De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1913

Brandwezen.

F.C.H. Hirschmann, Kapitein, Commandant der

[p. 126]

Troepen, tijd. opperbrandmeester, chef van het brandwezen; J.G.A. van der Upwich, 2de luit. der Inf., Adj. van den opperbrandm.; J.H. Blekkingh, chef van de Afd. Verkeer te Water, belast met het technisch toezicht over het materieel van het brandwezen; W.C. van 't Kruijs, brandspuitmakersbaas; G. den Hagen, machinist van den Watertoren.

Bij verordening van 17 October 1911 (G.B. 1912 No. 1) in werking gətreden op 15 Augustus 1912, is het Brandwezen in de kolonie gereorganiseerd en gebracht onder militair beheer.

Indeeling.

I' Militaire brandweerafdeeling, gestationneerd in het fort Zeelandia, bestaande uit:

Spuit no. 7: J. Camtel, P.J. Payens, brandmeesters, J.v.d. Ende, L.J. Boucke, onderbrandmeesters, serg. Zwissler, brandspuitmeester en 35 dienstplichtigen.

Spuit no. 10: E. Bulo, J. Kaufman, brandmeester C. Rijker, J.M.A. Kruidenhof onderbrandmeesters serg, van Schaik, brandspuitmeester, en 35 dienstplichtigen.

Mechanische ladder en ladderwagen: C. van Wachem brandmeester.

Deze afdeeling staat onder rechtstreeksch bevel van den adj. van den opperbrandmeerter.

De beide spuiten, die van lichte constructie zijn, zoomede de ladderwagen, worden getrokken door muildieren.

Deze afdeeling is voortdurend in of nabij de kazerne aanwezig en is steeds tot onmiddellijk uitdrukken gereed.

II. Brandweerafdeeling van de firma C. Kersten & Co., gestationneerd in de Steenbakkerijstraat, bestaande uit spuit no. 9 en 14 en ladderwagen, die eveneens worden getrokken door muildieren.

Behalve het militaire personeel van de brandweer afdeeling I en dat van de firma C. Kersten & Co. ingedeeld bij afdeeling II, welk personeel een geoefenden kern vormt en het materieel met den meesten spoed ter plaatse van een brand brengt, zijn bij beide adeelingen ingedeeld respectievelijk 70 en 56 dienstplichtigen om dienst te doen als pompgasten.

III. De brandwaterleiding staande onder den brandspuitmakersbaas.

[p. 127]

Hierbij zijn ingedeeld 12 militairen of burgers.

IV. De watertoren.

Behalve een machinist zijn daarbij tewerkgesteld 2 militairen.

Het personeel onder III en IV genoemd houdt nacht en dag wacht bij den toren.

V. Verder heeft de opkomst der dienstplichtigen zooveel mogelijk wijksgewijze plaats.

De spuiten zijn alsvolgt opgesteld:

Wijk A No. 8 Waterkant bij het gebouw der Recherche N.M. Heijde, chef brandmeester; J. de Vries, L.J. Monsanto, brandmeesters; C.A.v. Leeuwarden, J.J. Gemmel, W.L.P. Cameron, onder brandm. en 86 dienstplichtigen.

Wijk B No. 1. Wagenwegstraat: J.F. Meurs, chef brandmeester; H.J. Hoelen, J.R. de Vries, brandmeesters; L. Zegelaar, A. van Breet, J. Vonsé, onderbrandmeesters, en 36 dienstplichtigen.

Wijk C No. 13, Waterkant bij de Luthersche kerk: B. Bilgen, chef brandmeester; F.E. Rosheuvel. E.C. Weiberg, brandmeesters; J.J.K. Bodeutsch, A. Wijdt, M. van 't Kruijs, onderbrandmeesters, en 37 dienstplichtigen.

Wijk D No. 2, Wagenwegstraat bij de Oranjeschool: C. Spong, chef brandmeester; W.J. Macintosch, J. Lindveld, brandmeesters; J.C. Gerding, J. Doegle, H.F. Lionarons, onderbrandmeesters en 36 dienstplichtigen.

