persoonlijke belangen gebonden. Zeker is het dat geen enkele hooggeleerde geschiedenisprofessor eener officiëele of half-officiëele instelling het zal aandurven, bovenstaande formuul uit te werken in een verhandeling. Die hooggeleerde heeren zijn wel voorzichtiger; zij weten heel goed dat zij door hunne regeering of door hunne vrienden niet zijn aangesteld om de waarheid te verkonden, maar wel om de belangen van den regeerenden troep of van hunne vrienden te dienen, aan zóóveel of zóóveel duizend franken 's jaars. Zij hebben dus te kiezen: Hunne meesters dienen en een verzekerd bestaan genieten, of: de waarheid dienen en gebroodroofd, verdacht gemaakt, vervolgd, ja, veroordeeld worden als misdadigers! Natuurlijk kiezen ze het slavenjuk; aanvankelijk schamen ze zich een weinig, maar.... anderen doen ook zoo; de massa wordt er toch niet wijs uit.... men moet toch leven en voor vrouw en kinderen zorgen.... Helaas! Ja!.... Van op de hooge-schoolbanken verhangt men reeds zijn geestesgezichteinder tot het najagen van zoogezegde eereplaatsjes en eere-titels, kruisen, linten en den heelen blikslagerswinkel, waar men kleine, kleinzielige, burgerparvenuutjes mee paait! Dezulken zijn niet bestemd om de waarheid te dienen; hunne schouders passen best in het slavenjuk, des te verachtelijker naarmate het meer versierd is met lintjes en strikjes en klatergoud!
De Waarheid is geen vuige deerne die zich verkoopt aan den hoogsten bieder. De Waarheid is een verheven schoone maagd, heel rein en preutsch; die zich nooit ten volle aan iemand geeft in dees ondermaansche wereld.
Deze prachtmenschen, deze helden in den verhevensten zin, vindt men niet bij tientallen in iedere streek; och neen! Zij zijn zeldzaam, maar ze zijn er. En de geschiedenis is daar om te bewijzen dat op het uur van uitersten nood telkens zulke menschen zich voorgedaan hebben en dat zij redding brachten, of als zij niet aanhoord werden, dat zij, tot het laatste oogenblik toe volhardend in hunne poging om te redden, mede verdelgd werden met degenen die hun hulp verachtten.
Na de verschrikkingen van dezen wereldoorlog, op het oogenblik dat omwenteling alom dreigt de instellingen die misbruikt werden te verbrijzelen, hebben wij stemmen noodig die de waarheid verkonden. En die stemmen zullen zich verheffen want zij komen altijd ten gepasten tijde: Laten wij dan onszelven voorbereiden om die stemmen te vernemen.
Het is niet genoeg, om de waarheid te dienen, in te stemmen met wat er ons van medegedeeld wordt. We moeten van dààr, als van een bazis uitgaande, in ons zelve en rondom ons zoeken, om geheel den toestand te erkennen. De waarheid in rein theoretischen vorm is maar een beginsel, we moeten er overal de toepassing van vinden, en gevolgtrekkingen afleiden, die we dan weer in daden moeten omzetten om de toekomst te maken zooals ze moet zijn. Zóó, en zóó alleen, is het waar dat de Waarheid U zal vrijmaken.
We hebben pas eenige maanden geleden een wereldoorlog beleefd, dien wij zeker niet gewild hebben. Bij den aanvang van deze uiteenzetting, hebben wij vastgesteld dat ieder mensch met onbevangen oordeel, erkent dat dien oorlog voorbereid, uitgelokt en in gang gehouden werd door een groep grootbezitters uit verschillende landen.
Velen onder ons hebben dien oorlog in werkelijkheid moeten voeren; zij hebben het helsche leven in de loopgraven meegemaakt, zij zijn er verminkt van