Bij het vaststellen van de nieuwe handelsmarge (ik beperk mij hier om praktische redenen tot de detailhandel, maar voor andere bedrijfssectoren geldt mutatis mutandis hetzelfde) werd er vanuit gegaan dat er een achterstand was.
Niettemin wenste de regering in de nieuwe marge in te calculeren dat in 1974, vanwege de energiecrisis, iedereen in zijn inkomen achteruit zou gaan. Op zich is dat niet onredelijk, indien dit dan ook werkelijk voor iedereen zal gelden.
De margebeschikking per 1 januari 1974 betekende een mikken op de -1 lijn ten opzichte van een gedeeltelijk gecorrigeerde situatie van 1973, met de toezegging dat per 1 juli 1974 de marge zou worden bijgesteld aan de hand van de feitelijke kostenontwikkelingen en de feitelijke produktiviteitsontwikkelingen.
Dit was niet om te juichen, maar het kwam al wat dichter bij een aanvaardbaar beleid.
De aankondiging van de regering in januari j.l. dat zij het prijsbeleid zou gaan verscherpen, was in dit licht gezien voor het midden- en kleinbedrijf uiteraard onaanvaardbaar.
De verscherping kwam er voor de detaillisten op neer dat zij een maand lang gestegen inkoopprijzen niet mochten doorberekenen, de zogenaamde ‘wachtkamer-verplichting’.
Dit betekende in feite een nog weer verder achteruitgaan in inkomen. En dat terwijl de werknemersorganisaties nog op geen enkele wijze enige bereidheid toonden om ook de werknemers een deel van de kostenstijgingen voor eigen rekening te laten nemen en zelfs nog bleven spreken over reële vooruitgang.
De middenstandsorganisaties hebben dit niet genomen.
In een reeks van besprekingen en gesteund door de meerderheid van het parlement hebben zij, telkens weer een stapje verder, weten te bereiken dat de scheve verhoudingen werden rechtgetrokken.
Na iedere bespreking was er een nieuw resultaat.
Eerst de beperking dat de ondernemers met een inkomen beneden f 25.000 niet in de wachtkamer behoefden.
Vervolgens dat ondernemers met een omzet van f 350.000,- (levensmiddelen f 700.000,-) niet onder de verscherping van het prijsbeleid zouden vallen.
Daarna - toen aangetoond was dat deze uitzonderingen niet konden functioneren als niet ook het grootwinkelbedrijf uit de wachtkamer zou blijven - een aantal zeer technische bepalingen, waardoor in feite de grootwinkelbedrijven in de zwaarste concurrentiesectoren ook buiten de wachtkamer vielen, zodat de uitzonderingsbepalingen tenminste zin kregen. Vervolgens