| |
| |
| |
Publicatie.
Wij abraham de veer, Ridder van de Orde van den Nederlandschen Leeuw, Generaal-Majoor in Dienst van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden, Gouverneur der Kolonie Suriname, mitsgaders Opper-Bevelhebber over de Land- en Zeemagt in dezelve, enz. enz. enz.
Benevens
De Raden van Policie en Criminele Justitie.
Aan al degenen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut!
Alzoo wij, in overweging nemende den tegenwoordigen finantiëlen toestand der Administratie, mitsgaders de vermeerderde uitgaven voor de dienst van het toekomend jaar, bevonden hebben, dat deze uitgaven niet kunnen worden bestreden, ten zij de inkomsten in evenredigheid worden verhoogd; en ons daartoe geene meer billijke noch geschiktere middelen zijnde voorgekomen, dan dezulke, welke geenszins op de klasse der goede Ingezetenen drukken, die, volgens het bestaande belastingstelsel, reeds zijn bezwaard; en waardoor zoo veel mogelijk de plaatshebbende ongelijkheid wordende weggeno- | |
| |
men, tevens alle standen dezer Maatschappij, welke daarvoor vatbaar kunnen geacht worden, in de publieke lasten zullen deelen.
Zoo is het, dat wij, onder goedkeuring van Zijne Majesteit, hebben goedgevonden en verstaande arresteren de navolgende
| |
Ordonnantie, volgens welke het Patentregt, op den handel, neringen, beroepen en bedrijven zal worden geheven.
Art. I.
Te rekenen van den 1 Januarij 1827, en vervolgens telken jare, zal niemand eenigen handel, beroep of nering, welke onderscheidenlijk in deze ordonnantie zijn beschreven, vermogen uit te oefenen, ten zij voorzien van een Patent; waarbij hem zulks wordt toegestaan.
| |
Art. 2.
Het regt van Patent zal worden geheven in twee termijnen, waarvan de eerste zal worden voldaan bij de afgifte van het Patent, en de tweede vóór of uiterlijk op den 31 Maart van elk jaar, volgens de hoegrootheid, voor de onderscheidene klassen der Patentpligtigen bij art. 12 bepaald.
| |
Art. 3.
De Patenten zullen worden voorzien en bezwaard
| |
| |
met een Zegel ten bedrage van drie gulden, en verkrijgbaar worden gesteld, vóór of uiterlijk op den 1 Februarij 1827, en vervolgens bij den aanvang van elk jaar, ten kantore van den Ontvanger der Kerkgeregtigheid en 's Lands Gasthuis, als provisioneel zijnde belast met de Ontvangst van dit middel.
| |
Art. 4.
Be Ingezetenen, welke zich van een Patent zullen willen voorzien, zullen een door hen onderteekend, en ten burele van het Officie-Fiscaal alvorens geviseerd declaratoir, ten kantore van gemelden Ontvanger moeten indienen, in hetwelk zij zullen moeten doen blijken, voor welken handel, beroep, bedrijf of nering zij verlangen te worden gepatenteerd, ingevolge de in art. 12. omschreven klassificatie. Deze declaratoiren zullen ten kantore van den Ontvanger, ter invulling, vrij van kosten, kunnen worden verkregen, en aldaar tegen de aan de declaranten af te geven Patenten blijven berusten.
| |
Art. 5.
Zoodanig Patent zal den verkrijger de bevoegdheid geven, om gedurende den loop van dat jaar, waarin hetzelve is uitgegeven, den daarin vermelden handel, bedrijf, beroep of nering, binnen de uitgestrektheid der Kolonie, aan te vangen en voort te zetten, zonder daartoe eenig ander verlof, consent, akte, of, wat het ook anders moge zijn, te behoe- | |
| |
ven, des echter, dat de te verleenen Patenten niet zullen vrijstellen van te voldoen aan de bepalingen van algemeene en plaatselijke Policie.
| |
Art. 6.
De Patenten zullen voor het geheele jaar genomen moeten worden, en zal mitsdien geene restitutie of afschrijving, uit hoofde van het ophouden of verlaten van dusdanigen handel, beroep, nering of bedrijf, in den loop van het jaar kunnen plaats hebben.
| |
Art. 7.
