De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1916
(1915)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
belen en uittreksels van burgelijke, gerechtelijke, buiten gerechterlijke, administratieve en onderhandsche akten, regtelijke of arbitrale uitspraken, verzoekschriften zelfs in den vorm van memorien of brieven, memorien van aangifte voor het regt van successie en het regt van overgang, biljetten tot deelneming aan openbare inschrijvingen en eindelijk in den uitgebreidsten zin, alle stukken en geschriften, welke eenigen titel, regt of voordeel opleveren, of tot eenig bewijs strekken, en welke niet bij deze verordening van het regt geheel vrijgesteld zijn of aan een ander zegelregt zijn onderworpen. Geen kleiner formaatzegel dan dat van 25 cents mag worden gebruikt voor:
Op formaatzegel van 15 cents mogen worden geschreven eenzijdige onderhandsche akten en geschriften, zonder tusschenkomst van een openbaar beambte opgemaakt. Voor minuten, grossen, expeditien afschriften, kopijen, dubbelen of uittreksels van hierboven niet genoemde authentieke akten of geschriften, mag geen kleiner formaatzegel dan dat van 50 cents per vel gebruikt worden. Het formaatzegelrecht bedraagt:
Men kan formaatzegels ten hypotheekkantore verkrijgen of wel ongestempeld papier in de voorgeschreven afmetingen bezigen en laten viseeren of voorzien van plakzegels overeenkomstig het formaat. Hierbij mag het papier 10 cM2 grooter zijn dan de bepaalde afmetingen, mêt uitzondering ven het formaat van f 1. - dat onbepaald grooter mag genomen worden, aangezien geen hooger formaatzegelrecht geheven wordt dan f 1. - Papier kleiner dan het formaat van 15 cts. moet toch met een zegel van niet minder dan 15 cts. gezegeld worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan een vast zegelrecht zijn onderworpen: van f 25. -:
van f 10. -:
van f 5. -:
van f 2. -:
van f 0.25: De livretten afgegeven aan en de contracten aan- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
gegaan met veldarbeiders, werklieden en dienstboden en van f 0.10: alle niet vrijgestelde quitanties. Voor eene quitantie door een gevolmachtigde voor onderscheidene of gezamenlijke rechthebbenden gegeven zijn evenveel rechten verschuldigd alsof elk rechthebbende zelf hadde gequitteerd |
|