| |
| |
| |
[1969, nummer 6]
[Inhoud]
Brazilië, hulpeloze reus en reusachtige uitdaging, p. 563
Sinds enige jaren eenvoudig Braziliaan tussen de Brazilianen, schrijft de auteur zijn kijk op de problemen van dit werelddeel, niet vanuit de grote politiek, maar vanuit de vragen waarmee de bewoners geconfronteerd worden.
| |
Chicago: het toppunt, p. 572
Het toppunt is niet de herrie rond de democratische conventie, maar de volslagen wanhoop, angst en uitzichtloosheid van het zwarte getto. Een van de vreselijke ontdekkingen gedurende schrijfsters negen weken verblijf in het getto: ontzettend te moeten ontdekken dat het verzet tegen de zwarten in Chicago zo overwegend en vierkant in katholieke handen is.
| |
Huisvrouwen reageren op herindustrialisatie, p. 580
In een gesprek met mej. Stollman komen de veranderingen naar voren die in de gezinnen en de levenswijze optreden, nu de Nederlandse mijnstreek van een geprivilegieerde situatie overgaat naar de toestand van gewoon industriegebied.
| |
De natuurlijke en de bovennatuurlijke jood, p. 584
Wanneer A.A. Cohen zich met betrekking tot het jodendom sterk ‘bovennatuurlijk’ opstelt, volgt hier van meerderen hevige kritiek op. Zo blijkt het vraagstuk van de secularisatie, van de consequente aanpassing aan de wereld, aan bepaalde culturen, ook in het Amerikaanse jodendom te leven.
| |
Het Amsterdamse stadhuis, p. 592
Het resultaat van de nieuwe prijsvraag voor een stadhuis van Amsterdam - de prijsvraag van de eeuw! - is in Amsterdam niet goed onthaald. Is dit te verklaren door de onhandelbaarheid van deze eigenzinnige stad of zijn er diepere redenen aan te geven waarom het ook met deze prijsvraag weer misloopt?
| |
Binnenstad van Amsterdam, uitdaging aan de kerk, p. 598
De functie van de Kerk in de moderne city - waarvoor hier de binnenstad van Amsterdam als voorbeeld wordt gebruikt - hangt af van het leven dat er geleefd wordt. Van het werkelijk gebeuren hangt af, wat er gedaan moet worden. In dit artikel geeft de auteur een aantal concrete punten aan om de structurele uitdaging te kunnen opnemen.
| |
| |
| |
Frustreren en shockeren, p. 607
Als het waar is dat voor de toeschouwer het enige uitgangspunt voor een beoordeling de filmvorm is, dan geldt hetzelfde voor de cineast: de kritiek welke hij op mens en samenleving uitoefent, moet in de filmvorm zitten. Aan de hand van een paar recente voorbeelden, o.m. ‘Monsieur Hawarden’ van H. Kümel en de betwiste ‘L'Etreinte’ van P. Collet en P. Drouot wil de auteur iets zeggen over twee tegendraadse vormen van communicatie die zich momenteel in de film schijnen op te dringen.
| |
Traditie en vernieuwing in het Russisch christendom, p. 616
Door de sterk contemplatieve inslag en ook doordat de clerus met de revolutie is meegegroeid, leidt de Russische kerk een bestaan dat zich niet direct inlaat met b.v. sociale problemen. Onder de jeugd, de wetenschapsmensen, de intellectuelen en de schrijvers zijn er die zich hiertegen verzetten, omdat voor hen het Russisch dialectisch materialisme ongeloofwaardig en onverteerbaar is geworden. Er komt een beweging op gang naar een meer eigen plaats van de Kerk, onafhankelijk van de staat.
| |
Gust Gils, p. 626
Tussen een prinses en een ruimtevaarder bestaat een nauw verband: ze horen samen in de wijdopen paardenogen van Gust Gils' nachtmerrie. Dat is de wereld die deze dichter ziet: een wereld waarin stokoude cliché's weer gaan glanzen, waarin door de affectieve eenheid de meest uiteenlopende voorstellingen op een dwingende, maar verbijsterende manier gaan samenlopen en waarin juist die verbijstering geldt als een vorm van kritiek, een pre-denken over de waargenomen beelden en realiteiten.
| |
De schrijvers en de christenen I, p. 635
In dit eerste van twee artikelen behandelt de auteur de bezwaren die moderne literatoren tegen het christendom hebben, waarbij het voornaamste is dat de christenen zo gemakkelijk het establishment verdedigen en dat men de termen ‘goed’ en ‘slecht’ nogal rechtlijnig hanteert.
|
|