| |
| |
| |
GEZIGT VAN DE PLANTAADJE ALKMAAR AAN DE COMMEWIJNE.
| |
| |
| |
Voorberigt.
Het Bestuur van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, heeft het genoegen, den Leden van hetzelve Departement den Surinaamschen Almanak, voor het Jaar 1842, aan te bieden.
Naar aanleiding van de Bepalingen des Bestuurs, bevat dit Jaarboekje:
1o. | Eene Kunstplaat, voorstellende: een Gezigt van de Plantaadje Alkmaar, aan de Commewijne. |
| |
2o. | Den Almanak, met bijvoeging van den Waterstand aan Braamspunt. |
3o. | Het Koninklijk Huis der Nederlanden. |
| |
| |
4o. | De Regerende Hoofden van al de Europesche Rijken en Staten, benevens derzelver voornaamste betrekkingen. |
5o. | Het Ministerie van Koloniën. |
6o. | Hooge Regering, Schutterij, Militie-Wezen, Kollegiën en Ambtenaren in de gezamenlijke Nederlandsche Westindische Bezittingen. |
7o. | Chronologische Naamlijst der Leden van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. |
8o. | Volledige Naamlijst der Plantaadjes en Gronden, met vermelding van derzelver getal Slaven, de grootte der Concessiën en het Produkt, der Eigenaren, Directeuren en Administrateuren. |
9o. | Alphabetische Naamlijst der Plantaadjes, met aanwijzing van derzelver ligging aan de Rivieren of Kreken; mededeeling van de benamingen, onder welke dezelve bij de Slaven bekend zijn, en van de bladzijden, waarop zij vermeld staan. |
| |
| |
| |
Als Bijlagen, tot gerijf der Ingezetenen, zijn in dit Jaarboekje opgenomen:
a. | Publicatie van 3/4 Augustus, 1840 (Gouvernements-Blad No. 10), waarbij de bepalingen der Nieuwe Wetgeving voor het Koningrijk der Nederlanden, met betrekking tot de meerderjarigheid, van toepassing worden gemaakt in de Nederlandsche Westindische Bezittingen. |
b. | Publicatie van 31 December, 1840/2 Januarij, 1841 (Gouvernements-Blad No. 1), waarbij wordt bepaald de vorm der jaarlijks, ter voldoening van de Hoofdgelden, in te leveren Opgaven van Familiën en Slaven. |
c. | Publicatie van 22/23 Februarij, 1841 (Gouvernements-Blad No. 3), waarbij, met ampliatie der Publicatie van 8 October, 1828 (Gouvernements-Blad No. 13), eenige meerdere bepalingen der Wet van 24 Januarij, 1815, voor het Koningrijk der Nederlanden alhier van toepassing worden gemaakt. |
d. | Publicatie van 8 Mei, 1841 (Gouvernements-Blad No. 7), houdende wijziging in de Wet op het feitelijk geweld, dd. 16/17 Maart. 1830 (Gouvernements-Blad van dat jaar No. 2). |
| |
| |
e. | Publicatie van 7/8 Mei, 1841 (Gouvernements-Blad No. 8), waarbij eenige wijzigingen worden daargesteld in het Reglement op het beheer der Districten Nickerie, met betrekking tot de Registratie van Slaven en de voldoening der Hoofdgelden. |
| |
De Mengelingen, hierbij gevoegd, behelzen:
A. | Beschouwing der bijzondere Regten van het Oppergebied. |
B. | De Plegmaticus. |
C. | Eenige losse Dichtstukjes. |
D. | Statistische Tabelle van Paramaribo. |
E. | Tabellarisch Overzigt van uitgevoerde Produkten en Houtwaren, gedurende het Jaar 1840. |
Het Bestuur betuigt deszelfs innig leedwezen, dat wederom, in weerwil van alle aangewende pogingen, het Manuscript van dezen Jaargang niet zoo tijdig in gereedheid is gebragt, als hetzelve wel had gewenscht. De reden van dit vertraag is hoofdzakelijk daaraan toe te schrijven, dat de Leden van het Departement, ondanks de herhaalde minzame uitnoodigingen, zich aan alle medewerking onttrekken, en de zamenstelling van dat Manuscript uitsluitend overlaten aan de Commissie
| |
| |
uit het Bestuur, welke zich tot dusverre alleen daarmede heeft blijven belasten, om de uitgave van dit Jaarboekje niet te doen ophouden. De personen, welke deze Commissie uitmaken, zijn bezwaard met veelvuldige werkzaamheden, aan hunne maatschappelijke betrekkingen verbonden: wie zal het dus wraken, ingeval zij hun voornemen ten uitvoer brengen, en, in het volgend Jaar, zich van de verdere Redactie des Surinaamschen Almanaks verschoonen? Onbillijk toch mag het genoemd worden, de zorgen van het geheel door vijf of zes Leden te doen torschen!
De voortdurende medewerkzaamheid van onzen geachten Gevolmagtigde in het Moederland, den Heer H.W. Wijsman, is de eenige steun van het Bestuur. Door die medewerkzaamheid worden de leemten weggenomen, die anders het Jaarboekje zouden aankleven. De Jaargang van 1841 levert een allervoortreffelijkst bewijs op van zijne moeite en zorg, om, ook in dit opsigt, de belangen van het Departement krachtdadig voor te staan en te bevorderen. Hij ontvange dan bij dezen den welmeenenden dank des Bestuurs voor zijne onwankelbare pogingen en bijdragen tot instandhouding van eene Afdeeling der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, welke reeds zes en twintig jaar in
| |
| |
deze Kolonie bestaat, - eene Afdeeling, die gewisselijk meer naar buiten werkzaam, en alzoo inderdaad algemeen nut in deze Volkplanting stichten zoude, ingevalle al de Leden derzelte ernstig de handen ineen slaan wilden, om overeenkomstig de heilzame instellingen en bedoclingen der Moeder-Maatschappij te arbeiden. Aan dien waardigen Gevolmagtigde wordt het Manuscript van den Almanak voor het Jaar 1842 thans toegezonden, met de vaste overtuiging, dat hij wederom al datgene in het werk zal stellen, hetwelk tot eene nette en doelmatige uitvoering vereischt zal worden.
Paramaribo, den 15den September 1841.
Op last van het Bestuur: De Secretaris van het Departement, N.G. VLIER. |
|