Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1893

Goudindustrie.

Ofschoon in de laatste jaren eenige achteruitgang was waartenemen in de ten behoeve der goudindustrie uitgegeven grondoppervlakte, is de belangstelling daarin zeer toegenomen. Verschillende maatschappijen zijn opgericht om het mijnwerk te beginnen in de nieuw ontdekte rijke kwartsaderen in de zone tusschen de rivieren Suriname en Saramacca.

Het terrein tusschen de Lawa en de Tapanahony bij arbitrale uitspraak van den Keizer van Rusland van 13/25 Mei 1891 aangewezen als Surinaamsch grondgebied, werd door den gouvernements-landmeter W.L. Loth verkend over eene lijn getraceerd van het dorp Cottica aan de Lawa tot de hoogte van het Anoema eiland aan de Tapanahony.

Bij deze verkenning bleek het dat het terrein tusschen die twee rivieren verdeeld wordt door de Gonini-rivier met hare thans ontdekte zijtakken de Emma- en Withelmina-rivier, waardoor de toegang diep in het binnenland door een' waterweg wordt vergemakkelijkt.

Reeds zijn daar ongeveer 140000 H.A. uitgegeven, en is het te verwachten dat een ijverig onderzoek de ondernemers in ruime mate zal loonen.

[p. 108]

Overzicht van het aantal Concessiën in 1891 voor de Goud-industrie uitgegeven en van de oppervlakte der daarop betrekking hebbende Gronden.

Ligging.	Aantal Concessiën in 1891 verleend.			Grootte (in Hectaren) van de gezamenlijke Concessiën.
	Voor perceelen reeds vroeger uitgegeven.	Voor nieuwe perceelen.	Totaal.	Voor perceelen reeds vroeger uitgegeven.	Voor nieuwe perceelen.	Totaal.
in Boven-Suriname.	66	117	183	63544	56266	119810
in Boven-Saramacca.	25	47	72	25547	20058	45606
aan de Boven-Marowijne.	10	28	38	14739	12070	26800
	_____	_____	_____	_____	_____	_____
	101	192	293	103821	88394	192216

Van de hernieuwde concessiën vallen 32 en van de nieuwe 23 perceelen in de catégorie van 25 cents per hectare, en 36 van de eerste soort en 38 van de tweede soort in die van 50 cents per hectare (art. 9 der verordening van 7 September 1882, Gouvernementsblad No. 19.)

In de eerste vier maanden van 1892 werden tot voormeld doel:

a. verleend 43 concessiën met eene gezamenlijke oppervlakte van 14119 hectaren, en wel aan of in de nabijheid van de:

Boven-Marowijne	6 concessiën. 4200 hectaren.
Boven-Suriname	31 concessiën. 8319 hectaren.
Boven-Saramacca	6 concessiën. 1600 hectaren.

b. hernieuwd 27 concessiën met eene gezamenlijke oppervlakte van 24741,9 hectaren, en wel aan of in de nabijheid van:

de Boven-Suriname	21 concessiën. 20463,5 hectaren.
de Boven-Saramacca	6 concessiën. 4278.4 hectaren.

Van de hernieuwde concessiën vallen 6 en van de nieuwe 4 in de catégorie van 25 cents, en voorts van de eerste soort 18 en van de tweede soort geen in die van 50 cents.

Onder de hierboven bedoelde in 1891 verleende concessiën zijn 42 begrepen, die naar aanleîding van de verordening van 11 Maart 1889 (G.B. No. 8) voor langer dan één jaar zijn verleend en wel aan of in de nabijheid van:

de Boven Marowijne	1 van 40 jaren 200 H.A.
	2 van 38 jaren te zamen 12330 H.A.
de Boven Suriname	5 van 40 jaren te zamen 6413,5 H.A.
	12 van 39 jaren te zamen 5926,78 H.A.
	13 van 38 jaren te zamen 42864 H.A.
	1 van 9 jaren te zamen 1000 H.A.
de Boven Saramacca	3 van 40 jaren te zamen 1700 H.A.
	5 van 38 jaren te zamen 17287 H.A.

[p. 109]

Onder de concessiën, die in de eerste vier maanden van 1892 verleend werden, zijn er 6 voor langer dan een jaar verleend, en wel aan of in de nabijheid van:

de Boven Suriname	2 van 40 jaren te zamen 1529,6 H.A.
de Boven Suriname	1 van 37 jaren 1000 H.A. en
de Boven Suriname	1 van 8 jaren 500 H.A.

In 1891 werden 8 vergunningen tot het doen van onderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen verleend, te zamen betrekking hebbende op 130000 hectaren en aldus verdeeld:

aan de Saramacca	2 voor 20000 hectaren,
aan de Coppename	2 voor 40000 hectaren,
aan de Nickerie	2 voor 40000 hectaren,
aan de Corantijn	1 voor 20000 hectaren,
aan de Coermotibo	1 voor 10000 hectaren,

Naar de aangiften door belanghebbenden bij de districts-commissarissen gedaan, bedroeg de hoeveelheid goud, die in 1891 gevonden werd aan of in de nabijheid van de:

Boven Suriname	1016760 gram,
Boven Saramacca	169778 gram,
Boven Marowijne	50381 gram,
	_____
Totaal	1236919 gram

hetgeen, berekend tegen f 1.37 per gram, eene waarde vertegenwoordigt van f 1.704.579.03.

Gedurende het 1e kwartaal 1892 werd volgens gemelde aangiften gevonden aan of in de nabijheid van de:

Boven Suriname	77839 gram,
Boven Saramacca	30206 gram,
Boven Marowijne	109331 gram,
	_____
Totaal	217376 gram,

hetgeen, naar gemelden koers berekend, eene waarde van f 307.795.12 vertegenwoordigt.

In 1891 was de uitvoer 820982.5 gram, volgens den prijs van f 1.37 eene waarde van f 1.124.746.02½ vertegenwoordigende. Hiervan werd uitgevoerd naar Nederland 709013,5 gram, naar Groot-Brittanië 76853 gram, naar Amerika 9730 gram, naar Demerary 2000 gram, naar Frankrijk 9473 gram en naar andere plaatsen 13913 gram.

[p. 110]

De aangegeven waarde van den uitvoer van goud van den aanvang der industrie tot en met 1890 bedroeg blijkens het laatste verslag f 13777079.45. Dit cijfer klimt alzoo door den uitvoer in 1891 tot f 14.901.825.47½.

Van 1 Januari tot 30 April 1892 bedroeg de uitvoer 269410 gram, vertegenwoordigende eene waarde van f 369091.

Hiervan werd uitgevoerd in:

Januari 1892	96888,5 gram
Februari 1892	38831,5 gram
Maart 1892	59503 gram
April 1892	74187 gram