Degenen, die, in den loop des jaars, eenigen aan het Patentregt onderhevigen handel, beroep, nering of bedrijf aanvangen, behoeven die belasting slechts te betalen naar gelang van het gedeelte, dat nog van het jaar overig blijft, berekend bij een vierendeeljaars, zonder dat een vierendeeljaars zal mogen gesplitst worden.
| |
Art. 8.
Van het regt om Patent te verkrijgen, zullen zijn uitgesloten:
a. | Die door eene regterlijke magt in staat van beschuldiging zijn gesteld, of in regten voor eerloos worden gehouden. |
b. | Bankbreukigen, mitsgaders zij die Cessie van hunne goederen hebben gedaan, zoo lang hunne Crediteuren niet ten genoege zijn voldaan. |
| |
| |
| |
Art. 9.
Iemand gelijktijdig meer dan één der bij art. 12. onderscheidenlijk opgenoemde beroepen of bedrijven exercerende, zal gehouden zijn zich voor elk zoodanig beroep of bedrijf van een afzonderlijk Patent te voorzien.
| |
Art. 10.
Zoodanige Ingezetenen, welke, ofschoon reeds van Patent voorzien, gedurende den loop van het jaar, eenigen handel, beroep, bedrijf of nering zouden willen aanvangen, welke aan een hooger regt van Patent onderhevig is, dan van die klasse, waarin zij zich hebben gesteld, zullen gehouden zijn, daarvan schriftelijke, en bij het Officie-Fiscaal geviseerde Opgave te doen aan den Ontvanger, op gelijken voet als ten aanzien der gevorderde declaratoiren voor het primitieve Patent bij art. 4 is bepaald.
| |
Art. 11.
De Patenten voor alle beroepen, neringen en bedrijven in het volgende artikel dezer ordonnantie omschreven, zullen het bedrijf zelf concerneren, en niet de personen, die daarin zijn geïnteresseerd; dierhalve zal, zonder onderscheid, of een of meerder personen daarbij belang hebben, voor elk bedrijf, een Patent worden afgegeven, staande ten name desgenen of dergenen, welken hetzelve aangaat, of welke met de Administratie en directie is
| |
| |
of zijn belast, behoudens echter hetgene in art. 13. ten aanzien der Administratiën van Plantaadjes is vastgesteld.
| |
Art. 12.
Geene andere beroepen, neringen of bedrijven zullen aan het Patentregt zijn onderworpen, dan die, welke in het tegenwoordige artikel onderscheidenlijk en met name zullen worden opgenoemd, en zal de hoegrootheid der voor dezelve beroepen, neringen, of bedrijven benoodigde Patenten worden geregeld naar vijf klassen, en overeenkomstig het navolgende Tarief:
| |
Eerste klasse.
Het Patentregt voor de eerste klasse is f 500.
Aan dit regt zullen zijn onderworpen:
a. | Zeehandelaars, waardoor alhier verstaan worden de zoodanige, welke in deze Kolonie bekend zijn onder den naam van Amerikaansche Kooplieden, welke ladingen, met Noord-Amerikaansche schepen aangebragt, in opslag nemen en in détail verkoopen. |
b. | Winkeliers, waarvoor gehouden worden alle zoodanigen, welke openbare Winkels of Pakhuizen hebben, of ook, welke Winkel binnens huis doen, en die hunne waren en koopmanschappen, bij partijen, het stuk, de el, het pond en soortgelijken, hetzij zulks voor eigene rekening, hetzij in commissie geschiede, aan anderen verkoopen; dezelve behooren
|
| |
| |
| tot deze klasse, wanneer derzelver jaarlijksch debiet beloopt f 30,000 en daarboven. |
c. | Advokaten, voor eenige regterlijke Autoriteit postulerende; dezelve bebooren tot deze klasse, wanneer zij bereids drie jaren dit beroep in deze Kolonie hebben geëxerceerd; zij zijn gevolgelijk aan het hier voorkomend regt voor het vierde en volgende jaren onderworpen. |
d. | Apothekers, welke de Medicijnen, zoowel in het groot bij geheele ponden, doozen en flesschen, ten dienste der Chirurgijns ten platten lande, en ten behoeve der Plantaadjes, vervaardigen, en in het klein, volgens de recepten der medicinae-Doctors, verkoopen. |
| |
Tweede klasse.
