4.
Bezette stad. Paul van Ostayen. 1921
De kruimels hebben zich georganiseered en voeren strijd tegen het dadaïstische brood. Waarom deze typografische gymnastiek wanneer het in waarheid gaat om een doodnuchtere realistische roman met oorlogstendens expressionistisch in stukken te snijden.
Litérair: leeg hol opgeblazen - dik geïmiteer van fransche litératuursport. Karakteristiek: gebrek aan het dadaïstische skelet (‘nous voulons rien, rien, rien etc.’). Onzekerheid van begripsbeginsel demi-plebs Bowlen-sekt en schijngehakt.
Algemeene karakteristiek van belgische kunstulstras: bloeddorstige veroveringslust van guitige patriotten met intermezzos van diverse films:
1. Internationale beeldingsgeestdrift met galspuwapparaten (3000 Meter). 2. Franco-Vlamingantisme (7000 Meter met franschen tekst). 3. ‘Ik, ik, ik’ (13000 Meter). En gij Frans Coenen hebt u nog wel zooveel moeite gegeven, meenende dat dit nu het Paradis-dada was. Geen angst - deze prikkeldraadversperring is van papier.