De Stijl 2 1921-1932(1968)– [tijdschrift] Stijl, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende I.K. Bonset (uit de serie ‘versbeeldingen’ 1913-1920) de gouden droppel. (nerveus) We zitten daar waar? in het duister Het venster staat open: ‘Luister’ ‘Wat is er?’ ‘Wat is er?’ Niets. 'n Avondstraat. Lantaarnlicht. Geschuifel. Gepraat. We zitten daar roerloos en kijken maar. ‘Kijk, kijk!’ ‘Waarnaar?’ ‘Naar dien droppel daar’. ‘'k zie niets’ De vrouwen bewogen onrustig en bogen zich naar 't open raam. Allen: ‘We zien geen droppel vallen’. We zitten weer roerloos als verwachten we iets. ‘Daar valt hij weer.’ ‘Waar, waar ik zie niets.’ Hé, zie je dan niet 'n gouden droppel uit den hemel vallen?’ De hemel is helder! De straat is niet nat. En toch valt elken keer den gouden droppel neer, vlak langs het raam. En niemand van allen, die evenals ik den droppel ziet vallen. 1916-17. Vorige Volgende