Het Patent voor de tweede klasse is f 400. Onder deze klasse worden gerangschikt:
a. | Winkeliers, zoo als die hierboven bij de eerste klasse sub. litt. b. zijn omschreven; voor zoo verre derzelver jaarlijksch debiet is beneden de f 30,000, doch boven de f 20,000. |
b. | Artsen of Doctoren, welke als zoodanige door het Collegium Medicum tot de uitoefening der genees- en heelkunde in deze Kolonie zijn toegelaten.
Dezelve behooren tot deze klasse, wanneer zij bereids drie jaren dit beroep in deze Kolonie hebben uitgeoefend. Gevolgelijk vallen zij
|
| |
| |
| vallen zij in de termen van dit artikel voor het vierde en volgende jaren. |
c. | Prorureurs, voor eenige regterlijke Autoriteit in deze Kolonie postulerende. Dezelve behooren tot deze klasse, wanneer zij bereids drie jaren dit beroep alhier hebben geëxerceerd. Zij gevolge zijn lijk aan het hier voorkomende regt voor het vierde jaar en volgende onderworpen. |
| |
Derde klasse.
Het Patent voor de derde klasse is f 200. Tot dezelve behooren:
a. | Winkeliers als boven, voor zoo verre derzelver jaarlijksch debiet is minder dan f 20,000. Doch meer dan f 10,000. |
b. | Grossiers in Dranken, waardoor verstaan, worden de zoodanige, welke wijnen of dranken, per vat, per kist, of het dozijn verkoopen, hetzij zij dat bedrijf eeniglijk uitoefenen, of gelijktijdig andere nering doen. |
c. | Chirurgijns en Vroedmeesters, hetzij te Paramaribo, of ten platten lande geëtablisseerd. |
d. | Advokaten, voor het tweede en derde jaar, dat zij in deze Kolonie postuleren. |
e. | Administrateuren van Suiker-Plantaadjes, waarop zich op den eersten dag van elk jaar 125 Slaven of meer hebben bevonden, voor elke Administratie afzonderlijk, waarvan echter wor- |
| |
| |
| den uitgezonderd zoodanige Administrateuren, wier principaal in deze Kolonie is gedomiciliëerd, ten aanzien van welk domicilium dezelfde bepalingen geldig worden verklaard, als bij onze Publicatie van den 20 December 1826, in de daarbij voorkomende ordonnantie omtrent de heffing der uitgaande regten bij art. 3., zijn voorgeschreven; alsmede de zoodanige, aan welke het beheer van onder Sekwestratie of regterlijke custodie gestelde Plantaadjes is opgedragen, zullende echter van deze twee geexcipiëerde administratiën pro memoria melding moeten worden gemaakt, in het sub. art. 13. voorgeschreven declaratoir. |
f. | Schippers en Transierende Kooplieden. Hierdoor worden verstaan zoodanige Kapiteins, of Supercarga's van Nederlandsche Schepen, of Reizigers en Passagiers, welke aan Paramaribo Pakhuis of Winkel opslaan, of ook binnens huis winkel doen, en hunne waren in het groot en in détail verkpopen, of doen verkoopen.
Het Patent aan deze lieden af te geven zal elke drie maanden worden vernieuwd, en zal elk voor eenen zoodanigen Reiziger of Passagier gehouden worden, die niet eenen tijd van een jaar en zes weken achtervolgelijk in deze Kolonie zijn persoonlijk verblijf heeft gehad. |
g. | De Drukkers en Uitgevers van Couranten. |
| |
| |
| |
Vierde klasse.
Het Patent voor de vierde klasse is f 100.
