Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijDe Psalmist vermaen doende van de verlossinge der Israëliten uyt Egypten, vermaent alle creaturen Godt te loven, ende alle menschen, door het exempel der selver. | |
1Ga naar margenoota DOe Ga naar margenoot1 Israël uyt Egypten toogh: Ga naar margenoot2 het huys Iacobs van een volck dat Ga naar margenoot3 een vreemde tale hadde: | |
2Soo wert Ga naar margenoot4 Iuda Ga naar margenoot5 tot sijn heylighdom: Ga naar margenoot6 Israël sijne Ga naar margenoot7 volkomene heerschappije. | |
3De Ga naar margenoot8 zee sagh het, ende vloodt: Ga naar margenoot9 de Iordane keerde achterwaerts. | |
6Ga naar margenoot10 Ghy bergen, dat ghy opspronght als rammen: ghy heuvelen Ga naar margenoot11 als lammeren! | |
7Ga naar margenoot12 Beeft ghy aerde voor het aengesichte des Heeren: voor ’t aengesichte van den Godt Iacobs. | |
8Ga naar margenoot13 Die den rotzsteen veranderde in eenen watervloet: den keysteen in eene waterfonteyne. | |
[Folio 268v]
| |
|