Het valt om te beginnen op dat er veel sprake is van fysieke beweging. Het laatste vers van het voorafgaande hoofdstuk meldt dat iedereen weer naar huis gaat, na een eerdere scène rond beschuldiging en veroordeling - daarin betreffende Jezus zelf. Aansluitend gaat hij naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen naar de Tempel. Het hele volk kwam naar hem toe en Jezus gaat zitten. De overspelige vrouw wordt naar hem toe gebracht en in het midden geplaatst. Jezus buigt zich voorover en schrijft in het zand. Hij richt zich op en na zijn verrassende en blijkbaar te denken gevende voorstel buigt hij opnieuw voorover. De wetsgetrouwen gingen een voor een weg. Jezus richt zich opnieuw op en nodigt de vrouw uit naar huis te gaan.
Ook de gevoelens van schaamte zijn in dit dynamische verhaal veelvuldig en ontwikkelen zich. De vrouw zal zich beschaamd hebben gevoeld, want op heterdaad betrapt, en nu ook nog in het openbaar en in het volle zicht (in het midden) door iedereen hierop aangesproken en in principe al veroordeeld. De schaamte bij haar groeit en verhevigt zich.
Ze zal hebben beseft wat de wet van Mozes voor een dergelijk door getuigen vastgesteld vergrijp van vrouwen - niet van mannen! - die verloofd of gehuwd zijn voorschrijft: wurging in geval van een gehuwde, steniging in geval van een verloofde vrouw. Ze zal dus een jong meisje zijn geweest. Een situatie die past in een hedendaagse omschrijving van ‘slut-shaming’: ‘het publiek aan de kaak stellen van vergrijpen tegen het verwachte gedrag (en ook het uiterlijk) van vrouwen en meisjes, gerelateerd aan de seksualiteit’. Het is opvallend hoezeer schaamte en schuld - en de omgang daarmee - door de eeuwen heen, en in ook in verschillende godsdienstige tradities, zich zo sterk op het fysieke en seksuele richten. Kledingvoorschriften, verboden en geboden rond conceptie en geboorte, bepalingen van wat ‘onrein’ zou zijn en van zuivering daarvan, staan vaak in deze context. Zoals ook in de biechtpraktijk het begrip ‘zonde’ sterk gekoppeld was aan de ‘seksuele moraal’ (wat bijna als een pleonasme werd ervaren). De meer actuele vormen van ‘slut-shaming’ spelen zich met name in de sociale media af. Vlaams onderzoek uit 2017 toont dat 1 op de 5 tienermeisjes te maken krijgt met dit pijnlijke en brandmerkende fenomeen. Daarbij gaat het niet alleen om ‘daders’ en ‘slachtoffers’, maar ook om degenen die hiervan de ‘getuigen’ zijn. Merkwaardig hoe een vorm van genot kan samenhangen met het getuige zijn van (vermeend) pervers gedrag van anderen, wellicht gemengd met een eigen schuldgevoel vanwege het kijken en luisteren daarnaar. Iedereen zal weleens bevrediging én schuld ervaren hebben bij het als getuige aanwezig zijn bij iets waar we eigenlijk niet bij hadden moeten zijn.
Of overigens de vrouw van dit verhaal op het eind de schaamte voorbij is? Er is in ieder geval wel iets gezegd en gebeurd dat haar op weg kan laten gaan, dat haar heeft opgericht, en haar kan helpen de realiteit onder ogen te zien. Hierin herkennen we een morele dynamiek.