Staatsgevaarlik. Jaargang 1(1919)– [tijdschrift] Staatsgevaarlik– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Het nieuwe Chanaän Weer zijn de volkeren ten tocht gegaan naar het Land van Belofte, naar Chanaän... Vlaming, is je de staf ontgleden? Honds moet de hoon zijn en zwaar de boet, die je ketent in schand en kromt voor een knoet Recht je rug bij de striem rond je leden. Vorst over Vlaanderen, te midden grauw schroot en shrapnelldans in de IJzermartelie plengden mijn broeders hun bloed, o, uit de bronnen: hun geheiligde wonden, robijnrood in 't aanschijn van den dood geronnen, tot kroongesteenten, U ten tooi, minnaar der lelie. Tans rust zacht hun gebeente Weerkeer tot de moederlike substans. Die heugenis: ons geloof. O land, moegemarteld, verminkte landouwen, reeds morren de muitermonden tot aanklacht en eis om vergelding verbonden. Opstanding allerwegen. Almacht is onze liefde, die zuivert der wereld smartgelaat van dwang, onrecht en haat. Broederschap breekt alle harten open Grenzen en volkeren smelten in God. Eén hart over de globe. G. Bardemeyer. Oogst 1919. Vorige Volgende