| |
| |
| |
Publicatie.
Wij JURIAAN FRANÇOIS FRIDERICI, Commandeur over de Colonie Suriname, Rivieren en Districten van dien, Colone der Militie, mitsgaders eerste Raad in den Hove van Politie en Crimineele Justitie der voorsz. Colonie, &c. &c. &c. en verder door de Edele Groot Achtbaare Heeren Directeuren en Regeerders der opgemelde Colonie geauthoriseert; omme 't Gouvernement geduurende 't Verlof van den Gouverneur Generaal WICHERS waar te neemen.
En
De Raaden van Politie en Crimineele Justitie der voorsz. Colonie, &c. &c.
Allen den geenen, die deezen zullen zien oste hooren leezen, Salut:
In Overweeging genomen hebbende, dat de Publicatie bij ons op den 20 December des Jaars 1781 geresolveerd ende gearresteerd, omtrent de Betalinge van Gerechtigheid ter oorzake van zeekere Transporten van vaste Essecten of onroerende goederen, aan verscheidene duisterheeden onderheevig is geworden, en in meer dan een geval eene bepaalde Uitlegginge is vereischende.
En verlangende hier in, ten gerieve der goede Ingezeetenen van deeze Colonie, te voorzien.
Zoo is het: dat Wij, met Voorkennisse en goedkeuringe der Edele Groot Achtbaare Heeren Directeuren en Regeerders deezer Colonie, hebben goed gevonden en verstaan ter zaake voorschreeve vast te stellen de navolgende Articulen, gelijk dezelve vast gesteld worden mitsdeezen.
Art. I.
Weegens het Transport van alle vaste Essecten oste onroerende goederen, waar van de willige oste onwillige Verkoopingen zullen zijn geschied, het zij alhier, het zij in den Vaderlande,
| |
| |
het zij elders, zal worden eene belasting opgebragt van 3 per Cent van de Koopprijs, waar voor die vaste Effecten ofte onroerende goederen zijn verkogt geworden.
En bij aldien de Koopprijzen, het zij geheel, het zij gedeeltelijk, mogten bestaan in eene Rente, door den Verkooper te betalen, zo zal, voor zo verre dit gedeelte aanbetreft, ingevalle die Rente geduurig zijn mogte, deszelfs beloop twintig maal bereekend worden, en van dit Capitaal de 3 per Cent belastinge opgebragt.
Dan zoo wanneer het een Lijfrente mogte zijn, zoo zal, indien het Lijff is van den ouderdom van 1 tot 20 Jaaren, de Somma der Rente 10 maal bereekend worden.
Van 20 tot 30 Jaaren 9 maal |
Van 30 tot 40 Jaaren 8 maal |
Van 40 tot 50 Jaaren 7 maal |
Van 50 tot 55 Jaaren 6 maal |
Van 55 tot 60 Jaaren 5 maal |
Van 60 tot 65 Jaaren 4 maal |
Van 65 tot 70 Jaaren 3 maal |
Van 70 tot 75 Jaaren 2 maal en boven |
de 75 Jaaren 1 maal |
Zullende van de Capitaale Som, uit deze bereekening voortspruytende, de Belasting teegen 3 per Cent worden opgebragt.
En zal deeze Lijst, zoo bij aldien niet anders bij Verkoop geconditioneerd is, bij de Transportant en Getransporteerde een ieder voor de helste worden gedraagen.
Art. II.
Dog wanneer de Eigendom van zodanige vaste Essecten oste onroerende goederen door den Eygenaar mogte worden overge- | |
| |
geeven teegens de uitwissching van zeekere Schuld, het zij dezelve bij Hypotheecq op dit vaste Effect gevestigd is, dan wel niet, zo zal van het Transport van dusdaanig vast Effect, de belastinge, op maniere als volgt, worden opgebragt.
Men zal uit de Boeken van het Comptoir der Casse teegens de Wegloopers opmaaken, hoe veel Producten door de Plantagien, welke in voegen als booven zullen moogen worden overgedragen, volgens middelbaare Reekening over de vijf jongstleedene Jaaren per ijder Jaar zouden weezen opgebragt. Men zal dit middelbaare getal Producten in Gelde bereekenen, na de middelbaare Prijs, volgens dewelke de Quotisatie der Producten aan de Casse teegens de Wegloopers in de vijf laatste afgeloopene Jaaren is opgebragt geworden.
En zal bij de Zuiker Plantagien daar bij gevoegd worden de waarde der Dram en Malassie, welke volgens middelbaare Reekening over de vijf jongstleedene Jaaren jaarlijks is gemaakt geworden, bereekend in Gelde teegens de Markt Prijs op het oogenblik dat het Transport komt te geschieden.
Die somme aanduidende het opbrengsel van voorsz. Plantagien in Gelde per Jaar, en dus voor een Jaar, zal zes maalen worden vermeenigvuldigt, en het zal van deezen uitkomst zijn, dat 3 per Cento voor deeze belasting zal worden opgebragt.