Onder deze klasse zijn begrepen:
a. | Artsen of Doctoren, voor de drie eerste jaren, dat zij dit beroep in deze Kolonie uitoefenen. |
b. | Administrateuren van Suiker - Plantaadjes, waarop zich op den eersten dag van elk jaar minder dan 125 Slaven hebben bevonden, onder dezelfde bepalingen als voren. |
c. | Administrateuren van Koffij-, Katoen-, Kakao- en Indigo-Plantaadjes en Houtgronden, waarop zich op den eersten dag van elk jaar 125 Slaven of meer hebben bevonden, onder dezelfde bepalingen als voren. |
d. | Artsen of Doctoren en Chirurgijns, welke zieke Slaven in hunne particuliere Hospitalen verplegen, boven het Patent, voor de uitoefening dier respective beroepen vereischt. |
e. | Prokureiurs, voor de drie eerste jaren, dat zij in deze Kolonie postuleren. |
f. | Solliciteurs welke zaken waarnemen bij het Collegie van kleine zaken. |
g. | Winkeliers als boven, voor zoo verre derzelver jaarlijksch debiet is minder dan f 10,000 doch meer dan f 5000. |
h. | Molenmakers. |
i. | Scheepstimmerlieden. |
k. | Metselaarsbazen. |
l. | Venduhouders. |
| |
| |
| |
Vijfde klasse.
Het Patent voor de vijfde klasse is f 50.
Hiervan zullen zich moeten voorzien:
a. | Advokaten, voor het eerste jaar, dat zij in deze Kolonie voor eenige regterlijke Autoriteit zijn geadmitteerd. |
b. | Administrateuren van Koffij-, Katoen-, Kakao- en Indigo-Plantaadjes en Houtgronden, waarop zich op den eersten dag van elk jaar minder dan 125 Slaven hebben bevonden, onder dezelfde bepalingen als voren. |
c. | Winkeliers als boven, wier jaarlijksch debiet is minder dan f 5000. |
d. | Apothekers, welke eeniglijk recepten bereiden, en geene geneesmidelen in het groot, zoo als die onder de eerste klasse zijn gerangschikt, verkoopen. |
| |
Art. 13.
De Administrateuren van Plantaadjes zullen, met uitzondering op art. 11., met het Patentregt worden belast, in evenredigheid van het aandeel, hetwelk zij in eenige administratie zijn bezittende; voorts zullen zij, welke over meer dan ééne Plantaadje het beheer voeren, gehouden zijn, alle hunne administratiën in één en hetzelfde declaratoir te vervatten, ingerigt volgens het hierbij gevoegde model, tegen overgifte van welk declaratoir, aan hen ook slechts
| |
| |
een enkel Patent, voorzien met een Zegel van drie gulden, zal worden afgegeven, welk Patent de hoegrootheid zal hebben van het totaal der regten, wegens de onderscheidene door den declarant gevoerde administratiën, uit kracht dezer Ordonnantie, aan den lande verschuldigd.
| |
Art. 14.
Wanneer in eenige administratie van Plantaadje of aandeel in dezelve administratie, voor welke of waarvoor reeds het regt van Patent betaald is, in den loop van hetzelfde jaar een ander persoon mogt optreden, zal deze niettemin tot het nemen van een nieuw Patent zijn verpligt, onder observatie der voorschriften, vervat in art. 7.
| |
Art. 15.
Een iegelijk, die bevonden mogt worden eenigen handel, beroep, nering of bedrijf, welke in het twaalfde Artikel zijn omschreven, uit te oefenen, zonder zich alvorens van het jaarlijksch daartoe volgens de vorenstaande klassificatie benoodigd Patent te hebben voorzien, zal verbeuren eene boete van drie honderd gulden; wordende den Heer Raad-Fiscaal de bevoegdheid toegekend, en op zijne verantwoordelijkheid de gehoudenheid opgelegd, om de Pakhuizen en Winkels van de zoodanigen onmiddellijk te doen sluiten, of aan hen de voortzetting van hun beroep of bedrijf te interdiceren, tot zoo lang de geïncur- | |
| |
reerde boete zal zijn voldaan, en zijlieden van behoorlijk Patent zullen zijn voorzien.
| |
Art. 16.
