Aanteekeningen bij bijlage I.
Wanneer we hier een werk reproduceeren van den jongen Franschen cubist Sturvage, dan doen wij dit, omdat het een der weinige werken is uit de vele ons door de z.g. avant-garde ter reproductie aangeboden, waarin het streven merkbaar is naar het vlakke van kleur, het rechte van lijn en het evenwichtige van verhouding. Waar er nog zoo weinig werken zijn, waarin deze 3 hoofdkenmerken eener nieuwe uitdrukkingswijze harmonisch samengaan en waarin de oude wijze van zich in schilderkunst uit te drukken te boven gekomen is, moeten wij het als een verblijdend verschijnsel beschouwen, wanneer we zien dat het streven der avant-gardisten, tot welke nationaliteit zij ook mogen behooren, steeds meer en meer gaat naar de vernietiging van de natuurlijke drie-dimensionale plastiek, het perspectievische, het symbolische, het litteraire enz. zonder welke vernietiging geen verhoudingscompositie mogelijk is. Ook al zijn wij nog niet toe aan een bewuste eenheid in dit streven, toch zien wij over de geheele linie der avant-garde, bij het eene volk meer, bij het andere minder bewust, éénzelfde streven. De radicale vernietiging van alle schijnwaarden, die den ouden kunstvorm in elkaar hielden, de grondlegging van een geheel nieuwe wijze om zich in schilderkunst uit te drukken, voltrok zich in Holland, daar dit alleen mogelijk was, door een belangrijke, realistische schildercultuur en een gunstige gelegenheid deze verder te ontwikkelen. Als plaatselijke individueele uitdrukkingswijze zou de nieuwe beelding slechts een plaatselijke en individueele beteekenis hebben en als universeele stijl van verhouding zonder cultureele basis zijn. Dit is echter niet zoo. Dat, wat de kern uitmaakt van de nieuwe kunst is het wezenlijke van alle schilderkunst bij alle volkeren geweest. Het is daarom noodzakelijk, dat dit wezenlijke, het begrip van harmonie, consequent doorgevoerd, vroeg of laat bij alle volkeren tot bepaaldheid komt. Het zijn verschillende
ontwikkelingslijnen, die alle tot één doel, absolute schilderkunst, moeten leiden.
Voor hen, die de vergelijkende studies uit de voorgaande jaargangen van ‘De Stijl’ gevolgd hebben, is het van belang, de verschillende werken waarbij eenzelfde streven tot uitdrukking komt, met elkaar