernements-Secretaris secretaris van den Raad. De onder-voozitter, die bij ontsteltenis van den Gouverneur dezen vervangt, wordt door den Koning aangewezen. De adviezen van den Raad zijn niet bindend voor den Gouverneur. De Wetgevende Macht deelt den Gouverneur met een door de bevolking, uit kracht van een belastingkiesrecht, gekozen lichaam, de Koloniale Staten, bestaande uit 13 leden, uit wier midden de Gouverneur den voorzitter en den onder-voorzitter aan wijst voor elk zittingsjaar. De Koloniale Staten hebben budgerecht, recht van initiatief en van interpellatie. De leden der Kol. Staten worden voor 6 jaar gekozen. Alle verordeningen moeten door hen goedgekeurd worden. De bestuurstaak is verdeeld over verschillende departe- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||
menten. De Gouvernements-Secretarie is het speciale bureau van den Gouverneur, waar alle voorstellen van de andere departementen passeeren en de besluiten van den Gouverneur worden gereed gemaakt. Onder dat departement, aan welks hoofd de Gouvernements Secretaris staat, ressorteeren ook Eeredienst en Burgerlijke Stand. Het Parket van den Procureur-Generaal heeft de zorg voor Justitie en Politie. Immigratie en Kolonisatie zijn toevertrouwd aan den Agent Generaal, hoofd van het Immigratie-Departement. Een Inspecteur voor het Onderwijs leidt de onderwijszaken, terwijl de Geneeskundige dienst door een Geneeskundig Inspecteur wordt behartigd. De zorg voor openbare werken, wegenonderhoud, verkeer te water en te land zijn toevertrouwd aan den Directeur van, (het Dept. van) Openbare Werken en Verkeer. Het Brandwezen is onder de hoede gesteld van de militaire bezetting, wier Commandant, de Opperbrandmeester, Chef van het Brandwezen is. Een Departement van den Landbouw met een Directeur van den Landbouw aan het hoofd, behartigt de belangen van den Landbouw. Het beheer van geldmiddelen en domeinen is opgedragen aan een Administrateur van Financiën, Beheerder der Domeinen. De kolonie wordt beschermd door een militaire bezetting, met een kapitein der Infanterie aan het hoofd, bijgestaan door een Schutterij, gecommandeerd door een majoor. De kolonie wordt verdeeld in een hoofdstad (Paramaribo) en 12 districten, nl. Nickerie, Coronie, Boven en Beneden Saramacca, Bov. en Ben. Para, Bov. en Ben. Suriname, Bov. en Ben. Commewijne, Cottica en Marowijne. (Zie pag. 71 vlgg.) Terwijl de hoofdstad geen afzonderlijk bestuur bezit, maar de zaken daarvan door den Gouverneur geregeld worden, is het beheer der 12 districten toevertrouwd aan 8 Districts-Commissarissen, die onder den Gouverneur staan. De uitgaven en inkomsten der kolonie waren als volgt in de laatste 5 jaren:
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||
Bestaansbronnen.De oudste bron van bestaan der kolonie is de landbouw, waarvan de eerste vorm was de groote landbouw, op de plantages van 500-1000 akkers (215 tot 429 H.A.) en grooter, uitgeoefend. Eerst in de zeventiger jaren der vorige eeuw - na de opheffing van het 10-jarig Staatstoezicht (1863-1873) op de 1 Juli 1863 vrijgemaakte slaven - werd de kleine landbouw, uitgeoefend op perceelen van 1-20 H.A. oppervlakte, geboren De tegenwoordige hoofdcultures zijn die van suiker, koffie, cacao, en rubber. De bacovencultuuur voor export, naar het voorbeeld van Jamaica, duurde slechts enkele jaren (van 1906 - 1913). De rubbercultuur is nog in den ontwikkelingstijd; uitvoer van dit produkt op beteekenende schaal, heeft nog niet plaats. De aanplant van mais en rijst is in de laatste jaren met kracht ter hand genomen. Terwijl maïs al een belangrijk uitvoerartikel is geworden, is de rijstoogst, hoewel in belangrijkheid toenemende, (in 1916 3000.000 kg. gepelde rijst) nog niet toereikend voor de lokale consumptie. Ook sinaasappelen werden uitgevoerd (in 1914 23422 in 1915 85025 stuks) doch de oorlog deed de uitvoer hiervan stilstaan. Verder worden in Suriname, voornamelijk voor lokaal verbruik, verbouwd: bananen, aardvruchten (o.m. cassave - Manihot Utilissima - voor stijfselbereiding.) Nevens den landbouw, die niet sterk ontwikkeld is en slechts 25000 H.A. beslaat, terwijl nog ettelijke malen die oppervlakte aan vruchtbaar land beschikbaar is, wordt ook de veeteelt op de kuststrook uitgeoefend. Van veel beteekenis is dit bedrijf echter niet. In hoofdzaak bepaalt het zich tot runder-, varkens-, geiten- en pluimveeteelt. De veehouderijen kunnen juist voorzien in de behoefte aan melk, die tegen hoogen prijs afzet vindt. Voor de slacht moet veel vee ingevoerd worden. De veestapel die ongeveer stationnair blijft, zelfs in de laatste jaren eenige vermindering onderging, door onvoldoende aanvoer van slachtvee, bestaat thans uit ongeveer 7000 runderen, 275 paarden, 450 ezels, 200 muilezels, 100 schapen, 2600 geiten en 3200 varkens. In 1915 werden 36330 en in 1916 52811 huiden uitgevoerd. In de lijst der plantages en gronden zijn opgegeven de produktiecijfers der afzonderlijke ondernemingen. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||||||
De totale uitvoer van landbouwprodukten bedroeg over de laatste 5 jaren in afgeronde cijfers: | |||||||||||||||||||||||||
Cacao
| |||||||||||||||||||||||||
Koffie.(De koffiecultuur, die eenmaal in hoogen bloei stond in de kolonie, werd eenigen tijd, tengevolge van de slechte prijzen opgegeven. In de laatste jaren weer ter hand genomen, ontwikkelt zij zich snel)
| |||||||||||||||||||||||||
Suiker. 1e prod. 2e prod.
| |||||||||||||||||||||||||
Rum van 50%
| |||||||||||||||||||||||||
Mais.
Van deze produkten werd daarenboven een niet onbelangrijk deel in de kolonie-zelve verbruikt.
In het binnenland worden verschillende industriën gedreven, waarvan de Balata-Industrie, dit is het verzamelen van de tot een guttapercha-achtige zelfstandigheid coaguleerende melk van den bolletrieboom, de voornaamste is. In dit bedrijf, dat in de laatste jaren steeds stij- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||
gende uitkomsten heeft opgeleverd en aanzienlijke baten voor de koloniale kas afwerpt, vindt zoowel de middenstand, als de lagere bevolking een ruim bestaan - rechtstreeks zoowel zijdelings - waarin ook deelen honderdtallen uit van de naburige kolonie Demerara overgekomen arbeiders die hun gewin hier verteren. In de industrie hebben ongeveer 6000 arbeiders groo tendeels Demerarianen, emplooi.
Den 9n Augustus 1914 werd een nieuwe wettelijke regeling van de uitgifte van terreinen goedgekeurd, welke aan het bedrijf een geheel ander karakter dan tot nu gaf. De uitvoering dezer nieuwe regeling werd langen tijd aangehouden. Eerst 29 Maart 1915 werden de eerste concessiën uitgegeven. Waar het bedrijf sedert 30 September 1914 stop gezet was, en de expeditiën niet eerder dan ongeveer een maand daarna konden worden uitgestuurd, is er een stilstand geweest van ongeveer 7 maanden, wat een algemeene malasie in de kolonie heeft doen ontstaan. In het afgeloopen jaar herleefde het bedrijf weer geheel op en wierp opnieuw aanzienlijke baten af. De produktie bedroeg ten naastebij 1.000.000 K.G., vertegenwoordigde een waarde van ongeveer drie en een half milioen gulden. De uitvoer van balata in de laatste 5 jaren beliep:
De Goud-industrie heeft, ofschoon de goudrijkdom van een bodem vaststaat en herhaaldelijk schitterende vondsten gedaan zijn - o.a. stukken gedegen goud van 30 en 13 K.G. - het nimmer tot den huidigen bloei van de balata-industrie kunnen brengen. De oorzaken hiervan zijn verschillend. Het bedrijf is nimmer op een rationeelen voet gedreven. Hierdoor dood zich het feit voor, dat terwijl een voorafgaande exploitatie bij de balata-industrie in staat stelt vrij nauwkeurig het verloop der campagne vooraf vast te stellen, bij de goudindustrie de exploitatie slechts zelden aan de exploratie beantwoordde. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||
Daarbij komt nog dat de groote kapitalen zich terug trokken na groote verliezen, veroorzaakt door zwendelmaatschappijen of onoordeelkundige leiding. De huidige bedrijfsvorm in de goud-industrie is dan ook, met een enkele uitzondering, het kleinbedrijf. Deze bedrijfsvorm bestaat hierin dat de terreinen der vroegere goud-ondernemingen gerepasseerd worden door gewezen goudarbeiders, die voor het recht daartoe aan den concessionaris een deel der bruto-productie (gewoonlijk 15%) afstaan. Begrijpelijk is het dat dit bedrijf zeer primitief gedreven wordt en de produktie moest achteruitgaan, waar de exploitatie op steeds dezelfde plekken wordt uitgeoefend. aangezien er geene nieuwe geëxploreerd worden. Het aantal arbeiders in de goud-industrie bedraagt ongeveer 3000. De uitvoer van goud in de laatste 5 jaren beliep.
