Verklaring van den Kalender.
Het Guldengetal bestaat in een kring van 19 jaren, na verloop van welken de nieuwe en volle manen weder bijna op dezellde dagen van het jaar vallen.
De Epacta wijst den ouderdom van de maan aan bij den aanvang van het jaar - zij hangt af van de plaats in den maancirkel (19 jaren), na welken volle en nieuwe naam weder op denzelfsen tijd vallen.
De Epacta verspringt telkens met elf dagen, doordien het Zonnejaar (365 d.) 11 dagen verschilt met het Maanjaar (354 dagen). Doch zoodra zij meer dan 30 zou beloopen, wordt 30 van het getal afgetrokken en is de rest dan de Epacta.
Zoo is zij 14 geweest in 1914; in 1916 moet zij dan 14 + 11 = 25 bedragen; in 1917 zal zij echter zijn (25 + 11) - 30 = 6.
Door middel van de Epacta kan men den dag der nieuwe Maan en den ouderdom der maan op een bepaalden dag bepalen.
De Zonnecirkel is een tijdkring van 28 jaren, na verloop van welken de dagen van de week weder op denzelfden dag van de maand vallen.
De Zondagsletter is een der eerste zeven letters van het alphabet, om in elk de dagen van den 1sten Januari af te noemen. De letter nl., welke de Zondagen van het jaar aanwijst, wordt Zondagsletter geheeten. Een schrikkeljaar heeft twee Zondagsletters, een van 1 Januari tot 24 Februari, en een andere van 25 Februari tot het einde des jaars.
De Romeinsche Indictie is een tijdkring van 15 jaren, begonnen 1 September 312 n.C. en toen in verband staande met de inning van belastingen.
De Juliaansche periode is een tijdkring van 7980 (28 × 19 × 15) jaren, na welken zonne-, maan-, en indictiee-cirkel alle weder met 1 beginnen. Het jaar 1 n.C. is berekend te zijn 4714.