Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1900

Schaal volgens welke de personeele balasting krachtens de verordening van 9 Febr. 1886 (G.B. 1886 No. 3), gewijzigd bij die van 12 Oct. 1898 (G.B. 1899 No. 12) wordt geheven.

van f 600 tot beneden f 1400 1.%

van f 1400 tot beneden f 2100 1.1%

van f 2100 tot beneden f 2800 1.2%

van f 2800 tot beneden f 3600 1.3%

van f 3600 tot beneden f 4400 1.4%

van f 4400 tot beneden f 5200 1.5%

van f 5200 tot beneden f 6100 1.6%

van f 6100 tot beneden f 7000 1.7%

van f 7000 tot beneden f 7900 1.8%

van f 7900 tot beneden f 8900 1.9%

van f 8900 tot beneden f 9900 2.%

van f 9900 tot beneden f 10900 2.1%

van f 10900 tot beneden f 12000 2.2%

van f 12000 tot beneden f 13100 2.3%

van f 13100 tot beneden f 14200 2.5%

van f 14200 tot beneden f 15300 2.5%

van f 15300 tot beneden f 16400 2.6%

van f 16400 tot beneden f 17600 2.7%

van f 17600 tot beneden f 18800 2.8%

van f 18800 tot beneden f 20000 2.9%

van f 20000 en daarboven 3.%

Van de betaling der belasting zijn vrijgesteld:

a.	militairen in werkelijken dienst beneden den rang van officier;
b.	schippers, scheepsofficieren en scheepsgezellen van Nederlandsche en vreemde koopvaardijschepen;
c.	vrouwen in gehuwden staat;

[p. 130]

d.	immigranten, gedurende den duur hunner werkovereenkomsten;
e.	zij wier inkomsten minder dan f 600 jaarlijks bedragen;
f.	zij die geene dertig dagen van het dienstijaar achtereen in de kolonie verblijven, en
g.	zij die, de kolonie tijdelijk bezoekende, tot dat einde in de kolonie vertoeven.

Voorts worden gehandhaafd de vrijstellingen reeds verleend of nog te verleenen krachtens de Publicatie van 1 Augustus 1863 (G.B. No. 23).