De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1915
(1914)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Gouverneur.W.H.D. Baron van Asbeck, Gouverneur van Suriname, Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht. | |||||||||||||||||||||||||||||
Adjudanten van den Gouverneur.G.J.C. Verhoeven, 1e lultenant der Infanterie. S. da Silva, (v.) 1e luitenant der Schutterij. | |||||||||||||||||||||||||||||
Raad van Bestuur.De Gouverneur, voorz.; Mr. P. Hofstede Crull, Procureur-Generaal, onder-voorz.; C. van Drimmelen Agent-Generaal, J.J.C. Gaymans, Administrateur van financiën; M.C.J. Welle, Agent Nederl. Handel Maatschappij, leden; M. Nassy, Districts-Commissaris, C.A.J. Struycken de Roysancour, Industrieel en A. van 't Hoogerhuys, Industrieel, buitengewone leden. Secretaris: de Gouvernements-Secretaris. | |||||||||||||||||||||||||||||
Koloniale Staten.
A.S.J. Fernandes, griffier, C.C.C. Meriba, commies-griffier;......, klerk; Mej. L. de Leon, schrijfster; J.L. Raven, bode. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Gouvernements-Secretarie.Mr. L.J. Rietberg, Gouvernements-Secretaris; A.T. Oliviera, referendaris. | |||||||||||||||||||||||||||||
Bureau I en II.
| |||||||||||||||||||||||||||||
Bureau III.
| |||||||||||||||||||||||||||||
Ambtenaren van den burgerl. stand.Mr. L.J. Rietberg, A.T. Oliviera, C.F. van Weede, H.F. Esser, P.A. May en C.C.C. Meriba | |||||||||||||||||||||||||||||
Belangrijke Mededeelingen in verband met den Burgerlijken Stand.Geboorten.De aangiften van geboorte te Paramaribo moeten binnen 3 dagen na de bevalling - Zondagen en daarmede gelijkgestelde dagen niet mede gerekend - aan den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand worden gedaan in tegenwoordigheid van 2 meerderjarige manspersonen, binnen de kolonie wonende. Met den Zondag worden ten deze gelijkgesteld de Nieuwjaarsdag, de Goede Vrijdag, de Christelijke tweede Paaschen Pinksterdagen, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag en de verjaardag des Konings. De aangifte moet worden gedaan door den vader, of, bij gebreke van hem, door geneesheeren, vroedmeesters, vroedvrouwen of andere personen, die bij de bevalling zijn tegenwoordig geweest. In de buitendistricten is tot het doen der aangifte een termijn van 16 dagen na de bevalling gesteld. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Ze kan aldaar ook schriftelijk geschieden, mits onderteekend door den aangever en 2 getuigen. | |||||||||||||||||||||||||||||
Huwelijk.'t Voltrekken van huwelijken is geregeld in het Burgerlijk Wetboek (gewijzigd bij verordening van 8 Februari 1915 G.B. No. ) en bij de verordening van 11 October 1893 (G.B. No. 23). Te Paramaribo en in de buitendistricten wordt elk jaar in een der nieuwsbladen bekend gemaakt, welken dag in de week door ieder Ambtenaar van den Burgerlijken Stand is aangewezen voor het kosteloos voltrekken van huwelijken en welken tegen betaling van het recht van f 10, -. Op andere dagen is het recht op f 25, -. Huwelijksafkondigingen hebben des Zaterdags plaats en éénmaal. Eerst na tien dagen na de afkondiging kan het huwelijk onder gewone omstandigheden voltrokken worden. Evenwel is te Paramaribo de Procureur-Generaal en zijn in de districten de Districts-Commissarissen bevoegd om, uit hoofde van gewichtige redenen dispensatie te verleenen van de huwelijksafkondigen en van den voorgeschreven wachttijd van tien dagen. - Bij de voltrekking van een huwelijk zoowel in het daarvoor aangewezen gebouw als in een bijzonder huis, zijn twee getuigen vereischt. Zij, die een huwelijk wenschen aan te gaan, doen het best zich tot den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der woonplaats van een der partijen te vervoegen. | |||||||||||||||||||||||||||||
Overlijden.De aangifte te Paramaribo geschiedt aan den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand aldaar, binnen 24 uren na het sterfgeval - Zondagen en daarmede gelijkgestelde dagen niet mede gerekend - door het hoofd des huizes of die hem vervangt, vergezeld van 2 meerderjarige manspersonen (minstens 21 jaren oud) als getuigen. Met den Zondag worden ten deze gelijkgesteld de Nieuwjaarsdag, de Goede Vrijdag, de Christelijke tweede Paaschen Pinksterdagen, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag en de verjaardag des Konings. In de buitendistricten is evenals voor geboorte een termijn van 16 dagen tot het doen der aangfite gesteld en kan zij aldaar ook schriftelijk geschieden. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||||||||||||
De aangiften van overlijden op plantages en gronden in de buitendistricten moeten door den gezagvoerder of opzigter worden gedaan. | |||||||||||||||||||||||||||||
Begraven.Bij de verordening van 4 October 1890 (G.B. 1891 No. 1) zijn voorschriften vastgesteld omtrent het begraven van lijken. De verklaring van overlijden of doodschouw, door een geneeskundige af te geven, moet tijdig vóór de begrafenis aan den bedienaar der begrafenissen worden ter hand gesteld. Vroeger dan 12 - of later dan 36 uur na het overlijden mag niet begraven worden. Ontheffing van deze bepaling kan te Paramaribo door den Procureur-Generaal en in de districten door den Districts-Commissaris, na verhoor van een geneeskundige, verleend worden. Een lijk mag niet worden begraven, dan des morgens tusschen 6 en 9 uur en des namiddags tusschen 4 en 6 uur; tenzij de Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in dringende of buitengewone omstandigheden, te zijner beslissing, verlof verleent om op een ander uur te begraven, Het begrafenisrecht moet vóór de begrafenis betaald worden. |
|