Wanneer het aan den Raad-Fiscaal, bij de exhibitie der declaratoiren, ten einde door hem, ingevolge art. 4., te worden geviseerd, mogt voorkomen, dat de declaranten zich niet in zoodanige klassen hebben geplaatst, als met de voorschriften dezer Ordonnantie en des Declarants bekende betrekkingen en maatschappelijken toestand overeenkomstig is, zal de declarant, op de vordering van den Raad-Fiscaal, gehouden zijn, deze declaratie te redresseren, en zal de declarant, waanneer hij daartoe ongezind mogt zijn, door den Raad-Fiscaal ter Fiscaalsrolle worden geroepen, ten einde door Heeren Gecommitteerde Raden ten dezen de plano worde beslist, behoudens echter de reauditie van partijën aan den vollen Raad; in welk geval niettemin de declarant zal worden gedebiteerd met de som, waarvoor hij ter eerster instantie is schuldig verklaard, onverminderd deszelfs regt op afschrijving of restitutie, ingeval, en voor zoo verre de uitspraak van Heeren Gecommitteerde Raden door het vonnis van den vollen Raad niet mogt worden geconfirmeerd.
| |
Art. 17.
In alle judiciëele en extra-judiciëele publieke akten moet van het verkregene Patent melding worden gemaakt, en tevens het origineel of een afschrift van het Patent bij de stukken ten processe overgelegd
| |
| |
worden, ten blijke, dat ten tijde der handeling, waarover het geschil of de regtzaak is geëntameerd, zoodanig persoon, uit krachte van dat Patent, als zoodanig is bevoegd geweest.
| |
Art. 18.
Geene Protesten, insinuatiën noch eenige andere judiciële of extra-judiciële publieke akten, het beroep betreffende, waarin iemand gepatenteerd is, zullen van eenige kracht zijn, tenzij in het hoofd van dezelve, bij den naam van dengenen, voor of door wien dezelve gedaan of gepasseerd worden, melding worde gemaakt van deszelfs verkregen Patent, met den datum, het nummer, gelijk mede van de klasse, waarin zoodanig iemand is gepatenteerd; zoo als ook door niemand in regten zal vermogen geägeerd te worden, noch iemand in zijne defensie worden toegelaten, in zaken zijnen handel, beroep, bedrijf of nering, aan het nemen van Patent onderworpen, betreffende, noch daarop regard geslagen, tenzij in het hoofd der stukken, door den aanlegger of gedaagde wordende geproduceerd, op dezelfde wijze als boven gezegd is, zijn verkregen Patent naar de klasse, waarvoor hij zich heeft aangegeven, worde omschreven; zoo als ook niemand ter aanteekening van zijne pretensiën ter Kurateele Kamer, voor zoo verre die proflueren uit eenig beroep, aan het regt van Patent onderhevig, zal worden toegelaten, zonder exhibitie van het Patent over het jaar,
| |
| |
waarover die pretentiën loopen, immers zonder productie van bewijs, dat de Crediteur over dat jaar behoorlijk is gepatenteerd geweest, van welk een en ander bij de aanteekening zal moeten blijken, alles op verbeurte van drie honderd gulden, zoo door dengenen, welke zoodanige stukken produceert, als door den openbaren Ambtenaar, welke dezelve, zonder inachtneming dezer formaliteiten, mogt hebben gepasseerd.
| |
Art. 19.
Desgelijks zal degene, die bevonden wordt gebruik te maken van een Patent, vallende in eene mindere klassificatie, dan die, welke zijn handel, bedrijf, beroep of nering, ingevolge deze Ordonnantie, vordert, verbeuren eene boete van honderd gulden, onverminderd de verpligting, om zich van een nieuw Patent te voorzien, in die klasse, waarin hij behoorde, en zulks over het geheele tijdvak, waarover de Koloniale inkomsten zullen blijken te zijn verkort.
| |
Art. 20.
