tische, wetenschappelijke of phylosofische charlatans, hadden hun onstaan te danken aan een vooropgestelde gedachtenfiguur, een hypothese a priori, geabstraheerd van de kosmische realiteit, die rustende in zichzelf onveranderlijk blijft. Het ‘stelling-nemen’, het innemen van een vast punt ten opzichten van een stato-dynamische werkelijkheid verhinderde niet slechts het concentreeren der menschelijke energie, maar vóór alles een collectieve wereldbeheersching langs electro-dynamischen weg. Inplaats daarvan werd door de doodspredikers en moralisten, door de phylosofen en esthetici het kosmisch geheel verbrokkeld en als macaroni in onze religieuze soep gedaan, welke wij gedwongen waren tot den laatsten korrel op te eten. Het schema dat in elk tijdperk van een ideaal levensbeeld of ideale levensverhouding, in den vorm van een god, werd ontworpen, belemmerde behalve de vervulling van dit verlangen, het vormen van sterke persoonlijkheden en de gelijktijdige, geestelijk-zinnelyke waarneming (beleving) van het stato-dynamische universum, waarvan het geslachtelijk verkeer van man en vrouw de duidelijkste projectie is.
In elken man is een vrouw, in elke vrouw een man voorhanden en alle inspanning van onzen geest om aan eén dezer beide de wereldsouvereiniteit te schenken, hetzij door vermannelijking, hetzij door vervrouwelijking van onze cultuur lost de tweespraak van het bestaan, niet op. Persoonlijk trek ik, - en ik spreek hier geheel uit naam van het latijnsche ras, - den man voor, hoewel ik besef dat, alle kunstwerken, alle wetenschappelijke en technische ontdekkingen, hun oorsprong vinden in de vrouw. Ja dit geldt zelfs voor de homosexueele kunstenaars, voor wie de vrouw, indirect, het inspireerend object blijft. Alle kunstwerken zijn door de vrouw via den man gemaakt. Zij drukken in hun uiterlijke verschijning dit contrast volkomen uit, terwijl zij eerst dan onvergankelijke, cultureele waarde hebben, wanneer de polariteit, door contrastevenwicht blijkt overwonnen.
Ik verafschuw het sandaalidealisme even sterk als de sentimenteele pose der kunstenaars, die voorgevend het scheppingsprincipe als waarheid erkend te hebben, slechts de positieve zijde van dit principe dienen. Door aan de naar ons toegekeerde verschijning van den natuur b.v. aan een bloempje hun ziel en zaligheid op te hangen, bewijzen zij dat de negatieve zijde hun totaal onbekend is. Zij dwalen. Maar evenzeer dwalen zij, die tusschen de polariteit hun acrobatische toeren verrichten en die uit het gemis van een nieuwe heroische wereldaanschouwing ieder oogenblik hetzij naar het positieve, hetzij naar het negatieve kunnen overhellen. Aan den tegenovergestelden kant van hen die zich vastklampen aan de positieve zijde van het scheppingsprinciep, staan de geestelijke en physische sadisten, die hun liefde vormen uit de abstracte of reeële vernietiging van het organisme, waartoe ze slechts dan hun recht toonen wanneer ze in een mechano-technischen, mechano-optischen of mechano-phonetischen vorm de levensdualiteit samenbinden.
Voor zoover de wetenschap het experimenteerend subject in haar proefnemingen betrok, droeg zij er toe bij de scheiding tusschen object en subject op te heffen. Hierdoor werden op eenmaal alle positieve stellingen tot karikatuur - het heelal een uitvinding van onszelve en van ieder op z'n eigen wijze - elke hypothese verkeerd en goed tegelijkertijd - ja en neen een en hetzelfde - recht en krom, lang en kort, licht en zwaar, hoog en laag, iets en niets, ernst en parodie aan elkaêr gelijk en gesynthetiseerd in Dada.
Dada de abstract-concrete messias der nieuwere tijden.
De vierdimensionale wereld van Minkowski is van gummi. Men kan haar uittrekken en indrukken zonder dat zij aan inhoud verliest of wint. De opheffing van onze betrekkelijkheid is alleen mogelijk door ontkenning van elke positieve waarde. Waarheid bestaat niet en wat wij voor haar aanzien is slechts het spook van onszelve, geboren uit de begrensde en begrenzende samenvatting van het denkend subject met de niet den-