Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1833

[p. t.o. III]

JODEN-SAVANE. RIVE BOVEN SURINAME, IN HET AFVAREN AAN DE REGTER HAND.

[p. V]

Voorberigt.

Bij het overzenden van het manuscript van den Surinaamschen Almanak voor het jaar 1832, voedde het Bestuur van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, de aangename hoop, dat, dewijl alles was aangewend, zoo, aan de eene zijde, om alle misstellingen, die in vroegere jaargangen geslopen en ter kennisse van hetzelve gekomen waren, te verbeteren, en daarbij het Mengelwerk aangename en nuttige Bijdragen te doen bevatten, als om, aan de andere zijde, de tijdige uitgave van dit Jaarboekje te bevorderen, het gevolg alzoo geene andere, dan genoegelijke uitkomsten voor hetzelve opleveren zoude. De tevredenheid, welke de Leden des Departements in het algemeen hebben betuigd, zoo over de inrigting als uitvoering van dien jaargang, heeft die hoop bevestigd. Zij heeft het Bestuur aangemoedigd, dezen arbeid met kracht

[p. VI]

voort te zetten, en vlijtig gebruik te maken van alle middelen, in deszelfs bereik vallende, waardoor het nut van dit Jaarboekje hoe langer hoe meer zoude kunnen worden uitgebreid.

Het manuscript van den jaargang 1833 is thans zamengesteld, en wordt aan onzen ijverigen Gevolmagtigde den Heer H.W. Wysman, te Amsterdam, opgezonden; zijne belangstelling in al wat ons Departement betreft, waarborgt ons, dat geene pogingen onbeproefd zullen worden gelaten, die de strekking hebben kunnen, om dit Jaarboekje zoo tijdig uit te geven, als de Leden in het algemeen, en het Bestuur in het bijzonder, wel wenschen.

Het Bestuur heeft goedgevonden dezen jaargang te doen bevatten:

1^o.	Eene teekening van de Joden-Savanah, gelegen aan den regteroever der Rivier Suriname, in het afvaren, vervaardigd door ons geacht Medelid N. Box.
2^o.	Den Almanak, met bijvoeging van den waterstand aan Braamspunt.
3^o.	Het Koninklijk Huis der Nederlanden.
4^o.	De Regerende Hoofden der Europesche Rijken.

[p. VII]

5^o.	Het Departement voor de Nationale Nijverheid en de Koloniën.
6^o.	Hooge Regering, Schutterij, Militie-wezen, Ambtenaren en Kollegiën in de gezamenlijke Nederlandsche Westindische Bezittingen.
7^o.	Naamlijst der Leden van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen.
8^o.	Volledige Naamlijst der Plantaadjes, met vermelding van de grootte der Concessiën en het Produkt, der Eigenaren, Administrateuren en Directeuren, zoo als die zich bevonden op den 15^den Augustus, 1832.
9^o.	Alphabetische Naamlijst der Plantaadjes, met aanwijzing van derzelver ligging aan de rivieren of kreken, en de bladzijde, waarop dezelve vermeld staan.

Als Bijlagen, tot gerijf der Ingezetenen, zijn in dezen jaargang opgenomen:

a.	Publicatie, d.d. 19 December, 1831. (Houdende Kennisgeving van de Aanvaarding van het Gouvernement-Generaal, ad interim, der Nederlandsche Westindische Bezittingen, door den Pro-

[p. VIII]

	cureur-Generaal der Nederlandsche Westindische Bezittingen.)
b.	Publicatie, d.d. 6 Februarij, 1832. (Houdende Bepalingen ten aanzien der heffing van het Uitgaand Regt op de Suiker met 1 Maart, 1832, volgens eene deswege te doene taxatie van de waarde; ter voldoening aan het Koninklijk Besluit van 19 November, 1831, N^o. 48; mitsgaders Kennisgeving, dat bij hetzelve Besluit alverder is bepaald: dat de betaling der Akkergelden van met toestemming der Regering verlatene Plantaadjes zal ophouden nadat de amotie is volbragt; dat het terugnemen van Plantaadjes in den boezem van het Domein wordt toegelaten, en dat, te rekenen van 1 Januarij, 1832, buiten bezwaar der Surinaamsche kas, in het te kort der geldmiddelen van Curaçao, St. Eustatius en St. Martin zal worden voorzien.)
c.	Publicatie, d.d. 23 Maart, 1832. (Houdende invoering van het Reglement op de Manumissie van Slaven in de Nederlandsche Westindische Bezittingen, goedgekeurd bij Zijner Majesteits Besluit van 23 October, 1831, N^o. 83.)
d.	Publicatie, d.d. 27 Maart, 1832. (Regelende

