Spaanse socioloog Manuel Castells zegt daarom dat we niet meer leven in de virtuele realiteit, maar in de reële virtualiteit.
Onze wereld is hybride. Er zijn slechts weinig vriendschappen zonder virtueel luik. Quasi iedereen zit op Facebook en de enkelingen die eraan weerstaan hebben dan wel een e-mailadres. Internet maakt een integraal deel uit van onze relaties met andere mensen. Mensen klagen hier vaak over omdat het ten koste zou gaan van face-to-face contact, maar ook dit wordt tegengesproken door onderzoek. Integendeel: contact via internet versterkt het face-to-face contact zelfs. Haast elke keer als ik Facebook open, staat er een nieuwe uitnodiging voor een of ander evenement. Slechts zelden zijn die voor iets zuiver virtueels.
Het virtuele sijpelt dus duidelijk door in wat voorheen niet-virtueel was, maar ook de omgekeerde beïnvloeding is een feit. De status updates van mijn vrienden op Facebook gaan meestal over dingen die ze in de niet-virtuele wereld hebben meegemaakt. Door de opkomst van het internet is aan veel computerspellen nu ook een belangrijke online component gekoppeld, die vaak als een community omschreven wordt. Een gemeenschap. Een gemeenschap van mensen over de hele wereld waarvan de meesten elkaar waarschijnlijk nooit zullen zien, maar die zich toch verbonden weten door hun gedeelde passie, woordenschat, cultuur en soms zelfs geschiedenis.
Denken we terug aan de ruimteoorlog uit Eve Online. Dit was voor de spelers van dat spel een monumentale gebeurtenis. Voor iedereen die dit spel speelde, behoort het historische spelmoment tot de parate kennis. De uitkomst van deze oorlog heeft de hele dynamiek van het verdere spel beïnvloed, en ze speelt nog altijd een rol in de onderlinge relaties van individuen en groepen. Uit die oorlog zijn helden opgestaan. Generaals en strategen, betrouwbare stoottroepen en huurlingen. Dit alles verloopt zoals we het ook verwachten in een niet-virtuele omgeving. De mensen van Eve Online schrijven samen een verhaal, maken samen een geschiedenis mee die hen dichter bij elkaar brengt en die deel uitmaakt van wie zij zijn als persoon. Na en tijdens de veldslag kunnen ze het verloop volgen op internetfora. Ze kunnen filmfragmenten van de meest memorabele momenten herbekijken en bediscussiëren alles in termen die voor een buitenstaander slechts moeilijk te volgen zijn. Het verschil met de vele andere subculturen waar we deel van uitmaken is slechts gradueel. Ook in de niet-virtuele wereld kent elke subcultuur zijn helden, historische gebeurtenissen en eigen taal.
Aan diepgang hoeft het de virtuele wereld dus ook niet te ontbreken. De mate waarin we die diepgang persoonlijk ervaren is afhankelijk van hoe ver we bereid zijn mee te gaan in deze wereld, en van de vraag in hoeverre we haar als waardevol beschouwen. Ook hier is er geen significant verschil met wat ons meer bekend is uit de niet-virtuele we-