dat zij maar met één wezenlijke beeldingswaarde te doen hebben: harmonie door verhouding. En ieder geeft aan dit éene wezenlijke en universeele der beeldende kunst uitdrukking met zijn kunstmiddel. Eén en hetzelfde dus op steeds andere wijze.
De schilder: door kleurverhouding. De beeldhouwer: door volume-verhouding. De architect: door verhouding van omsloten ruimten. De meubelontwerper: door onomsloten (= open) ruimteverhouding.
Het ontwerp van Oud is gebouwd op een (in enkele onderdeelen gewijzigd) grondplan van den architect Saal. De opbouw was daarmede reeds eenigermate vastgelegd.
Voorzoover het ontwerp van Oud nog aesthetisch opzet vertoont (b.v. in de détailplastiek) is het nog decoratief en niet onopzettelijk uit den platten grond (die wij in een der volgende nummers zullen afdrukken) ontstaan. Elke behoefte naar détailplastiek zal verdwijnen wanneer algemeen begrepen zal worden, dat slechts het vlak en de rechte lijn het maximum van plastische uitdrukking mogelijk maken.
Boog tegenover rechte lijn, schuine lijn tegenover boog enz., zijn nimmer bij machte evenwichtige verhouding, zoo bepaald en onveranderlijk tot uitdrukking te brengen als vlak en rechte lijn. Ook dit besef komt in de eenheid der werken op bijlagen II, V, VI en VII tot uitdrukking.