Wanneer het mogt blijken, dat men met eenen derde verbindtenissen had aangegaan, de strekking hebbende, om aan dezen, ter ontduiking van de bij deze Ordonnantie vastgestelde regten, eene gesimuleerde kwaliteit toe te kennen, zal de Raad-Fiscaal gehouden zijn, om zoo tegen dengenen, in
| |
| |
wiens voordeel zoodanige verbindtenis wordt aangegaan, als tegen degenen, die zich zoodanige kwaliteit toeëigenen, wegens frauduleuse verkorting aan 's Lands regten, criminaliter te procederen, zoo als de Raad-Fiscaal ook de bevoegdheid zal hebben, om, ingeval van hevige suspicie wegens het bestaan van zoodanige ongeoorloofde engagementen, het Visum op de aan hem geëxhibeerde declaratoiren te weigeren.
| |
Art. 21.
De boeten, welke ten gevolge dezer Ordonnantie zullen worden gepercipiëerd, zullen worden genoten voor een derde door den Heer Raad-Fiscaal, voor een derde door den Ontvanger met de perceptie van dit middel belast, en voor een derde door de Koloniale Kas.
| |
Art. 22.
De Heeren Raad-Fiscaal en Raad-Contrarôleur van Finantiën worden respectivelijk, ieder voor zoo veel hem aangaat, belast met de uilvoering en handhaving dezes.
Lasten en bevelen, dat deze alhier naar stijle worde afgekondigd, aangeplakt en in het Gouvernements-Blad en de Couranten dezer Kolonie geïnsereerd; alsmede van Plantaadje tot Plantaadje in de onderscheidene Divisiën worde rondgezonden, ten einde een ieder zich daarnaar regele.
| |
| |
Gedaan, te Paramaribo, in de Kolonie Suriname, den 30 December des jaars 1826, het dertiende Zijner Majesteits regering.
De VEER.
Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,
De fungerende Secretaris,
J.G. Ringeling.
Gepubliceerd op heden
den 30 December 1826.
De fungerende Secretaris,
J.G. Ringeling.
| |
| |
| |
Bijlage, behoorende tot Art. 12.
Declaratoir voor administrateuren van plantaadjes.
Dienst van 182 |
De Ondergeteekende N.N. declareert Administrateur te zijn> van Plantaadje ......, en verlangt als zoodanig over den Jare 182, conform de hiernavolgende Tabel, te worden gepatenteerd. |
Nummer van ordf. |
NAAM der plantaajè. |
Produkt. |
Klasse, waartoe de Declarant behoort. |
Aandeel van den Declarant in de algeheele Administratie. |
1 |
Domburg |
Suiker. |
derde. |
voor het geheel. |
2 |
Beekhuizen |
Suiker. |
derde. |
½ |
3 |
Alida en Carelsburg |
Suiker. |
derde. |
4,12 |
4 |
Abigaëlslust |
Katoen. |
vierde. |
¼ |
5 |
Hanover |
Hout. |
vierde. |
½ |
6 |
Johannesburg |
Koffij. |
vierde. |
¼ |
7 |
Dordrecht |
|
|
|
8 |
Reynsfort |
|
|
|
9 |
Dageraad |
|
|
|
Dienst van 182 |
De Ondergeteekende N.N. declareert Administrateur te zijn van Plantaadje ......, en verlangt als zoodanig over den Jare 182, conform de hiernavolgende Tabel, te worden gepatenteerd. |
Nummer van ordf. |
Bedrag van het Patentregt over de algeheele Administratie. |
Beloop van des Declarants verschuldigde in het Patentregt, naar gelang van zijn aandeel in de algeheele Administratie. |
Aanmerkingen. |
1 |
f 200. |
f 200. |
|
2 |
f 200. |
f 100. |
|
3 |
f 200. |
f 67. |
|
4 |
f 100. |
f 25. |
|
5 |
f 100. |
f 50. |
|
6 |
f 50. |
f 13. |
|
7 |
|
|
Deze Plantaadje bevindt zich onder custodie. |
8 |
|
|
Deze Plantaadje bevindt zich onder Sequestratie. |
9 |
|
|
Des declarants principaal is in de Kolonie gedomiciliëerd. |
|
|
f 455. |
|
Handteckening des Declarants
Paramaribo, den
Geviseerd ten Burele van het
Officie-Fiskaal en aldaar
geregistreerd Sub. No.
Paramaribo, den
Raad-Fiskaal.
|
|