De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1915
(1914)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Recht van Overgang is eene Belasting, welke geheven wordt van de waarde der Onroerende Goederen, gelegen binnen eene der Nederlandsche Westindische Bezittingen, en nagelaten door iemand, die buiten deze Bezitting is overleden.
Het Recht van Overgang bedraagt in de rechte lijn:
Aan successierecht voor vruchtgebruik zonder eigendom zal de erfgenaam of gelegateerde de helft betalen van wat hij aan successierecht schuldig zou zijn, indien hij den vollen eigendom geërfd had. In volle eigendom ervende echtgenooten zijn vrij van de betaling van successierecht wanneer uit het huwelijk met den overledenen echtgenoot kinderen zijn voortgesproten die of zelf nog in leven zijn of nog in leven zijnde kinderen hebben nagelaten. De betaling van het recht van successie bij een erfenis die met vruchtgebruik bezwaard is, wordt opgeschort tot het vruchtgebruik vervallen is. Evenzoo zijn echtgenooten vrijgesteld van successierecht bij verkrijging van vruchtgebruik, wanneer de overleden echtgenoot kinderen of kindskinderen uit een vorig huwelijk nalaat, die den vollen erfdom erven. Een memorie van aangifte van de erfenis, inhoudende alle bijzonderheden omtrent den boedel, erfgenamen, gelegateerden, graad van verwantschap met den erflater enz. moet door Curators, executeurs, testementair enz. worden ingediend indien de erflater overleed: in de kolonie: binnen 8 maanden daarna; in een ander deel van Amerika binnen 12 maanden: in Europa binnen 18 maanden en in Azie of Afrika binnen 30 maanden. |
|