Dog bij aldien een waardeeringe uyt deeze ofte andere oorzaken diende te geschieden van nieuw aangelegde Gronden, en welke nog geen vijf Jaaren Producten hebben opgebragt, of zodanige Plantagien of Gronden, welkers Producten niet bultenlands worden verzonden, als Kost- Hout- en Kweek - Grouden, zo zal die waardeeringe gedaan worden door Twee Leeden uit deezen Hove, met den Heere Raad- en Boek - Houder - Generaal, welke Heeren daar toe, des goedvindende, het advis van Kundigen zullen inneemen.
| |
| |
En ten opzigte van zodanige Huizen en Erven alhier aan Paramaribo gelegen, welke, in voegen als booven, teegen de uitwissching van Schuld zouden mogen worden overgegeven, zal uit de Huurcedulle worden opgenoomen, hoe veel huur zodanig Huis en Erve gedurende de vijf laatste afgeloopen Jaaren, per ieder Jaar zoude hebben opgebragt, welke middelbaare Som, zijnde de huur van een Jaar, als booven zesmaal, zal worden vermeenigvuldigt, en van deeze uitkomst de 3 per Cent worden bereekend en betaald.
En ingevalle bij gebreeke van Huurcedulle, oste dat de Eigenaar zelve in het Huis mogte hebben gewoond ofte anderzints, zo dat de Huur op voorsz. wijze niet zoude kunnen worden opgemaakt, als dan zal dezelve worden opgenoomen uit de Taxatie, volgens welke voor zodanig Huis en Erff de Jaarlijksche Quotisatie aan de Casse der Gemeene Weide word opgebragt, en dezelve als dan in voegen voormeld bereekend worden, ten einde op dien Grond de Somme te vinden, waar van voorsz. 3 per Cent moet worden voldaan.
Art. III. De voorn. belasting van 3 per Cent, en wel op dezelfde wijze bereekend als in het voorgaande Artikel beschreeven staat, zal worden opgebragt, wanneer den Eigendom van eenig vast Effect of onroerend Goed in deeze Colonie, het zij alhier, in den Vaderlande, het zy elders, werd overgedragen.
1o. Bij Donatie, het zij onder leevende, het zij ter zaake des doods.
2o. Bij scheiding tusschen Eigenaaren van bij hun geoccupeerd wordende gemeenschappelijke vaste Effecten, het zij bij uitkoop, het zij anderzints.
3o. Bij Scheidingen, Schistingen, en Deelingen onder Erffgenaamen, waarvan echter uitgezonderd zullen zijn de zodanige
| |
| |
Erffgenaamen, dewelke met een vast Effect aanbedeeld zijnde, zig zullen koomen te vergenoegen met de Acte geformeerd van zodanige kaveling oste Boedelscheiding, zonder van de verdere Erfgenaamen, tot meerdere staving van hunnen Eigendom, gerechtelijk Transport te requireeren, oste te doen geeven.
Art. IV. Deeze belasting zal moeten worden betaald aan onzen Ontsanger der Casse teegen de Wegloopers, ofte zodanige andere als wij zouden moogen goedvinden in den tijd daar toe te despicieeren.
En zullen bij onderhandsche Verkoopingen, oste in de gevalle, bij het 2e. en 3e. Articul vermeld, die geenen, op wien den eigendom overgaat, voor de betaalinge moeten zorgen.
Dan bij Publicque willige Verkoopinge zullen de Vendue-Meesters, en bij onwillig Decreet, de Eerste Exploicteur, gehouden en verpligt zijn, uit de eerste aan hun te betaalene Kooppenningen deeze belasting te voldoen, ten waare de Termijnen laater waaren gestipuleerd, dan het Transport, in welk geval, zo wel als by onderhandsche verkooping, de Kooper voor de betaling op de praecise tijd zal hebben te zorgen.
Art. V. En ten einde deeze onze Beveelen stiptelijk worden nagekomen, zo zullen van alle de vaste Effecten, waar van den Eigendom op voorsz. wijzen komen over te gaan, de Transporten moeten worden verleeden voor de Raaden uit den Hove van Civiele Justitie in deeze Colonie; dewelke wederom deeze Transporten niet zullen mogen te verlijden, dan nadat hen van de betalinge der belasting bij behoorlijke Quitantie zal zijn gebleeken.
Wordende wijders hier meede alle Transporten en Transactien hoe genaamd, en geene uitgezonderd, door welke de Eigendom van vaste Effecten, op de wijze voormeld, word overgedragen, verklaard te zijn nul en van geener waarde en buiten alle wer- | |
| |
kinge in Rechten, wanneer de voorsz. belastinge daar van niet mogte zijn opgebragt, op Poene daar en booven, zo voor den Verlijder, als verleedenen, en van die geene, welke over de verlijding mogten hebben gestaan, van Tien per Cent ieder reis te bereekenen op dezelfde wijze als de 3 per Cent van deeze belasting, en te verdeelen bij gelijke Derden, tusschen het Officie-Fiscaal, tusschen het Comptoir aan het welk de betaalinge geschied, en tusschen den Aanbrenger.
Art. VI. Blijvende laatstelijk in zijn geheel het geene by onze voorige Publicatie van den 20 November 1781 weegens het Vijlgeld der vaste Effecten bij Publicque Verkoopinge is vast gesteld, als waar van, even gelyk voor heen, niet meer dan 3 per Cent van de Koop Prijzen als Veijlgeld zal worden betaald.
En op dat niemand hier van Ignorantie pretendeere, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, zo des gebruikelijk is.
Aldus gedaan, Geresolveert en Gearresteerd in onze Vergadering gehouden alhier aan Paramaribo den 6 Junij 1791, en gepubliceert den 14e. daar aanvolgende.
(was Geteekent) FRIDERICI.
(Onderstond) Ter Ordonnantie van den Hove,
(En Geteekent) J.J. WOHLFART, |
|