Cinnaber of kwikerts werd twee jaren geleden ontdekt, maar tot nu kwam het niet tot een exploitatie. Ook is bauxiet (aluminiumerts) in aanzienlijke afzettingen gevonden en met goeden uitslag geëxploreerd door een Amerikaansche Aluminium Maatschappij. De hoop op een levendige ontginning van het mineraal schijnt gegrond.
Het onderzoek naar petroleum is door een Hollandsche Mij (Merkuur) ter hand genomen, op grond van aanwijzingen van de aanwezigheid daarvan in den Surinaamschen bodom. In den loop der tijden zijn er herhaaldelijk vingerwijzingen geweest van de mogelijkheid van het voorkomen van koper, lood, tin, steenkool en diamant in deze kolonie, doch een systematisch onderzoek werd nooit ingesteld.
De Houtkap heeft zich, trots de rijke hoeveelheid en verscheidenheid van uitstekend bouw- en kostbaar meubelhout, (het beroemde Demerara-geenhart werd eenigen tijd geleden ook in onze kolonie ontdekt) aanwezig in de bosschen) nog niet tot een bedrijf van groot belang kunnen ontwikkelen. De oorzaak hiervan moet hoofdzakelijk gezocht worden in het gebrek aan goede en goed- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||
koope afvoerwegen. Voor het houtvervoer komt dan ook, met het oog op de kosten, vrijwel uitsluitend de waterweg in aanmerking. Van gewoon rond of vierkant hout werd in 1915, 11676 en in 1915 1139 M3 uitgevoerd. Daartegenover bedroeg de uitvoer van letterhout in 1915 32111 K.G. en in 1916 36218 K.G. Het houtbedrijf berust uit dien hoofde hoofdzakelijk in handen van de boschnegers, die enkel dat gedeelte van het bosch exploiteeren, dat niet te ver afgelegen is van de rivieroevers. Hierdoor is het exploitatie-veld beperkt en bijgevolg ook de ter markt aangevoerde hoeveelheid hout.
Het inzamelen van boschproducten als tonkaboonen en harssoorten, is nog in het aanvangstadium.
Visscherij wordt op de rivieren, zoowel als in zee uitgeoefend. Vooral de zeevisscherij is van belang voor de volksvoeding. Voorloopig heeft zij plaats met twee schoeners. De vangst wordt in ijskamers te Paramaribo geconserveerd, waar ook de gevangen riviervisch berging en behoud vindt.
De verbinding met het buitenland is in normale tijden bevredigend. Er bestaat een onderzeesche telegraafkabel, geëxploiteerd, door een Fransche Mij., terwijl er plannen in voorbereiding zijn tot het oprichten van een station voor draadlooze telegraphie. Met het Moederland en de zusterkoloniën, Demerara, Curaçao, Trinidad, en met Venezuela, Haïti en New-York bestaat, in normale tijden, een geregelde veertiendaagsche verbinding per de schepen v.d. Kol. West-Ind. Maildienst. Door de Trinidad Linie of Steamers wordt eveneens een 14-daagsche dienst met New-York onderhouden, in welke lijn ook Demerara, Trinïdad en Grenada opgenomen zijn. Tweemaal per maand, eens naar- en eens van Gayenne doen de intercoloniale booten der Cie Générale Transatlantique de kolonie aan. Tengelvolge van de belemmeringen welke de scheepvaart door den oorlog ondervindt, worden deze diensten thans zeer ongeregeld verricht. Het Gouvernement onderhoudt een veertiendaagsche dienst op Demerara, via Nickerie, Eveneens brengt een gouvernements stoomer een geregelde tweewekelijksche verbinding tot stand tusschen Paramaribo en Albina (Marowijne) en, via Albina, met St. Laurent en Cayenne (Fransch-Guyana). Ook particuliere schoeners bevaren op ongeregelde tijden de kust. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||
De hieronder volgende staat geeft een overzicht van den in- en uitvoer der kolonie in de laatste 5 jaren:
|
|