Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)
(2008)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtelijk beschermd
[Folio 1r]
| |
PROVERBIA, Spreucken SALOMONS. | |
Inhoudt deses Boecks.DIT Boeck begrijpt seer voortreffelicke, heylige, ende leerlicke Spreucken ofte Sententien, die de Coninck Salomo door ingeven des H. Geests (van welcken hy met bysondere wijsheyt in godtlicke ende menschelicke saken begaeft was) heeft voortgebracht, ende Godt heeft goedertierentlick gewilt, datse tot gemeen gebruyck sijner Kercke souden werden beschreven ende bewaert. Den inhoudt is, van de ware VVijsheyt, ende vreese des Heeren, met allerleye seer beweechlicke vermaningen tot onsen schuldigen plicht, niet alleen tegen Godt, maer oock tegen ons selven, ende onsen naesten, in wat staet ofte conditie yemant op aerden moge zijn gestelt, met belofte van dit tegenwoordige ende het toekomende leven: Mitsgaders seer getrouwe afmaningen ende waerschouwingen voor alle sonden, ondeuchden ende gebreken, strijdich tegen de eerste ende tweede Tafel van Godts VVet: bysonderlick voor hoererie ende overspel. Sulcks dat dit Boeck met recht gehouden is voor eene overvloeyende fonteyne van heylsaem onderwijs, in alles, wat tot een wijs, godtsalich, ende Gode aengenaem beleyt onses levens, handels ende wandels, in alle gemeene ofte bysondere, private ofte publijcke beroepingen, vereyscht wort, ende dien volgens allen Christenen hoochlick behoort gerecommandeert te zijn, verre boven alles, wat van heydensche Philosophen, ofte werelt-wijse menschen, oyt van de wijsheyt, van het opperste goet, item, van deuchden ende ondeuchden, mach zijn geschreven. Belangende de t’samen-stellinge deser Spreucken, so schijnt het dat Salomo selfs de spreucken, die na sijne leer-rijcke voor-rede ofte inleydinge der 9 eerste capittelen, (die vol zijn van lof der hemelscher wijsheyt in’t gemeyn, ende in’t bysonder onses Heeren IESU CHRISTI, die de eeuwige wijsheyt, ende het woort des Vaders is) van het tiende Cap. tot het 25 beschreven zijn, heeft by een gebracht: ende dat de volgende, van het 25 tot aen het 30 cap. door last van den vromen Coninck Hizkia (als hy het vervallen Rijck herstelde) uyt Salomons eygene, ofte anderer heyliger mannen memorien, zijn uytgeschreven ende t’samen-gestelt. In ’t 30 cap. zijn vervaet de woorden van Agur. In’t laetste, de leeringe van Salomons Moeder, die hy aengenomen, opgeteeckent, ende Godes kercke tot gemeyne onderwijsinge heeft na-gelaten. |
|