Wijk E. No. 6 Zwartenhovenbrugstr. over de Werf: G. Philipszoon, chef brandmeester; E.G. Haften, M.J. Axwijk, brandmeesters; J.G. Geskus, G.E. van 't. Kruijs, R.L. Bulo, onderbrandmeesters, en 37 dienstplichtigen.

Wijk F No. 4, Gem. Landsweg (Boniface):

E.G. Hupsel, chef brandmeester; J. Cortes, H.J. Diks, brandmeesters; R.S. Trot, J. Schmeltz, Ph. Ringeling, onderbrandmeosters en 38 dienstplichtigen.

Wijk F No. 4, (Aanjager) Gem. Landsweg (Boniface): E.L. Eggers, chef brandmeester; C. Emanuels, J.M. Samson, brandmeesters; A.E. Binjos, H.F. van Heijdoorn, E. Buttenblij, onderbrandmeester en 38 dienstplichtigen.

[p. 128]

1e B.W. No. 2 (Oranjestraat).

S.E. Oldenstam, chef brandmeester; D.E. Benjamins, C. Lobato de Mesquita, brandmeesters; H. de Vries, J.M. Burgzorg, L.W.C. Polak, onderbrandmeester en 37 dienstplichtigen.

2e B.W. No. 12 Verl. Weidestraat.

E.J. Altstein, C.J. Gulpen, C.L. van Esch, brandmeesters; H.W. Parker, Ong-A-Lok, G. Vismale, onderbrandmeesters en 30 dienstplichtigen.

2e B.W. No. 12 Verl. Weidestraat (Aanjager).

H.J.E. Tirion, chef brandmeester; M. Magiel, L. Albert, brandmeesters; J. Ong-A-Lok, C. de Vlugt, J.L. Bouman onderbrandm. en 31 dienstplichtigen.

Wijk B. No. 15.

F.B. Schuitemaker, chef brandmeester; J. Schenkers, brandmeester; F. Monsanto, M.C. Elstak, onderbrandmeesters en 37 dienstplichtigen.

Verder is te Nickerie, Albina, Groningen een spuit gestationneerd.

Brandalarm.

Bij brandalarm gaan altijd naar de plaats des onheils:

a.	De militaire brandweerafdeeling^(*).
b.	De brandweerafdeeling van C. Kersten & Co.
c.	De spuit van de wijk, waarin də brand woedt.
d.	Het personeel der brandwaterleiding.

Het overige personeel begeeft zich naar de spuitenhuisjes, maakt de spuiten geheel tot uitrukken gereed, blijft voor de spuitenhuisjes staan en wacht nadere bevelen af.

Bij brand in of nabij het militair hospitaal rukt spuit No. 15, die overigens niet tot het wijkverband behoort, onverwijld naar de plaats des onheils.

Bij brand zijn dus als regel slechts vijf spuiten en de brandwaterleiding belast met het blusschingswerk. Is meerder materieel noodig, dan geeft de Opperbrandmeester tot oproeping bevel. Dit om te voorkomen, dat door overvloed van materieel verwarring ontstaat.

Na afdanking dient elke chef-brandmeester een appelsrapport in over zijn onderhebbend personeel.

Het brandalarm wordt vooralsnog gegeven door twee snel op elkaar volgende kanonschoten.

(*) De daarbij ingedeelde dienstplichtigen melden zich bij hun spuit aan op de plaats van den brand.

[p. 129]

Afzetting van het terrein.

Bij brand wordt het terrein van den brand afgezet door een compagnie Schutterij en door een detachement mililáiren.

Oefeningen.

De oefeningen van het personeel niet in vasten dienst hebben plaats als regel des Donderdags om de 14 dagen, aanvangende om 6 uur vm. en eindigende vóór 7 uur vm.

De oefeningen geschieden wijksgewijze.

De oproepingen hebben plaats persoonlijk, middels schriftelijke kennisgevingen.

Voor de ontvangst van deze kennisgeving behoort door de belanghebbenden te worden afgeteekend op den strook van het register van oproepingen.

Voornaamste plicht der brandmeesters is te weten waar water te vinden is in hun wijk.

Voornaamste plichten der dienstplichtigen.

a.	Trouw opkomen.
b.	Niet luidruchtig zijn.
c.	Gehoorzaamheid.
d.	Kennisgeven van verhuizingen of van verhindering om bij oefeningen op te komen.