Geschiedkundige Aanteekeningen.
1 Jan. 1808. |
In weerwil van de opheffing van den slavenhandel worden er nog vele slaven gedurende vele jaren daarna in de West-Indiën, en ook in Suriname ingevoerd. |
1 Jan. 1889. |
Z Exc. de Minister van Buitenlandsche Zaken deelt aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal mede, dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken van Frankrijk de Conventre geteekend is, waarbij de Koning der Nederlanden en de President der Fransche Republiek zich verbinden de kwestie omtrent de grensscheiding tusschen Suriname en Cavenne aan een scheidsrechterlijke beslissing te onderwerpen. |
8 Jan. 1630 |
en vroeger. De in Suriname wonende Indianen stammen af van de Trio's, Accoeri's, Surinosof Surinen, Arroewakken, Warraws of Guarang's en Caraïbisis. De twee laatsten zijn afstammelingen van de in 600 uit Mexico geweken volksstammen, die langs de landengte van Darieën de kust der Guyana's veroverden, de volken op de eilanden der Caraïbische Zee overwonnen en grootendeels doodden en verjaagden. In het algemeen noemde men hen in Suriname ‘Bokken’, waarschijnlijk volgens de berichten van reizigers, dat er binnen het grensgebied van Suriname ten Zuiden vele Indiaansche stammen wonen die zich Botoccoedo's en Boccoctoedos noemen; door een' Franschen reiziger werd hun getal op 30000 geschat, verhalende dat zij nog geheel naakt gaan, zeer strijdhaftig en goed bereden zijn, en dat zij zich de lippen en oorlellen versieren met houten blokjes |
13 Jan. 1605. |
Spanje verbiedt, op straffe des doods, den handel en de scheepvaart aan andere volken op de Oost- en West Indische bezittingen. De Nederlanders, die zich aan dat verbod met storen, ontwikelen in niet geringe mate hunne strijdkrachten tegenover Spanje, en breiden daardoor met goed gevoelg hunnen handel en scheepvaart op Oost en West uit; dit heeft ten gevolge dat hegeering van Spanje tegenover hen het verbod rutrekt. |
13 Jan. 1807. |
De vrijmetselaren in Suriname schenken ruim f 1400 aan de ongelukkigen, die door de ramp te Leiden in een noodlottigen toestand verkeeren. |
22 Jan. 1845. |
Z.K.H. Prins Frederik der Nederlanden, Groot Meester Nationaal der Maç. Orde in 't Moederland, schenkt f 15000 ter uitbreiding van 't liefdadigheidsfonds voor de afdeeling van den Mr. gr. |
|
|