| |
| |
| |
GEZIGT OP DE PLANTAADJE JOHANNA CHARLOTTA.
| |
| |
| |
Voorberigt.
Het Bestuur van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, heeft het genoegen den Surinaamschen Almanak, voor het Jaar 1840, den Leden deszelven Departements aan te bieden.
| |
Naar aanleiding van het Besluit des Bestuurs, bevat deze Jaargang:
1o. | Den Almanak, met bijvoeging van den Waterstand aan Braamspunt. |
2o. | Het Koninklijk Huis der Nederlanden. |
3o. | De Regerende Hoofden der Europesche Rijken. |
4o. | Het Ministerie van Koloniën. |
5o. | Hooge Regering, Schutterij, Militie-Wezen, Kollegiën en Ambtenaren in de gezamenlijke Nederlandsche Westindische Bezittingen. |
| |
| |
6o. | Chronologische Naamlijst der Leden van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. |
7o. | Volledige Naamlijst der Plantaadjes en Gronden, met vermelding van derzelver getal Slaven, de grootte der Concessiën en het Produkt, der Eigenaren, Directeuren en Administrateuren. |
8o. | Alphabetische Naamlijst der Plantaadjes, met aanwijzing van derzelver ligging aan de Rivieren of Kreken; mededeeling van de benamingen, onder welke dezelve bij de Slaven bekend zijn, en van de bladzijden, waarop zij vermeld staan. |
| |
Als Bijlagen, tot gerijf der Ingezetenen, zijn in dit Jaarboekje opgenomen:
a. | Wet van den 25sten April, 1838, Gouvernements-Blad No. 6. (Houdende wijzigingen der Reglementaire bepalingen omtrent den in- en uitvoer van Slaven in de Nederlandsche Westindische Bezittingen, vervat in de Publicatie van den 26sten/29sten October, 1830.) |
| |
| |
b. | Publicatie van den 12den September, 1838, Gouvernements-Blad No. 12. (Behelzende bepaling van het bedrag der Bankbiljetten van Tien, Vijftien en Vijf en twintig Cents, hetwelk men gehouden zal zijn bij betalingen in ontvangst te nemen.) |
c. | Publicatie van den 8sten Februarij, 1839, Gouvernements-Blad No. 7. (Houdende bepaling der wijze, waarop de schadeloosstelling zal worden geregeld, ten behoeve des Eigenaars eens Slaafs of Slaven, in het geval, dat deze door het Gouvernement, ter belooning van bijzondere aan den dag gelegde trouw, met den schat van vrijdom worden begiftigd.) |
| |
De Mengelingen, hierbij gevoegd, behelzen:
A. | Beknopt Verslag van de werkzaamheden en den staat des Departements Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, van Maart, 1832, tot Augustus, 1839. |
B. | Redevoering over den invloed van de beoefening der Menschlievendheid op het wezenlijk geluk, uitgesproken door den Secretaris des
|
| |
| |
| Departements, in de Algemeene Vergadering, gehouden den 15den April, 1839, bij gelegenheid der feestelijke uitreiking van eenen Eereprijs aan Petrus Frederik Bijderhand. |
C. | Eenige losse Dichtstukjes. |
D. | Statistische Tabelle van Paramaribo. |
E. | Tabellarisch Overzigt van Uitgevoerde Produkten en Houtwaren, gedurende het Jaar 1838. |
F. | Stand van den Thermometer te Paramaribo, in de Gravenstraat, gedurende de maanden October, 1838, tot September, 1839, waargenomen door den Heer R.H. Esser. |
G. | Nominative Lijst van Officieren in het Garnizoen te Suriname, of tot dat Garnizoen behoorende, overleden sedert 1822, ongerekend drie Gouverneurs. |
H. | Nominative Lijst van Officieren en Kadets, den 27sten Januarij, 1816, te Curaçao aangekomen, als destijds behoorende tot de bezetting van voormeld Eiland. |
Het Bestuur had de hoop gevoed, dit Jaarboekje te versieren met eene Kunstplaat, voorstellende het Gebouw
| |
| |
van het Tooneel-Genootschap: Thalia, onlangs alhier opgerigt; omstandigheden echter, onafhankelijk van deszelfs magt, hebben deze hoop verijdeld, en zou er alzoo geene Plaat geleverd zijn geworden, ware het niet, dat men, door de zorg van den Heer Algemeen Gevolmagtigde des Departements in het Moederland, in dit ontbrekende heeft kunnen voorzien, door de bijvoeging eener Kunstplaat, voorstellende: Gezigt op de Plantaadje Johanna Charlotta.
Het Bestuur acht het zich ten pligt, den warmsten dank toe te brengen aan hen, wier welwillende medewerking zoo veel heeft bijgedragen, zoo tot de zamenstelling van dit Jaarboekje, als inzonderheid tot verbetering van een aantal feilen, welke in vorige Jaargangen waren ingeslopen; men zal vooral in de Naamlijst der Plantaadjes en Gronden ontwaren, dat de Redactie met de meestmogelijke zorgvuldigheid de aanmerkingen heeft opgevolgd, die van onderscheidene zijden zoo heuschelijk zijn medegedeeld. Mogten, in weerwil van alle aangewende pogingen tot wegneming der misstellingen, alsnog eenige zijn overgebleven, men wijte dit geenszins aan veronachtzaming der ingezondene opgaven, maar veeleer daaraan, dat eenige
| |
| |
weinige van deze zeer laat en tevens niet geregeld zijn ontvangen; terwijl iedere vriendelijke teregtwijzing deswege door het Bestuur met erkentelijkheid aangenomen, en daarvan een gepast gebruik gemaakt zal worden.
Op last van het Bestuur:
De Secretaris van het Departement,
N.G. VLIER.
Paramaribo,
den 30sten September, 1839. |
|