[p. IX]

	de, volgens Art. 15, § 1, van het Reglement op de Manumissie, bij het verzoeken van Brieven van Manumissie, in de Generale Geldkamer te storten som, alsmede den vorm van den te stellen personelen borgtogt.)
e.	Publicatie, d.d. 27 Maart, 1832. (Houdende bepaling der Loodsgelden voor het naar buiten loodsen van schepen uit de Rivier Suriname naar Zee.)
f.	Publicatie, d.d. 10 April, 1832. (Houdende ampliatie op Art. 68 van de Publicatie, betrekkelijk het heffen der Belasting op de Erfvolgingen, d.d. 1/11 Junij, 1830. (Gouvernements-Blad, N^o. 9.))
g.	Publicatie, d.d. 1 Mei, 1832. (Waarbij door het Gemeente-Bestuur, met approbatie van den Hoogen Raad der Nederlandsche Westindische Bezittingen, worden gearresteerd bepalingen ten aanzien van het Schietgeweer en Ammunitie op Plantaadje.)
h.	Publicatie, d.d. 2 Mei, 1832. (Waarbij het Besluit Zijner Majesteit, d.d. 6 Maart, 1832, N^o. 67, houdende benoeming van M^r. E.L. Baron van Heeckeren tot Gouverneur-Generaal

[p. X]

	der Nederlandsche Westindische Bezittingen, en Opperbevelhebber van de Land- en Zeemagt in dezelve, met den rang van Generaal-Majoor, ter kennisse van de Ingezetenen en Bewoners der Westindische Bezittingen wordt gebragt.)
i.	Publicatie, d.d. 22 Mei, 1832. (Strekkende ter vereenvoudiging van de Regtspleging ten aanzien van de misdrijven, bekend onder den naam van feitelijke gewelddadigheden, waartegen voorzien is bij Publicatie van 16/17 Maart, 1830. (Gouvernements-Blad, No. 2.))
k.	Publicatie, d.d. 12 Junij, 1832. (Houdende invoering van een Register, bestemd, om in hetzelve in te schrijven den overgang van onroerende goederen, bij erfenis of vermaking bij uitersten wil.)
l.	Publicatie, d.d. 10 Julij, 1832. (Houdende strafbepalingen tegen verbale injuriën, burengerucht en schennis van het huisregt.)

De Mengelingen, hierbij gevoegd, behelzen:

A.	Verslag van de Werkzaamheden en den Staat des Departements Paramaribo, van de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, van Maart, 1830, tot

[p. XI]

	Maart, 1832; voorgedragen in de Algemeene Vergadering des Departements, gehouden op den 26^sten Maart, 1832.
B.	Verhandeling over den voormaligen toestand der Kolonie Suriname, vergeleken met haren tegenwoordigen staat; uitgesproken door den Bestuurder M^r. C.P. Vlier, in de Algemeene Vergadering des Departements, gehouden den 17^den Mei, 1830.
C.	Schets der ligging van eene Rots, op 10 mijlen afstands in het N.N.W. van den grooten Konstapel, waargenomen door den Scheepsbevelhebber L. Bazin, aan boord der Fransche Brik Emilia, op den 23^sten Maart, 1832; ingeleverd door ons geacht Medelid R.H. Esser, 1^sten Luitenant-Adjudant, Havenmeester dezer Kolonie.
D.	Beknopte Beschrijving van de Joden-Savanah, gelegen aan den regteroever der Rivier Suriname, in het afvaren.
E.	Tabelle van het getal Geborenen, Gehuwden, Overledenen, Nieuw-Aangekomenen en Vertrokkenen, in het jaar 1831.
F.	Tabellarisch Overzigt van Uitgevoerde Produkten, in het jaar 1831.
G.	Naamlijst der op de Kolonie Suriname varende

[p. XII]

	Nederlandsche Koopvaardijschepen, derzelver Schippers, de hoegrootheid der Lasten en totaal der Bemanning.
H.	Korte Beschrijving van den noodlottigen brand te Paramaribo, op den 3^den en 4^den September, 1832; en Lijst van de daarbij vernielde woningen.
I.	Programma van Prijsvragen, opgegeven door het Surinaamsch Landbouwkundig Genootschap, onder de zinspreuk: Prodesse Conamur.
K.	Korte Surinaamsche Kronijk, van het jaar 1773 tot 1790.

Het Bestuur kan niet afzijn, aan de Commissie, welke met de Redactie van het manuscript dezes jaargangs is belast geweest, deszelfs vriendelijken dank te betuigen voor alle zorg en moeite, door haar hieraan besteed; het houdt zich ten volle overtuigd, dat ook dit Jaarboekje den Leden des Departements tot nut en tot genoegen verstrekken zal. Het noodigt eindelijk alle Leden des Departements minzaam uit, aan de instandhouding van dezen Surinaamschen Almanak, zoo veel doenlijk, te willen bijdragen.

Op last van het Bestuur:

De Secretaris van het Departement,

N.G. VLIER.

Paramaribo,

15 Augustus, 1832.