| |
| |
| |
GEBOUW van het TOONEELGENOOTSCHAP THALIA te PARAMARIBO.
| |
| |
| |
Voorberigt.
Het Manuscript van den Surinaamschen Almanak, voor het Jaar 1841, bijeengebragt door het Bestuur van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, aan den Algemeen Gevolmagtigde, te Amsterdam, den Heer H.W. Wijsman, opgezonden zijnde, werd de nette uitvoering van dezen Jaargang weder aan deszelfs welwillendheid en goede zorg met vertrouwen aanbevolen.
| |
Overeenkomstig het Besluit des Bestuurs, bevat de onderwerpelijke Almanak:
1o. | Eene Kunstplaat, voorstellende het Gebouw van het Tooneelgenootschap: Thalia, door eenige Ingezetenen opgerigt te Paramaribo. |
| |
| |
2o. | Den Almanak, met bijvoeging van den Waterstand aan Braamspunt. |
3o. | Het Koninklijk Huis der Nederlanden. |
4o. | De Regerende Hoofden van al de Europesche Rijken en Staten, benevens derzelver voornaamste betrekkingen. |
5o. | Het Ministerie van Marine en Koloniën. |
6o. | Hooge Regering, Schutterij, Militie-Wezen, Kollegiën en Ambtenaren in de gezamenlijke Nederlandsche Westindische Bezittingen. |
7o. | Chronologische Naamlijst der Leden van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. |
8o. | Volledige Naamlijst der Plantaadjes en Gronden, met vermelding van derzelver getal Slaven, de grootte der Concessiën en het Produkt, der Eigenaren, Directeuren en Administrateuren. |
9o. | Alphabetische Naamlijst der Plantaadjes, met aanwijzing van derzelver ligging aan de Rivieren of Kreken; mededeeling van de benamingen, onder welke dezelve bij de Slaven bekend zijn, en van de bladzijden, warrop zij vermeld staan. |
| |
| |
| |
Als Bijlagen, tot gerijf der Ingezetenen, zijn in dit Jaarboekje opgenomen:
a. | Publicatie van den 31sten Maart, 1840 (Gouvernements-Blad No 2), waarbij wordt afgekondigd het, bij 's Konings Besluit van den 11den Januarij, 1840, No. 116, gearresteerd ‘Reglement wegens het hooger beroep aan den Hoogen Raad van Vonnissen in burgerlijke zaken, gewezen door het Geregtshof in Suriname.’ |
b. | Publicatie van den 12den Mei, 1840 (Gouvernements-Blad No. 3), waarbij een nieuw Reglement op het Brandwezen wordt ingevoerd. |
c. | Publicatie van den 27sten Julij, 1840 (Gouvernements-Blad No. 9), inhoudende verordeningen ten aanzien van personen, welke uit de Kolonie vertrekken willen, alsmede betrekkelijk de oppositiën, welke tegen dusdanig vertrek mogten worden ingesteld. |
| |
| |
| |
De Mengelingen, hierbij gevoegd, behelzen:
A. | Beknopte Bijdrage wegens het Tooneelgenootschap: Thalia. |
B. | Betoog, dat de mensch gelukkiger is in eene welingerigte maatschappij dan in den Natuurstaat. |
C. | Eenige losse Dichtstukjes. |
D. | Staat der Zeemagt in de Westindiën. |
E. | Statistische Tabelle van Paramaribo. |
F. | Tabellarisch Overzigt van Uitgevoerde Produkten en Houtwaren, gedurende het Jaar 1839. |
Door de hartelijke medewerkzaamheid van den Heer Algemeen Gevolmagtigde des Departements in het Moederland, is, bij de Uitgave van den Almanak voor het Jaar 1840, in eene wezenlijke behoefte van dat Jaarboekje voorzien, door de bijvoeging van eene Kunstplaat, voorstellende: Gezigt op de Plantaadje Johanna Charlotta, gelegen binnen deze Kolonie aan de Matappica-Kreek; zoo ook door het opnemen der lieve Dichtstukjes, vervaardigd door de Heeren F. Wijsman en Aug. Stafford; het Bestuur kwijt zich van eene aangename taak, door aan welgemelden Heer, zoo voor die bijzondere zorg, als in het algemeen voor de diensten,
| |
| |
welke ZijnEd. voor de belangen des Departements, met de meest mogelijke goedwilligheid en daarbij tevens zoo geheel belangeloos, voortdurend aan den dag legt, de hulde van dankbare erkentenis openlijk aan te bieden.
Mogt het Bestuur alwederom door eenige welgezinden in deze Kolonie ondersteund zijn geworden in de zamenstelling van het Manuscript dezes Almanaks, - voor welke ontvangene bewijzen van belangstelling de opregtste dank bij dezen wordt toegebragt aan hen, die daartoe wel hebben willen bijdragen, - zoo moest hetzelve van de andere zijde zich beklagen, dat de zoo tijdig, als vriendelijk gedane aanvragen, om opgaven en mededeelingen ten aanzien van de Plantaadjes en Gronden, voor het meerendeel, zoo laat, en voor een gedeelte zelfs in het geheel niet zijn beantwoord. Behalve dat de Redactie van dit Jaarboekje niet onderrigt is geworden opzigtelijk al de veranderingen, welke deswege hebben plaats gevonden, zoo dat noodwendig eenige onnaauwkeurigheden in de Naamlijst der Plantaadjes zijn ontstaan, is daaruit voortgevloeid, dat men het Manuscript met geene mogelijkheid vroeger in gereedheid heeft kunnen brengen; en naardien de instandhouding van dit Jaarboekje volstrekt afhankelijk is van eenen algemeenen bijstand, zoo herhaalt het Bestuur het reeds
| |
| |
meermalen gedaan verzoek, dat toch ieder Lid van het Departement een gedeelte van zijnen tijd daaraan ten offer brenge!
Op last van het Bestuur:
De Secretaris van het Departement,
N.G. VLIER.
Paramaribo,
den 1sten October, 1840.
|
|