Geschiedkundige Aanteekeningen.
4 April 1781. |
Het Nederlandsche eiland St. Eustatius in de West-Indiën door de Engelschen ingenomen. |
5 April 1566. |
De 400 Edelen van Nederland bieden aan Donna Margeret het Genzensmeekschrift aan. |
7 April 1807. |
De Bill tot opheffing van den slavenhandel, in het Parlement van Engeland aangenomen zijnde, wordt door het Engelsch Bestuur in Suriname afgekondigd, en bepaald dat met 1 Januari 1808 die opheffing in werking zal treden. |
11 April 1713. |
Tusschen Frankrijk en Portugal wordt een vredestractaat gesloten, waardoor het geschil omtrent de grensscheiding van de Maranon- en de Oyapoc-rivieren on beslist blijft. |
12 April 1652. |
Willoughby, Graat van Parham, komt, na in 1650 de kolonie te hebben bezocht, met 8 schepen en een groot aantal volkplanters, waaronder vele Israëlietische familiën, van Engeland via de eilanden der Caraibische Zee ann, en neemt de kolonie in bezit gedurende vijftien jaren. Door de Zeeuwen onder Krijnsseu in 1667 hem het niet rechtmatig bezit ontnomen zijnde, gaat een menigte der volkplanters, waaronder 120 Israëlietische gezinnen of familiehoofden, onder zijne bescherming uit Suriname, naar Barbados, Montserrat en Jamaïca. |
18 April 1763. |
Zware brand te Paramaribo, Vele gebouwen worden een prooi der vlammen. De Gouverneur-Generaal Crommelin gelast onmiddellijk dat voortaan de daken, met tas gedekt, door singels zullen worden verwisseld, en belooft dat ten spoedigste brandspuiten van elders zullen worden ontboden. |
19 April 1770. |
Bij resolutie der Vroedschap te Amsterdam door het Stadsbestuur daartoe gemachtigd, wordt voor genoemde stad de koop gesloten van het aan de erven van wijlen Van Sommel-dijk toebehoorende ¼ aandeel in Suriname, voor 170[...],000, in 3 termijnen te voldoen. De Kamer van Zeeland weigert, op het haar deswege gedane aanbod, om voor de helft in den koop te deelen. |
23 April 1593. |
Domingo de Vera neemt in naam van den Koning van Spanje de geheele Kust van het vasteland van Guyana in bezit. In tegenwoordigheid zijner krijgsmacht plant hij de spaansche vlag op de Kust, en laat door zijn secretaris Rodriguez De Coranza van het plaats gevondene een akte opmaken, die hij met zijne handteekening en die zijner officieren bekrachtigt. |
|
|