Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)
(2008)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtelijk beschermd
[Folio 48v]
| |
Aenhanghsel aen het BOECK ESTHER. | |
4 Mardocheus gedenckt aen sijnen droom, die hy gedroomt hadde, van een kleyne fonteyne ende van twee Draken. 6 ende leght den selven uyt. | |
4ENDE Mardocheus seyde, Dese dingen zijn van Godt geschiet. | |
5Want ick gedencke aen den droom, dien ick van dese dingen gesien hebbe, want geen der selve en is voor-by gegaen. | |
6De cleyne fonteyne is een riviere geworden, ende daer was licht, ende een Sonne, ende veel waters. Dese riviere is Esther, welcke de Coninck getrouwt heeft, ende tot Coninginne gemaeckt heeft. | |
7De twee draken nu zijn ick ende Aman, | |
8Ende de Heydenen die te samen gecomen waren om den name der Ioden te verdelgen. | |
9Ende mijn volck is het volck Israëls, die tot Godt riepen ende behouden zijn, ende de Heere heeft sijn volck behouden, ende de Heere heeft sijn volck verlost uyt alle dese ongevallen, ende Godt heeft dese groote teeckenen ende wonderen gedaen, welcke onder de Heydenen niet geschiet en zijn. | |
10Daerom heeft hy twee loten gemaeckt, het een voor het volck Godts, ende het ander voor alle de Heydenen. | |
11Ende dese twee loten zijn voor Godt gecomen op de uyre, ende tijdt, ende dagh des gerichts, ’t welck onder alle Heydenen is bestemt. | |
12Ende Godt is sijns volcks gedachtich geworden, ende heeft sijn erfdeel gerechtveerdicht. | |
13Daerom sullen dese dagen haer [tot] vierdagen zijn, in de maendt Adar op den veertienden dach der selver maent, met vergaderinge, ende vreuchde, ende vrolickheydt voor Godt, door elck geslachte in eeuwigheyt onder sijn volck. |
|