Betonning en invaren der Marowijne-rivier.
Met ingang van 1 Aug. 1897 is aan de monding van de Marowijnerivier op Galibi, ter plaatse waar de oude vuurtoren heeft gestaan, een licht ontstoken van de 6e orde, bij helder weder zichtbaar op 10 Eng. mijlen, en zal zichtbaar zijn tusschen O. ¾ N. en N.t.W. De wit geschilderde ijzeren toren heeft de gedaante van een afgeknotte zeshoekige pyramide.
Galibi lichttoren Z. 45o W. - koers naar binnen Z. 33o W. omstreeks ½ geographische mijl: - van daar stuurt men koers op punt Panato, en is de diepte bij laagwater 16 à 23 voet zachten grond; men kan veilig deze punt op 100 meters afstand passeeren.
De diepte op den drempel is niet minder dan 8 voet bij laagwater.
Van Panato-punt stuurt men naar den Zuidelijken hoek van de Coswine baai, die men op ongeveer 50 Meters aan bakboord langs vaart. Verder volgt men den wal met parwa-boomen begroeid op 100 à 150 Meters afstand tot aan de Koekreek.
Aan de monding van de kreek ligt eene zandbank, die twee vaarwaters vormt; het is raadzaam het vaarwater bewesten de bank in te varen.
Van de Koekreek heeft men slechts de parwa-boomen te volgen tot het merk ‘Dame blanche’ genoemd.
Bij dit merk wordt koers gezet naar Albina en daarbij rekening gehouden met den stroom.